jfas (R). Span de dopmoer (S) krachtig vast met de haak- en
dubbele steeksleutel.
Voor het monteren van de roerorganen (T) houdt u de afdrijfas /
precisie-as vast met een steeksleutel. Het roerorgaan wordt met
een tweede steeksleutel op de hiervoor bestemde vlakken op
het roerorgaan stevig aangehaald.
Controleer telkens voor de inbedrijfname en met regel-
matige tussenpozen of het roerwerktuig goed vastzit.
Roerwerktuigen mogen alleen worden verwisseld als
ze stilstaan en de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Bevestiging van de roerasbescherming
Montage-afbeelding zie
(Fig. 15)
Gebruik tijdens het werken met het apparaat een roerasbescher-
ming (O) (b.v. R301) als bescherming tegen verwondingen.
Met de schroef (P) worden de halve kunststofelementen aan het
roerapparaat (N) bevestigd, zoals weergegeven op afbeelding 15.
Met de schroef (Q) kan de roerasbescherming van lengte veran-
derd worden.
Controleer telkens voor de inbedrijfname en met regel-
matige tussenpozen of de roerasbescherming goed
vastzit. De positie van de roerasbescherming mag
alleen worden veranderd als hij stilstaat en de stekker
uit het stopcontact is gehaald.
Check whether the voltage given on the type plate corresponds
Controleer of de op het identificatieplaatje aangegeven spanning over-
eenkomt met de netspanning. Het gebruikte contact moet van het
geaarde type zijn (aardingscontact). Is dat het geval, dan is het toestel
na aansluiting van de stekker bedrijfsklaar. Zo niet, dan is het veilige
gebruik niet gegarandeerd of kan het toestel beschadigd worden.
Na het inschakelen van de netschakelaar (D) in positie “I” voert het
toestel een zelftest uit. Bij toestellen met LCD-display (A) wordt dit
aangegeven met het knipperen van alle segmenten. Na de zelftest,
die enkele seconden in beslag neemt, begint de aangedreven as te
EUSTAR0707
61
draaien. Een groen controlelampje (E) geeft de bedrijfstoestand aan:
“AAN”.
Bij de ingebruikname van het toestel begint de aangedreven as te
draaien aan het recentst ingestelde toerental. Controleer dan ook
vóór het inschakelen de positie van de draaiknop. Controleer ook of
het ingestelde toerental geen probleem vormt voor de gekozen pro-
efopstelling. Bij twijfel moet u de toerentalknop (B) op het minimale
toerental instellen (linker aanslag).
Spanklauw en aangedreven as maken het gebruik en het doorste-
ken van alle in de handel gebruikelijke roertoestellen mogelijk, met
een diameter tot 10 mm. De opening in de bovenkant van de behui-
zing is afgesloten met een rubbermembraan met spleet. Het is dan
ook mogelijk om roerstangen, bijv. bij de verwisseling van recipiënt,
via de bovenkant van de behuizing naar buiten te trekken.
Wanneer het - afhankelijk van de opstelling van de apparatuur -
nodig blijkt om het stanguiteinde tijdens het draaien in de bovenkant
van de behuizing te laten uitsteken, moet het rubbermembraan ver-
wijderd worden. In plaats hiervan moet een in optie verkrijgbare
roerasafdekking op het behuizing gezet worden. Wanneer de roera-
safdekking weer wordt verwijderd, moet het rubbermembraan
opnieuw in de opening van de behuizing gedrukt worden, zodat
deze afgesloten is. Alleen op deze wijze is veilig werken gegaran-
deerd en wordt het indringen van media in het toestel voorkomen.
Zie ook de paragraaf “Veiligheidsinstructies”
Het apparaat werkt onderhoudsvrij.
Reiniging
Gebruik uitsluitend de door IKA aanbevolen reinigingsmiddelen.
Aangedreven as
Onderhoud
Inschakelen toestel
2551100a_Eurostar_072007:RET contr visc_04 16.07.2007 11:05 Uhr Seite 61