9.2. VOOR HET GEBRUIK VAN DE
MAGNETISCHE KERNBOORMACHINE
Sluit het gereedschap aan met inachtneming van
de hierboven beschreven elektrische veilighe-
idscontroles. Zet de magneet aan en controleer
de werking van de magnetische houdkracht.
Magnetische kernboormachine kan alleen worden
ingeschakeld als de magneetvoeding eerst wordt
ingeschakeld. Dit is een veiligheidskenmerk en
garandeert niet dat de magneet goed is opgesteld.
Controleer altijd de magnetische houdkracht en het
goed vastzitten van het magnetisch gereedschap
voordat u de magnetische kernboormachine
inschakelt.
Spilcontrole:
Controleer voor het plaatsen van de kernboor of
boren of de machinespil, de gereedschapshouder
en de Weldon-schacht vrij zijn van vuil en vreemde
voorwerpen. Voor gebruik is het apparaat niet
beschadigd of versleten en bovendien vrij van vuil
en vreemde voorwerpen. Beschadigd en versleten
gereedschap kan een onverwachte beweging van
de magneetkernboormachine veroorzaken, met
gevaar voor de bediener en schade aan de machine
tot gevolg. Een kernboormachine van goede
kwaliteit zorgt voor efficiënt werk en veiligheid.
Opmerking:
Gebruik altijd de juiste uitwerppin van de kernboor-
machine. Zorg ervoor dat de machine is uitges-
chakeld voordat u de kernboren installeert of
verwijdert. Draai de twee inbusschroeven goed
vast voordat u begint. Pas de snelheid van de
machine aan wanneer de machine uitgeschakeld is
en stilstaat. Volg het etiket op de motorbehuizing
van de machine voor het kiezen van de gewenste
snelheid.
Opgelet: De machine kan alleen worden
ingeschakeld als de magneetklem
werkt. Wordt uitgeschakeld wanneer de
magnetische klemstroom wordt
onderbroken. Laat het oververhitte apparaat
stationair een paar minuten afkoelen.
10. WERKzAAMHEDEN
Controleer opnieuw of de magneetkernboor-
machine correct is aangesloten en aangesloten op
de juiste stroombron. Controleer opnieuw of de
magnetische kernboormachine en het werkstuk
goed vastgeklemd zijn. Controleer opnieuw of
de gebruiker over de juiste veiligheidsuitrusting
beschikt als het werk boven de grond is. Controleer
opnieuw om letsel door elektrische schokken en
bedrijfsongevallen door gereedschap of het vallen
van de bediener te voorkomen.
10.1. SNELHEIDSKEUzE VAN HET MODEL
MAGPRO 40 2S
Met het gereedschap goed ingesteld. De versnel-
lingskeuzeschakelaar bevindt zich aan de linkerkant
van de versnellingsbak. De bovenste positie is
de hoge snelheid. En de lage positie is de lage
snelheid. Pas de snelheid alleen aan wanneer het
gereedschap niet is ingeschakeld en niet draait.
Zie het hoofdstuk technische gegevens in de
handleiding voor het toerental van zowel hoge als
lage snelheden. Kies de kernboor- of boorsnelheid
afhankelijk van het materiaal en de kernboor- of
boordiameter. De juiste snelheid levert het meest
efficiënte werk op.
10.2. SNELHEIDSKEUzE VAN HET MODEL
MAGPRO 80 4S
Met het gereedschap goed ingesteld. De snelhe-
idsregelaars bevinden zich links en rechts van de
versnellingsbak. Er zijn vier stadia of vier snelheden.
Laagste snelheid of fase 1: De linker
keuzeschakelaar stelt deze in op de laagste stand
en de rechter keuzeschakelaar op de hoogste stand.
Deze opstelling levert de laagste snelheid op. Pas de
snelheid alleen aan wanneer het gereedschap niet
is ingeschakeld en niet draait. Zie het hoofdstuk
technische gegevens in de handleiding voor het
toerental van zowel hoge als lage snelheden. Kies
de kernboor- of boorsnelheid afhankelijk van het
materiaal en de kernboor- of boor diameter.
De juiste snelheid levert het meest efficiënte werk
op.
Tweede snelheid of fase 2: De linker
keuzeschakelaar stelt het in op de laagste stand
en de rechter keuzeschakelaar op de laagste
stand. Deze opstelling levert de op één na laagste
snelheid op. Pas de snelheid alleen aan wanneer
het gereedschap niet is ingeschakeld en niet draait.
Zie het hoofdstuk technische gegevens in de
handleiding voor het toerental van zowel hoge als
46
NL
Содержание MAGPRO 40 2S
Страница 14: ...Inhaltsverzeichnis 14...
Страница 87: ...EN DE FR NL ES PT IT 87 IT...