De drone
reageert niet.
De drone
reageert niet.
Tijdens het
zweven helt de
drone naar één
kant over.
1. De drone activeert de beveiliging tegen te
lage spanning.
2. Als het elektrisch vermogen van de
bediening
onvoldoende is, begint het aan-uitlampje te
knipperen.
3. De kanaalkeuze van de bediening is niet
compatibel met de codes van de drone.
1. De elektrische lading van de drone is
onvoldoende.
2. Een andere bediening met dezelfde
frequentie veroorzaakt interferenties.
1. Er is geen horizontale correctie.
1. De drone opladen.
2. De batterijen in de bediening
vervangen.
3. De kanalen van de bediening en de
drone instellen zodat ze stabiel zijn.
1. De batterij vervangen.
2. Naar een plaats gaan
zonder
transmissie-interferenties.
1. Een horizontale correctie uitvoeren
zoals wordt uitgelegd in de paragraaf “
correctiefunctie”.
Problemen
Oorzaken
Oplossingen
(NL) Hoofdkenmerken
- 4 assen. Windbestendig. Voor binnen en buiten.
- Rij- en vliegmodus.
- Gyroscoop met 6 assen.
- Modulair ontwerp.
- Draaifunctie van 360º en vliegfunctie door lancering.
Gebruiksaanwijzing
1. Niet geschikt voor kinderen jonger dan 8 jaar.
2. Voor het eerste gebruik: deze handleiding aandachtig doornemen met uw
kind.
3. De kinderen mogen alleen leren vliegen onder toezicht van een volwassene.
4. De drone moet worden gemonteerd onder toezicht van een volwassene.
5. Uw handen, haar en losse kleding uit de buurt van de schroef (rotor)
houden.
6. Niets aan de quadcopter wijzigen of aanpassen!
7. Opgelet! Niet gebruiken als er zich personen, dieren of voorwerpen binnen
het bereik van de drone bevinden.
8. Geen voorwerpen tussen de draaiende rotor steken of gooien.
Veiligheidsnormen
1. De kleine stukken buiten het bereik van kinderen houden.
2. Het vliegtuig heeft een aangepast vermogen. De bedieningshendel
langzaam bewegen wanneer u voor het eerst vliegt om schokken door de
plotselinge stijging van het vliegtuig te voorkomen.
3. Uitzetten na het vliegen.
4. De batterijen niet blootstellen aan hoge temperaturen (vuur of elektrische
verwarmingstoestellen).
5. Het vliegtuig tijdens het vliegen op 2-3 meter van de gebruiker en andere
personen houden om botsingen te voorkomen.
6. De kinderen moeten worden begeleid of vergezeld door een volwassene.
Het vliegtuig altijd binnen uw gezichtsveld houden.
7. De drone uitschakelen en de batterijen uit de afstandsbediening halen na
gebruik.
8. Geen kortsluiting veroorzaken in de voedingsbron.
Onderhoud
1. Een zachte en schone doek gebruiken om de drone schoon te maken.
2. Blootstelling aan de zon vermijden.
3. Niet onderdompelen in water (om schade te voorkomen aan de elektrische
onderdelen).
4. De stekker en de andere accessoires regelmatig controleren. Als de drone
beschadigd is, het gebruik onmiddellijk staken totdat de schade is hersteld.
1. Inhoud
- Quadcopter
- Afstandsbediening 2,4 GHz
- USB-oplaadkabel
- Oplaadbare batterij
- Schroeven (4 stuks)
2. Beschrijving van de bediening
2.1. Antenne
2.2. Waarschuwingslampje
2.3. Bocht van 360º
2.4. Rechterstuurknuppel
2.5. Voorwaartse en achterwaartse instelling
2.6. Verandering van modus: Zijdelingse instelling (Modus 1) / Linkse
draai-instelling (Modus 2)
2.7. LCD-scherm
2.8. Aan/Uit
2.9. Linkse draai-instelling (Modus 1) / Zijdelingse instelling
(Modus 2)
2.10. Linkerstuurknuppel (Versnelling)
2.11. Hoge-lagesnelheidsschakelaar
2.12. Plaatsing van de batterijen in de bediening
3. Besturingspaneel van de bediening
3.1. Zijdelingse vlieginstelling: bij het aanzetten staat deze in de centrale stand.
(Linkse/rechtse draai-instelling in modus 2).
3.2. Voorwaartse/achterwaartse instelling: bij het aanzetten staat deze in de
centrale stand.
3.3. Linkse/rechtse draai-instelling: bij het aanzetten staat deze in de centrale
stand. (Zijdelingse vlieginstelling in modus 2).
3.4. Versnellingsindicator: bij het aanzetten staat deze in de laagste stand.
(Gelijktijdige versnellingsindicatie links en rechts).
3.5. Vooruitindicator: bij het aanzetten staat deze in de laagste stand. (In het
vierkant in het midden).
3.6. Achteruitindicator: bij het aanzetten staat deze in de laagste stand. (In het
vierkant in het midden).
3.7. Indicator van zijdelingse vlucht naar rechts: bij het aanzetten staat deze in
de laagste stand. (In het vierkant in het midden).
3.8. Indicator van zijdelingse vlucht naar links: bij het aanzetten staat deze in
de laagste stand. (In het vierkant in het midden)
3.9. Bocht naar links: als u de linkerhendel naar links duwt, zal de drone snel
naar links draaien.
3.10. Bocht naar rechts: als u de linkerhendel naar rechts duwt, zal de drone
snel naar rechts draaien.
3.11. Hoge/lage snelheid: houd knop "A" enkele seconden ingedrukt om de
snelheid te veranderen (snel/traag). De "H" staat voor hoge snelheid en de "L"
voor lage snelheid.
3.12. Batterij-indicator.
3.13. Standaardmodus bij het aanzetten. Schuif knop "B" naar rechts en zet de
bediening opnieuw aan om modus 2 te activeren: op het LCD-scherm
verschijnt de nieuwe modus. Volg dezelfde stappen om naar modus 1 terug te
keren.
3.14. Signaalindicator: normaal maximumniveau.
4. Bedieningsmodi en -instructies
Volgens het gebruiksniveau van de gebruikers. Knop "B" naar rechts schuiven
en de bediening aanzetten om van modus 1 naar modus 2 over te gaan.
5. MODUS 1
5.1. Omhoog en omlaag
5.2. Vooruit en achteruit
5.3. Bocht naar links en rechts
5.4. Horizontale, zijdelingse vlucht
5.5. Voorwaartse/achterwaartse instelling
5.6. Horizontale, zijdelingse instelling
5.7. Linkse en rechtse draai-instelling
6. MODUS 2
6.1. Hoog/laag zweven
6.2. Vooruit en achteruit vliegen
6.3. Bocht naar links en rechts
6.4. Zijdelingse vlucht
6.5. Voorwaartse/achterwaartse instelling
6.6. Zijdelingse vlieginstelling
6.7. Linkse/rechtse draai-instelling
7. Werking op land
7.1 Vooruit en achteruit
7.2. Links en rechts
8. Klaar om te vliegen!
8.1. De ON/OFF-schakelaar omhoog duwen.
8.2. Het deksel van het batterijvak openen en de batterij in de voedingspoort
plaatsen.
8.3. Het deksel sluiten en de drone omdraaien.
8.4. De versnellingspook in de hoogste en vervolgens in de laagste stand
zetten. Het geluidssignaal geeft aan dat de drone zich in de "preflight"-fase
bevindt.
9. Informatie over de functies
9.1. Beveiliging tegen te lage spanning: wanneer de vier waarschuwingslamp
-
jes aan de voorkant van de drone knipperen, is de batterij bijna leeg. Laat de
drone terugkeren.
9.2. Beveiliging tegen een te hoge spanning: als de rotorbladen van de drone
breken of blokkeren, wordt de beveiliging tegen een te hoge spanning
automatisch geactiveerd.
9.3. Horizontale correctie: de drone horizontaal houden en vervolgens zowel de
linker- als de rechterstuurknuppel ongeveer 2-3 seconden naar de
rechterbenedenhoek duwen: het continu brandende indicatorlampje zal snel
beginnen knipperen. Als het indicatorlampje na 2-3 seconden opnieuw continu
brandt, is de drone correct gereset.
9.4. Bocht van 360º: als u de basiswerking onder de knie heeft, kunt u
indrukwekkende en spannende trucs en kunstjes uitvoeren! Het vliegtuig eerst
op meer dan 3 meter boven de grond laten vliegen, dan op de "Bocht van
360º"-schakelaar drukken aan de achterkant rechts van de zender en aan het
roer draaien (in om het even welke richting) om een bocht van 360 graden te
maken. Tip: werkt beter met een volle batterij.
10. De batterij vervangen
10.1. De drone uitzetten en het deksel van het batterijvak openen.
10.2. De kabel van de batterij uit de voedingspoort halen.
10.3. De USB-kabel verwijderen en de batterijlaadpoort in het kleine uiteinde
van de kabel schuiven. (Ervoor zorgen dat ze goed zijn verbonden).
10.4. De USB-kabel in de USB-poort van een computer steken om de batterij
op te laden. Het waarschuwingslampje brandt tijdens het opladen van de
batterij en gaat uit wanneer de batterij volledig is opgeladen.
Opgelet: de kabel uit de computer verwijderen voordat u de computer uitzet.
Het deksel van het batterijvak opnieuw sluiten.
10.5. De kabel van de batterij opnieuw aansluiten op de voedingspoort en het
deksel sluiten.
Laadtijd: ongeveer 100 minuten — Vliegtijd: ongeveer 5 minuten!
Voorzorgsmaatregelen tijdens het opladen:
1. De drone op een droge en geventileerde plaats zetten en uit de buurt
houden van warmtebronnen en explosieve stoffen.
2. De batterij uit de drone halen. Het opladen moet onder toezicht van een
volwassene gebeuren.
3. Voordat u de batterij oplaadt, moet u de batterij laten afkoelen na de vlucht.
De batterij kan immers opzwellen en brand veroorzaken.
4. De meegeleverde USB-kabel gebruiken. De batterij vervangen als deze
lange tijd werd gebruikt of opgezwollen is.
5. Als een batterij lange tijd niet wordt gebruikt, gaat er automatisch energie
verloren.
De batterij te vaak op- en ontladen kan de levensduur verkorten.
11. Onderhoud
12. Afmetingen en gegevens
Oplaadbare batterij: 3,7 V 600 mAh
Code van de hoofdmotor: ∮8X4
Содержание 82155
Страница 1: ...flycar...
Страница 2: ...1 3 4 2 2 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 2 9 2 10 2 11 2 12 A B 1...
Страница 3: ...5 6 5 1 5 2 5 3 5 5 5 6 5 7 5 4 6 1 6 2 6 3 6 5 6 6 6 7 6 4 2...
Страница 4: ...7 8 9 3M 7 1 9 1 9 2 9 3 9 4 7 2 8 1 8 2 8 3 8 4 3...
Страница 5: ...10 215mm 180mm 180mm 65mm 10 1 10 2 10 3 10 5 10 4 4...
Страница 22: ...1 2 3 4 USB 5 11 1 2 3 1 2 3 1 2 1 2 1 1 12 7 3 600 8X4 21...
Страница 26: ...1 2 3 1 2 1 1 2 3 1 2 1 100 5 1 2 3 4 USB 5 11 12 3 7V 600mAh 8X4...