3 BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING
NL-10
3.3
REGELPANEEL ___________________________________________________________
N.
Tractiehulpschakelaar
Verplaatst het gewicht tussen maaidekken en tractor.
Druk de voorkant van de schakelaar in om de
neerwaartse druk op de maaidekken te
verminderen en het gewicht naar de tractor over
te brengen. Dit verbetert de tractie, maar kan zweving
van de dekken veroorzaken met als gevolg een
ongelijkmatige knip.
Om de neerwaartse druk op de maaidekken te
verhogen moet de schakelaar worden
ontspannen. Dit vermindert de tractie maar
verbetert het maaidekcontact met de grond.
O.
Schakelaar hydrauliekoliepeil
Deze schakelaar wordt gebruikt om het
alarmsysteem te testen of te inactiveren nadat
een laag oliepeil is ontdekt. Houd de schakelaar
in de AAN-stand tijdens het starten en bedienen van de
tractor. Om het alarm te testen, dient de schakelaar in
de UIT-stand te worden gezet en de contactsleutel naar
de AAN-stand te worden gedraaid. Zie sectie 3.4.
P.
Maaierhefhendel
De maaierhendel brengt de maaiers omhoog en omlaag
en werkt zowel
automatisch
als via
handbediening
.
Druk de hendel naar voren om de maaiers neer te laten
en trek hem terug om de maaiers te heffen.
Handbedieningsmethode.
Zet de maaischakelaar
(Q)
in de UIT-stand (middenpositie). In deze stand stijgen
en dalen de maaiers wanneer druk op de
bedieningshendel wordt uitgeoefend. Om de middelste
maaier omhoog of omlaag te brengen, moet de
bedieningshendel in de middenpositie worden
gehouden. Om de linker- of rechtermaaier omhoog of
omlaag te brengen, dient de bedieningshendel naar de
betreffende kant te worden bewogen.
Automatische methode.
Zet de maaischakelaar
(Q)
in
de maaistand. Via deze methode zullen de maaiers
automatisch starten wanneer ze worden neergelaten en
stijgen ze uitsluitend tot een "kruissnede" stand. Om
alledrie de maaiers te heffen of te laten zakken, dient de
bedieningshendel in de middenpositie te worden
gehouden. Om de linker- of rechtermaaier omhoog of
omlaag te brengen, dient de bedieningshendel naar de
betreffende kant te worden bewogen.
Om de maaiers in de transportstand te zetten, dient de
hendel te worden bediend totdat ze volledig omhoog
zijn gebracht.
Q.
Maaierschakelaar
De maaierschakelaar wordt gebruikt om de maaiers
in en uit te schakelen en tevens om de maaierhendel
(P)
op handbediening of automatisch te zetten.
Wanneer de tractor wordt gestart, moet de
schakelaar in de UIT-stand worden gezet.
Om te kunnen maaien, dient de opsluitlip
(Q
1
)
naar voren te worden gedrukt en de schakelaar
in de maaistand te worden gezet. Met de
schakelaar in deze stand zullen de kooien automatisch
starten wanneer ze worden neergelaten, en stoppen
wanneer ze worden omhooggebracht. Zet de
schakelaar weer in de middenpositie om de kooien uit te
schakelen.
Als de tractor wordt uitgeschakeld met de maaiers in de
maaistand, worden deze na het opnieuw starten van de
tractor geactiveerd door de maaischakelaar in de AAN-
M
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Afb. 3B
LF003
Q
1
N
Содержание HR 4600 Turbo
Страница 2: ...2003 Ransomes Jacobsen Limited All Rights Reserved...
Страница 3: ......
Страница 20: ...5 NOTES GB 18 5 NOTES...
Страница 21: ...NOTES 5 GB 19...
Страница 23: ......
Страница 41: ...REMARQUES 5 F 19 5 REMARQUES...
Страница 43: ......
Страница 62: ...5 NOTITIES NL 20 5 NOTITIES...
Страница 82: ...5 ANMERKUNGEN D 20 5 ANMERKUNGEN...
Страница 103: ...NOTE 5 I 21 5 NOTE...
Страница 105: ......