60
NL
NL
8
- ONDERHOUD EN REINIGING
Opgelet!
Schakel de grasmaaier – tractor uit en
verwijder de contactsleutel vooraleer een
onderhouds- of reinigingsbewerking uit te voeren.
Wacht tot de motor afgekoeld is vooraleer met de
reinigingsbewerkingen te beginnen.
Voor alle uit te voeren onderhoudsbewerkingen op de motor,
betrek u op de gebruiksaanwijzingen meegeleverd door de
fabrikant.
Opgelet!
Draag beschermhandschoenen om de
onderhoudsbewerkingen uit te voeren, zodat ieder
verwondingtype vermeden kan worden.
8.1. REINIGING VAN DE ONDERCARROSSERIE
Op de carter van de maaiplaat zijn twee verbindingen
voorzien voor de reiniging van de ondercarrosserie van de
plaat zelf.
Nadat de motor uitgeschakeld werd en de parkeerrem
ingeschakeld is, de verbinding (18) voorzien op de
carrosserie aan de kraan van het waternet aansluiten (fig.
8.1)
Open de kraan en start de motor (fig. 8.2) volgens de
beschreven startprocedures in het voorafgaande hoofdstuk.
Start de messen door de hendel (10) te verplaatsen en laat ze
gedurende enkel minuten functioneren tot ze gereinigd zijn.
Sluit de kraan van het waternet en herhaal dezelfde
reinigingsbewerkingen door zich aan de andere verbinding
aan te sluiten.
8.2. BRANDSTOFTOEVOER
Opgelet!
Vooraleer met de
brandstoftoevoerbewerkingen te beginnen schakel
de motor uit en verwijder de contactsleutel.
Verwijder de brandstofdop (15) en giet LOODVRIJE BENZINE
uit de jerrycan in de benzinetank. Gebruik voor deze
bewerking enkel jerrycans in overeenstemming met de
wettelijke richtlijnen.
Belangrijk! De brandstoftoevoer mag enkel aan de open lucht
en met koude motor uitgevoerd worden.
Vul de tank niet volledig en eventueel bij uitlopen van de
benzine, reinig de vervuilde zone.
ROOK NOOIT GEDURENDE DE BRANDSTOFTOEVOER
Voer de toevoerbewerkingen met de tractor vast op de grond
uit, zodat op deze manier de verspreiding van eventuele
elektrostatische ontladingen bevorderd worden.
8.3. OLIEPEIL
Controleer bij ieder gebruik het oliepeil (fig. 8.4.) door de
dop af te schroeven en de gegradueerde staaf te controleren.
Vul met olie tot het bereiken van het optimale peil (fig. 8,5)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen voor de motor,
meegeleverd door de fabrikant vooraleer verdere
onderhoudsbewerkingen uit te voeren (olieverversing, te
gebruiken olietype, vervanging van de filter,enz.)
8.4. AFSTELLING VAN DE STUURBESTURINGSKABELS
Indien noodzakelijk kan de speling van het stuur afgesteld
worden door op de afstelschroeven van de kabels te
handelen.
We raadplegen de voorste afstelschroeven aan dezelfde
afstelling te brengen (fig. 8.6) om een nauwkeurige afstelling
uit te voeren en zodoende op de twee achterste schroeven te
handelen om de speling terug te krijgen en de twee
contramoeren (fig. xx) los te schroeven. Na uitgevoerde
bewerking, trek opnieuw de twee contramoeren aan.
Opgelet!
De afstellingen dienen in dezelfde positie
uitgevoerd te worden, zodat de teruggekregen
speling dezelfde is, zowel bij het draaien naar rechts
of naar links.
8.5. TOESPOORAFSTELLING VAN DE ACHTERWIELEN.
De ingreep voor het herstellen van de toespoor kan enkel op
de achterwielen uitgevoerd worden.
Plaats de tractor op een vlakke oppervlakte en voeg de
parkeerrem in, schakel vervolgens de motor uit en verwijder
de contactsleutel.
Plaats het stuur op zulke wijze om de 2 voorste wielen met de
achterste wielen in de lengte op een rechte lijn te zetten.
Ga naar het achterste deel van de tractor, verwijder het
achterste beveiligingsrooster en deblokkeer de twee
contramoeren (fig. 8.8).
Stel de twee besturingsarmen af door de afstand tussen de
twee steunpunten te verlengen of te verkorten zodat, zoals
aangeduid in fig. 8.8, de voorste en achterste wielen perfect
op één rechte lijn staan en observeer vooral het perfecte
parallellisme tussen de wielen.
NB:
De lengte van de twee armen moet gelijk zijn.
8.6. ONDERHOUD VAN DE BATTERIJ
Hou steeds de batterij geladen en in goede
reinigingscondities. Indien de terminalklemmen van de batterij
corrosieve tekens vertonen, reinig deze met een oplossing van
4/4 water en 1/1 zuiveringszout. Smeer de terminals van de
batterij lichtjes in, om corrosie te voorkomen.
De gemonteerde batterij heeft de volgende kenmerken:
- 12 V
- 17 a/h
Содержание Vision IB-VAC15C4H
Страница 4: ...E Fig 5 2 Fig 6 1 Fig 6 2 Fig 6 3 Fig 7 1 4 1 2 3 4 mm 33 mm 45 mm 58 mm 70 A B ...
Страница 5: ...5 Fig 7 2 Fig 7 3 Fig 7 4 Fig 7 5 Fig 7 6 Fig 7 7 ...
Страница 6: ...6 Fig 7 8 Fig 8 1 Fig 8 2 15 Fig 8 3 Fig 8 4 Fig 8 5 ...
Страница 8: ...8 Fig 8 10 Fig 8 11 70 Nm Fig 8 12 Fig 8 13 Fig 8 14 Fig 8 15 ...
Страница 68: ...68 MONTAGGIO VOLANTE STEERING WHEEL ASSEMBLY MONTAGE VOLANT MONTAGE DES STEUERRADS MONTAGE STUUR ...