Inogen IO-501, Руководство пользователя

Страница: 96 / 356

©2022 Inogen, Inc. Alle rechten voorbehouden. Pagina 96 van 356 96-12100-01-01-A
15.2 PULSE VOLUME FLOW INSTELLINGEN*
Inogen Rove 6 impulsvolumes per flowinstelling
(mL/adem
±
15% volgens ISO 80601-2-67)
ADEMHALINGEN PER
MINUUT
1 2 3 4 5 6
10 21.6 43.4 65.7 85.8 104.5 123.1
15
14.2 29.2 43.3 56.7 69.2 82.1
20
10.9 22.1 32.9 43.2 52.9 62.4
25
8.9 17.5 26.7 35.0 42.9 50.7
30
7.4 14.8 22.0 29.3 36.0 42.6
35
6.3 12.8 18.8 25.0 30.4 36.7
40
5.4 11.3 16.6 21.7 26.5 31.6
TOTAAL VOLUME PER
MINUUT (ml/min)
210 420 630 840 1050 1260
15.3 INFORMATIE OVER ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
WAARSCHUWING!
Risico op overlijden, letsel of schade
• Het gebruik van andere accessoires, transducers en kabels dan die welke door de fabrikant van deze apparatuur zijn
gespecificeerd of geleverd, kan leiden tot verhoogde elektromagnetische emissies of verminderde elektromagnetische
immuniteit van deze apparatuur en een onjuiste werking tot gevolg hebben.
• Vermijd blootstelling aan bekende bronnen van EMI (elektromagnetische interferentie) zoals diathermie, lithotripsie,
elektrocauterisatie, RFID (Radio Frequency Identification) en elektromagnetische beveiligingssystemen zoals anti-
diefstal/elektronische artikelbewakingssystemen, metaaldetectoren. Merk op dat de aanwezigheid van RFID-apparaten
niet altijd duidelijk is. Indien een dergelijke interferentie wordt vermoed, verplaats dan de apparatuur, indien mogelijk,
om de afstanden te maximaliseren.
• Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur zoals antennekabels en externe antennes) mag niet
dichter dan 30 cm bij enig onderdeel van het apparaat worden gebruikt, inclusief de door de fabrikant gespecificeerde
kabels. Anders kunnen de prestaties van deze apparatuur verslechteren.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt naast of gestapeld met andere apparatuur. Als het apparaat naast of boven
elkaar moet worden gebruikt, moet de normale werking ervan worden gecontroleerd. Als de werking niet normaal is,
moet het apparaat of de andere apparatuur worden verplaatst.
Medische elektrische apparatuur moet worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de EMC-informatie in deze handleiding.
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de EMC-limieten van IEC 60601-1-2. Deze grenzen zijn
bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen elektromagnetische interferentie in een typische thuisomgeving.
Deze concentrator bevat zendermodule IC: 2417C-BX31A. Bevat FCC ID: N7NBX31A. Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de
FCC-regels. Werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking
kan veroorzaken.