NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
21/53 TWINBEAM
Laser
BESCHRIJVING:
1. NETAANSLUITING:
met IEC stopcontact en geïntegreerde zekeringhouder, sluit de
bijgeleverde netkabel hier aan.
2. AAN/UIT SLEUTELSCHAKELAAR:
gebruikt om het toestel aan en uit te zetten.
Gebruik de sleutels, opdat de laser enkel opgezet kan worden door een bekwame
persoon.
3. INTERNE MICROFOON:
De ingebouwde microfoon wordt gebruikt om de lasershow
gelijk te laten lopen met het ritme van de muziek.
4. DMX INGANG:
3pin mannelijke XLR-connector die gebruikt wordt om de universele
DMX-kabels te verbinden. Deze ingang krijgt instructies van een DMX-controller.
5. DMX UITGANG:
3pin vrouwelijke XLR-connector die gebruikt wordt om de Twinbeam
laser aan te sluiten op het volgende toestel in de DMX-keten.
6. DISPLAY:
toont het gekozen DMX-adres als het toestel in DMX-modus staat. Toont 3
horizontale lijnen als het toestel in Autonome modus staat.
7. DIP-SCHAKELAARS:
schakelaars 1~8 worden gebruikt om het DMX-adres in te
stellen tussen 000 en 255. Schakelaar 9 wordt niet gebruikt en schakelaar 10 dient om
de autonome of DMX-modus te kiezen.
8. AUTO/MUZIEKSCHAKELAAR:
als het toestel in autonome modus staat, zet deze
schakelaar de laser in muziekmodus (patronen bewegen mee op het ritme van de
beat) of automodus (patronen bewegen automatisch)
9. VEILIGHEIDSOOG:
gebruikt om de veiligheidskabel vast te maken wanneer het
toestel opgehangen wordt (zie paragraaf “hoog ophangen”)
10. MUZIEKGEVOELIGHEID:
Deze potentiometer wordt gebruikt om de
muziekgevoeligheid aan te passen. Draai aan de potentiometer totdat de laser
gelijkloopt met de muziek.
11. KOELVENTILATOR:
wordt gebruikt om de onderdelen binnenin de behuizing af te
koelen. Let erop dat je deze ventilatoruitgang nooit afdekt!
NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
22/53 TWINBEAM
Laser
12. POWER LED:
geeft aan dat het toestel aan staat.
13. GELUIDSLED:
flikkert op het geluid van de muziek die opgevangen wordt door de
interne microfoon.
14. OPHANGBEUGEL:
met 2 knoppen langs weerskanten om het toestel vast te maken
en een gat om een bevestigingshaak aan vast te maken.
15. LASERUITGANG:
Hier verlaat de laserstraal de behuizing; kijk NOOIT binnenin het
toestel doorheen deze opening als het lasereffect aan staat!
16. WAARSCHUWINGSLABEL:
“Waarschuwing – Klasse 3B laser. Laserstraling bij
opening. Vermijd blootstelling aan straal.”
17. WAARSCHUWINGSLABEL:
“Laseropening”
18. LASER WAARSCHUWINGSTEKEN:
waarschuwt voor een potentieel gevaarlijke laser
als het niet gebruikt wordt door bekwame personen.
19. WAARSCHUWINGSLABEL:
“Laserstraling. Vermijd blootstelling aan straal. Klasse 3B
laserproduct”
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
•
Belangrijk: De installatie van het toestel mag uitsluitend door bekwaam
onderhoudspersoneel uitgevoerd worden. Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels
en/of schade aan eigendommen tot gevolg hebben. Het ophangen vergt veel
ervaring. U behoort de grenzen te respecteren aan de werklast; erkende
installeringmaterialen moeten worden gebruikt; de veiligheid van het
geïnstalleerde toestel moet regelmatig worden gecontroleerd.
•
Overtuig U ervan dat het gebied onder installatieplaats vrij is van ongewenste personen
tijdens het plaatsen, het weghalen en het onderhoud.
•
Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver van brandbare stoffen en/of
vloeistoffen. Het toestel moet worden bevestigd
op minstens 50 cm
van de omringende
muren.
•
Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van iedereen en weg van
plaatsen waar men mag lopen en zitten.
•
Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men controleren dat de minimum puntbelasting
van de installatieplaats 10 keer het gewicht van het toestel bedraagt.