3 BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING
NL-8
3.2
BESTURINGSSYSTEEM ____________________________________________________
A.
Stuurkantelingshendel
Trek de hendel omhoog om de stuurkolom vrij te
maken en vervolgens te kantelen tot de gewenste
positie is bereikt. Loslaten van de hendel heeft
vergrendeling van de stuurkolom tengevolge.
B.
Parkeerremvergrendeling/ontgrendeling
Om de parkeerrem te vergrendelen dient de rempedaal
(C)
te worden neergehouden en op de vergrendeling
(B
1
)
te worden gedrukt tot deze ingrijpt. Voor
terugstelling dient op de ontgrendeling
(B
2
)
te worden
gedrukt.
N.B.
De motor slaat automatisch af als de tractiepedaal
langer dan 10 seconden ingedrukt wordt gehouden
terwijl de parkeerrem is aangetrokken.
C.
Draaihulpinrichting
Vermindert de draaicirkel van de machine ten behoeve
van werken in besloten gedeelten. Gebruik de pedalen
van de hulpinrichting om nauwe bochten rond bomen
en andere objecten te kunnen maken. De pedalen
behoren geleidelijk te worden ingedrukttot de gewenste
draaicirkel is bereikt: de linkerpedaal
(C
1
)
is bestemd
voor draaiing naar links, de rechterpedaal
(C
2
)
voor
draaiing naar rechts en transport, en
(C
3
)
schakelt de
remgrendelstang op de pedalen in.
N.B.
Te grote druk op de pedalen kan vergrendeling van
het wiel veroorzaken, met als
gevolg dat het gras wordt
opgebroken of gemarkeerd.
D.
Maaisnelheidsstop
Beperkt de voorwaartse snelheid tijdens het maaien.
Om met een lagere rijsnelheid te maaien dient de
hendel naar stand te worden gedraaid om contact te
maken met de stopschroef
(D
1
)
op de vloer wanneer de
rijpedaal wordt ingedrukt. Om met volle snelheid te
rijden dient de hendel in stand
(D
3
)
te worden gezet.
Stopschroef
(D
2
)
kan worden afgesteld op het bereiken
van specifieke maaisnelheden. Zie de
Onderdelen &
Onderhoud
handleiding.
Afb. 3A
E.
Vooruitrijden (tractiepedaal)
Druk het boveneind van de pedaal in om vooruit te
rijden. Laat de pedaal los om de rijsnelheid te
verminderen en te stoppen.
F.
Achteruitrijden (tractiepedaal)
Druk het ondereind van de pedaal in om achteruit te
rijden. Laat de pedaal los om de rijsnelheid te
verminderen en te stoppen. Laat de tractor eerst geheel
tot stilstand komen alvorens van richting te veranderen.
G.
Zittingverstelling
Trek de linkerhendel uit om de zitting naar voren of
achteren te verzetten. Om de veerspanning onder de
zitting aan te passen dient aan de stelknop vooraan de
zitting te worden gedraaid.
H.
Hydrauliekoliedop/peilstok
Vul schone hydrauliekolie bij tot de merkstreep op de
peilstok terwijl de motor koud is. Nooit overvullen.
I.
Brandstofdop
Vul de brandstoftank met nr. 2 dieselolie, minimum
cetaangetal 45. Zie sectie 4.11.
J.
Luchtfilterindicator
Geeft de conditie aan van het motorluchtfilter. Dit moet
worden gereinigd of vervangen wanneer er een rode
streep verschijnt in het kijkglas van de indicator. Zie de
Onderdelen & Onderhoud handleiding.
K.
Alarm
Het geluidsalarm heeft, samen met de
waarschuwingslampjes
(N, Y)
, tot taak om de
bestuurder te attenderen op omstandigheden die
onmiddellijke aandacht vereisen. Zie sectie 3.4.
VOORZICHTIG:
Verstel de stuurkolom
nooit terwijl de tractor in beweging is. Altijd
eerst stoppen en de parkeerrem aantrekken
alvorens dit te doen.
!
D
3
Transportsnelheid
Maaisnelheid
D
1
D
2
LF002
E
F
Содержание HR 4600 Turbo
Страница 2: ...2003 Ransomes Jacobsen Limited All Rights Reserved...
Страница 3: ......
Страница 20: ...5 NOTES GB 18 5 NOTES...
Страница 21: ...NOTES 5 GB 19...
Страница 23: ......
Страница 41: ...REMARQUES 5 F 19 5 REMARQUES...
Страница 43: ......
Страница 62: ...5 NOTITIES NL 20 5 NOTITIES...
Страница 82: ...5 ANMERKUNGEN D 20 5 ANMERKUNGEN...
Страница 103: ...NOTE 5 I 21 5 NOTE...
Страница 105: ......