Inogen IO-501, Руководство пользователя

Страница: 64 / 356

©2022 Inogen, Inc. Alle rechten voorbehouden. Pagina 64 van 356 96-12100-01-01-A
6.2.3 HET OPLADEN VAN DE BATTERIJEN
De concentrator zal de batterij opladen telkens als de batterij geïnstalleerd is en het apparaat verbonden is met een externe-
wisselstroom of gelijkstroombron (behalve in een vliegtuig). U zult weten dat de batterij aan het opladen is wanneer het
batterij pictogram op het scherm van het apparaat een bliksemschicht heeft die er doorheen gaat zoals afgebeeld:
De batterij is volledig opgeladen en laadt op
indien nodig om zijn lading te behouden. De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 98%
De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 89% De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 79%
De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 69% De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 59%
De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 49% De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 39%
De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 29% De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 19%
De batterij is aan het opladen met een
oplaadniveau van minder dan 10% Het apparaat werkt met een externe stroombron
zonder batterij, of de externe stroombron is
onvoldoende om de batterij op te laden.
Wanneer u begint met het opladen van een volledig lege batterij, kan het laadproces gedurende de eerste minuten starten en
stoppen. Dit is normaal.
Als het apparaat langer aangekoppeld blijft dan de volledige oplaadtijd, zal dit geen schade aan het apparaat of de batterij
veroorzaken. Als u meerdere batterijen gebruikt, zorg er dan voor dat elke batterij een etiket heeft (1, 2, 3 of A, B, C, enz.) en
wissel op regelmatige basis af.
6.2.4 LEVENSDUUR EN ONDERHOUD VAN DE BATTERIJ
De batterijen van het apparaat zijn ontworpen om 500 laad/ontlaad cycli mee te gaan. Om de looptijd van uw batterij te
verlengen:
• Gebruiken beter niet langdurig bij temperaturen onder 5 °C (41 °F) of boven 35 °C (95 °F).
• Bewaren op een koele, droge plaats met een lading van minstens 40-50%.
• Houd vloeistoffen uit de buurt van batterijen. Als batterijen nat worden, stopt u onmiddellijk het gebruik en werpt u de
batterijen op de juiste wijze weg.
Batterijen moeten minstens om de 90 dagen volledig worden opgeladen en tot 0% worden ontladen om een maximale
levensduur te behouden.