Inogen IO-501, Руководство пользователя

Страница: 60 / 356

©2022 Inogen, Inc. Alle rechten voorbehouden. Pagina 60 van 356 96-12100-01-01-A
5. PRODUCTBESCHRIJVING
Het Inogen Rove 6 draagbare zuurstofconcentratiesysteem kan de volgende accessoires bevatten:
Wisselstroomvoedingssnoer, gelijkstroomvoedingssnoer, oplaadbare batterij en draagtas.
5.1 SCHEMATISCHE BESCHRIJVING
Deze sectie is bedoeld om u vertrouwd te maken met de onderdelen en de interface van het apparaat. Voer geen handelingen
op of met uw POC uit voordat u Hoofdstuk 7, Inogen Rove 6 BEDIENEN, hebt gelezen.
Item Beschrijving Functie
1
Aan/uit-knop
• Door deze knoppen ingedrukt te houden wordt het apparaat in- en uitgeschakeld. Probeer dit
NIET onder nadat u Sectie 7, Bediening van Inogen Rove 6 heeft gelezen.
2 Regelknoppen voor de
flowinstelling • Gebruik de toetsen - of + voor de stroominstelling om de instelling te wijzigen.
• Er zijn zes instellingen, van 1 tot 6.
3
Regelknoppen voor het
volume • Door op deze knop te drukken wijzigt het volumeniveau, van 1 tot 4.
4 Bel knop • Als u op deze knop drukt, wordt het geluidsalarm van het apparaat dat geen ademhaling
detecteert in- en uitgeschakeld.
º
Wanneer deze modus is ingeschakeld : Het apparaat zal alarm slaan met hoorbare en
visuele signalen wanneer gedurende 60 seconden geen ademhaling is gedetecteerd. Na
60 seconden schakelt het apparaat over naar de automatische pulsatiemodus. Als er een
andere ademhaling wordt waargenomen, verlaat het apparaat de automatische pulsmodus
en levert het normaal bij ademhaling.
º
Deze modus is ingeschakeld wanneer er een bel in de linkerbovenhoek van het display
staat. Als de stroom uitvalt, blijft het akoestische ademhalingsdetectie-alert ingesteld in de
voorkeursmodus van de gebruiker.
5
Scherm
• Het scherm toont informatie over de status van het apparaat, zoals stroominstelling,
stroomstatus, levensduur van de batterij en alarmen.
• Verwijder vóór gebruik het FCC-etiket dat met statische elektriciteit aan het scherm bevestigd
is.
6
Verklikkers • Geen ademhaling detectie: Een groen lampje geeft ademhalingsdetectie aan.
• Signaal/Alarm LED: Een geel lampje duidt op een verandering in de bedieningsstatus of een
toestand die een reactie vereist (alarm).
• Een knipperend lampje heeft een hogere prioriteit dan een niet-knipperend lampje.
7
Akoestische signalen
• Een akoestisch signaal (pieptoon) duidt op een verandering in de werkstatus of een conditie
die een reactie vereist (alarm).
• Snel herhaalde pieptonen duiden op toestanden met hogere prioriteit.