4.2 Installatie resp. montage
1) Verwijder al het verpakkingsmateriaal. Er mogen
geen verpakkingsresten aan de rookblaasmond
blijven hangen.
2) Plaats het apparaat op een horizontaal oppervlak,
zodat er geen vloeistof kan wegvloeien.
De rookmachine kan ook hangend worden
gemonteerd. Bevestig het apparaat met een hou-
der voor lichtbundelapparatuur resp. een stabiele
montageschroef met de beugel (1) op de gewenste
plaats (b. v. aan de dwarsstang van lichtbundelap-
paratuur). Om de uitlijning van het apparaat licht te
corrigeren, draait u de twee knevelschroeven (4)
aan de beugel los. Kantel het apparaat een beetje
(de hellingshoek mag niet meer dan 15° bedragen!)
en haal de schroeven opnieuw aan.
4.3 Bediening
1) De rookmachine moet over voldoende rookvloei-
stof beschikken. Controleer het vloeistofpeilglas (8)
en vul eventueel de tank bij met rookvloeistof – zie
hoofdstuk 4.1.
2) Plug de aansluitstekker (11) van de afstandsbedie-
ning in de jack (2) van de rookmachine.
3) Sluit het apparaat via het netsnoer (5) aan op een
stopcontact (230 V~/50 Hz) en schakel in met de
POWER-schakelaar (7) [de schakelaar licht op tij-
dens het gebruik]. De rookmachine warmt gedu-
rende 4 minuten op. Pas dan kan er rook uitgebla-
zen worden.
4) Zodra de LED (9) op de afstandsbediening oplicht,
is de opwarmfase beëindigd en kan de rook worden
uitgeblazen. Houd hiervoor de toets (10) op de
afstandsbediening ingedrukt. Zolang u de toets
ingedrukt houdt, wordt de rook uitgeblazen.
Opgelet! Nadruppelende vloeistof kan ervoor zor-
gen, dat het apparaat ook na loslaten
van de toets nog wat rook uitblaast.
5) Er kan ononderbroken rook worden uitgeblazen tot
de LED (9) uitgaat. Dan moet het apparaat opnieuw
opwarmen. Tijdens de opwarmingsfase kan er
geen rook geblazen worden. Ook wanneer er geen
rook uitgeblazen wordt, moet het apparaat regel-
matig opnieuw opwarmen.
6) Schakel het apparaat na gebruik uit met de schake-
laar (7) [de LED van de schakelaar gaat uit]; indien
u het apparaat langere tijd niet gebruikt, trek dan de
stekker van het netsnoer (5) uit het stopcontact.
Opgelet! Nadruppelende vloeistof kan ervoor zor-
gen, dat het apparaat ook een tijdje nadat
het is uitgeschakeld, nog wat rook uit-
blaast.
7) Laat het apparaat eerst afkoelen en maak de tank
volledig leeg, alvorens het apparaat te transporte-
ren!
5
Onderhoud
Gebruik voor de reiniging van de buitenzijde enkel een
droge, zachte doek; gebruik in geen geval chemicaliën
of water, die in het apparaat terecht kunnen komen.
Rookmachines zijn omwille van de dikvloeibare
rookvloeistof en de hoge verdampingstemperatuur
vatbaar voor verstoppingen. Het is daarom aanbevo-
len na ca. 40 bedrijfsuren een reinigingsvloeistof op
basis van 80 % gedistilleerd water en 20 % azijn door
het apparaat te laten lopen.
1) Schakel de rookmachine uit en trek de stekker van
het netsnoer (5) uit het stopcontact.
2) Tap de tank volledig af.
3) Verwijder afzettingen op de rookblaasmond met
azijn (Opgelet: De straalmond wordt tijdens het
gebruik zeer warm en moet na gebruik eerst vol-
doende afkoelen!).
4) Vul de tank met de vermelde reinigingsvloeistof.
5) Stel de rookmachine best zo op dat de rook door
een geopend venster of een deur naar buiten kan
stromen. Gebruik het apparaat met de reinigings-
vloeistof tot de tank leeg is.
6
Technische gegevens
Verwarmingsvermogen: 400 W
Opwarmingstijd na
ingebruikneming: . . . . . . ca. 4 min
Tankinhoud: . . . . . . . . . . 0,25 l
Rookdebiet: . . . . . . . . . . ca. 40 m
3
per min
Voedingsspanning: . . . . 230 V~/50 Hz/410 VA
Omgevingstemp.: . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen, gewicht: . . . 160 x 105 x 240 mm, 2,1 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Wijzigingen voorbehouden.
Gebruik de rookmachine nooit zonder rookvloei-
stof. Er bestaat brandgevaar door oververhitting.
Bovendien kan het apparaat schade oplopen. Houd
het vloeistofpeilglas (8) steeds in het oog.
Let bij ingebruikname eveneens op het volgende:
●
Om te vermijden dat het apparaat oververhit ge-
raakt, moet de plaats van installatie resp. montage
zorgvuldig worden geselecteerd, zodat tijdens het
gebruik voldoende ventilatie is gegarandeerd. Zorg
dat de ventilatieopeningen van de behuizing niet
zijn afgedekt (b. v. door gordijnen). Zorg dat een
minimumafstand van 20 cm tot andere voorwerpen
wordt gerespecteerd.
●
Tijdens het gebruik wordt de rookblaasmond zeer
warm. Raak hem niet aan en zorg dat er voldoende
afstand is (ten minste 50 cm) tot licht ontvlambare
of warmtegevoelige materialen.
●
Stel het apparaat zo op, dat de hete rook niet recht-
streeks op personen geblazen wordt – gevaar voor
brandwonden!
NL
B
15
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor MONACOR
®
INTERNATIONAL GmbH & Co. KG.
Reproductie voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzondering – is niet toegestaan.