ThunderION_UM_9752160010_NL_D_GB_F_V2_2
10
6. Controle op de werking
6.1. Intern
6.1.1. [On]-LED
De [On]-LED licht op indien de remote On /Off ingang geactiveerd is.
6.1.2. [Fault]-LED
De [Fault]-LED licht op (de [On]-LED licht ook op):
- als de staaf te zwaar belast wordt,
- bij vonkoverslag.
De [Fault]-LED knippert snel (de [On]-LED licht ook op):
- als de staaf herhaaldelijk of continu is overbelast,
- bij herhaaldelijke vonkoverslag.
Bij een overbelasting of vonkoverslag wordt de staaf kortstondig uitgeschakeld.
Overbelasting kan ontstaan door vervuiling of doordat de staaf op een foutieve plaats is
gemonteerd (zie H. 4.3). De staaf blijft uit wanneer deze herhaaldelijk of continu wordt
overbelast of wanneer er herhaaldelijk vonkoverslag plaats heeft gevonden. De staaf kan dan
weer ingeschakeld worden door de stuurspanning op de remote On/Off-contacten (pin 2 en 5)
gedurende minimaal 1 seconde weg te halen en daarna weer aan te brengen. De staaf kan ook
weer ingeschakeld worden door de voedingsspanning gedurende enkele seconden uit te
schakelen.
6.2. Weergave stand pulsfrequentie schakelaar met [Fault]-LED en [On]-LED
Na het inschakelen van de 24 V DC voedingsspanning wordt door middel van de [Fault]-LED en
[On]-LED de stand van de pulsfrequentie schakelaar weergegeven.
Dit gaat als volgt te werk:
- de rode [Fault]-LED knippert 10 keer snel.
- de gele [On]-LED knippert langzaam. Het aantal keer knipperen komt overeen met de stand
van de schakelaar (0 t/m 9 keer knipperen).
- de rode [Fault]-LED knippert 10 keer snel.
Na de weergave van de pulsfrequentie licht de [On]-LED weer op (Remote = On). Als de
schakelaar voor de pulsfrequentie wordt verzet tijdens bedrijf wordt de pulsfrequentie ook op
bovenstaande wijze weergegeven.
Tijdens de weergave van de pulsfrequentie met de [Fault]-LED en [On]-LED staat er gewoon
hoogspanning op de emitters. Als er tijdens de weergave van de pulsfrequentie een fout
optreedt licht de [Fault]-LED op en wordt de pulsfrequentie-weergave uitgeschakeld.
6.3. Extern: Bar operating OK functie
De externe Bar operating OK uitgang is actief indien aan de volgende drie voorwaarden is
voldaan:
de voedingsspanning is aanwezig op pin 1 en 6,
de staaf is via pin 2 en 5 (remote On / Off contact) geactiveerd,
er treedt geen fout op (zie H. 6.1.2.).