- 65
-
MONTAGE EN INSTALLATIE (Dealer)
Voor zover dit niet uitdrukkelijk aangegeven wordt, dient in elk land de lokale wetgeving opgevolgd te worden. Raadpleeg in Italië
de norm UNI 10683/2005 alsmede aan de regionale indicaties of de lokale ASL. In het geval van de installatie in condominium of
in huizen van medehuiseigenaren vraag een prijsopgave aan bij de beheerder.
CONTROLE VOOR DE COMPATIBILITEIT MET ANDERE INSTALLATIES
De kachel mag NIET in dezelfde ruimte met verwijderaars, gasapparaten van het type A en B en andere installaties die voor de-
pressie in de ruimte zorgen wordne geïnstalleerd (referentie UNI 10683/2005).
CONTROLE ELEKTRISCHE AANSLUITING
(de stekker op een toegankelijke plaats aanbrengen)
De kachel is uitgerust met een elektrische voedingskabel die op een stopcontact voor 230V 50Hz, het liefst met een
magnetothermosche schakelaar, aan te sluiten is. Spanningswisselingen met meer dan 10% kunnen de kachel negatief beïnvloeden
(als deze niet aanwezig is dient een passende differentieelschakelaar te worden voorzien). De elektrische installatie dient met de
normen overeen te komen, controleer met name de efficiëntie van het aardecircuit. De voedingslijn dient een geschikte doorsnede
voor het vermogen van het apparaat te hebben.
Edilkamin acht zich niet verantwoordelijk voor storingen in de functionering als gevolg van een slecht functionerend aardecircuit.
AFSTANDEN VOOR VEILIGHEID VOOR BRANDBESTRIJDING EN PLAATSING
(Afb. 3 pag.66)
Voor de correcte functionering dient de kachel in een bel te worden
geplaatst. Controleer de draagcapaciteit van de vloer.
De kachel dient in overeenstemming met de volgende veiligheidsomstandigheden te worden geïnstalleerd:
- Minimum afstand aan de zijkanten en achterkant van 40 cm van redelijk ontvlambare materialen.
- Voor de kachel mogen geen licht ontvlambare materialen op een afstand van minder dan 80 cm worden geplaatst.
- Als de kachel geïnstalleerd is op een ontvlambare bodem dient een plaat van warmte isolerend materiaal aangebracht te worden
die minstens 20 cm aan de zijkanten en 40 aan de voorkant uitsteekt.
Als het niet mogelijk is om in de hierboven aangegeven afstanden te voorzien is het noodzakelijk technische en bouwkundige
maatregelen te nemen om elk gevaar voor brand te voorkomen.
In het geval van de aansluiting op een houten wand of een wand van ander ontvlambaar materiaal is het noodzakelijk de afvoerbu-
is voor rook met keramiek fiber of ander materiaal met dezelfde eigenschappen te isoleren.
LUCHTOPENING
Het is noodzakelijk dat de ruimte waar de kachel geplaatst wordt voorzien is van een luchtopening met een doorsnede van min-
stens 80 cm2 die het herstel van de verbruikte lucht voor de ontbranding garandeert.
Het is echter ook mogelijk om de lucht voor de kachel direct van buitenaf op te nemen door middel van een stalen verlengstuk
van de buis met een doorsnede van 4 cm. In dit geval kunnen er zich problemen als gevolg van condens voordoen en dus is het
noodzakelijk de luchtinvoer met een net met een vrije doorsnede van minstens 12 cm2 te beschermen. De buis dient een lengte
van minder dan 1 meter te hebben en mag geen bochten bevatten.
De buis dient vervolgens te eindigen met een stuk op 90° graden naar beneden gekeerd of voorzien van een bescherming tegen de
wind.
ROOKAFVOER
Het afvoersysteem dient alleen voor de kachel te fungeren (het gebruik van de afvoer op de algemene schoorsteen voor andere
apparaten is niet toegestaan).
De rookafvoer vindt plaats door middel van een buis met een doorsnede van 8 cm dat op de achterkant aangebracht is.
Een T met een verzameldop voor de condens is aan het begin van het verticale stuk voorzien.
De rookafvoer van de kachel dient met buiten verbonden te zijn door middel van stalen of zwarte buizen (resistent tot 450°C)
zonder obstructies.
De buis dient hermetisch afgedicht te zijn. Voor het vastzetten van de buizen en de eventuele isolatie hiervan is het noodzakelijk
materialen resistent tot minstens 300°C (siliconen of mastiek voor hoge temperaturen) te gebruiken.
Het enige horizontale deel mag tot 2 m lang zijn. Er zijn maximaal drie hoeken van 90° toegestaan.
Het is noodzakelijk (als de afvoer niet naar een schoorsteen loopt) een verticaal stuk en een terminal ter bescherming tegen wind
(referentie UNI 10683/2005) te installeren. De verticale afvoer mag zowel intern als extern worden geïnstalleerd. Als het rookka-
naal extern geïnstalleerd wordt dient deze geïsoleerd te worden.
Als het rookkanaal naar een schoorsteen loopt dient deze voor vaste brandstoffen goedgekeurd te zijn en als deze groter dan 150
mm doorsnede is, is het noodzakelijk de schoorsteen te saneren door een buis aan te leggen en de afvoer ter hoogte van het bakste-
nen gedeelte te worden afgesloten.
De verschillende delen van het rookkanaal dienen allemaal te kunnen worden gecontroleerd. In het geval dat het rookkanaal vast
is dient deze openingen voor de controle en de reiniging te bevatten.
De mogelijke installaties worden weergegeven in de afbeeldingen 1op 2 pag. 66.
NEDERLANDS
Содержание LITTLE
Страница 7: ...7 ITALIANO MISURE...
Страница 19: ...19 ENGLISH MEASUREMENTS...
Страница 31: ...31 FRAN AIS MESURES...
Страница 43: ...43 ESPA OL MEDIDAS...
Страница 55: ...55 DEUTSCH MASSE...
Страница 67: ...67 AFMETINGEN NEDERLANDS...
Страница 77: ...77 644840 12 10 B...