
nEDlErlanDS | 47
5.3. Elektrisch systeem
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom bestaat le-
vensgevaar! Alle pompen met vrije kabeluiteinden
moeten door een elektricien worden aangesloten.
Voor de inbedrijfstelling moet een vakman controle-
ren of de vereiste elektrische voorzorgsmaatregelen
aanwezig zijn. Aarding, aarding van de neutrale lei-
ding, scheidingstransformator en aardlekschakelaar
moeten voldoen aan de voorschriften van het verant-
woordelijke elektriciteitsbedrijf.
De in de Technische gegevens vermelde spanning
moet overeenkomen met de aanwezige netspanning.
Controleer of de elektrische steekverbindingen in het
overstromingsveilige bereik liggen of beschermd zijn
tegen vocht. Netaansluitkabel en stekker moeten
voor gebruik op beschadiging worden gecontroleerd.
Het uiteinde van de aansluitkabel mag niet in water
worden ondergedompeld, omdat er anders water in
de motoraansluitruimte kan komen.
De elektrische aansluiting moet in overeenstemming met
de plaatselijke voorschriften van het energiebedrijf of de
Duitse VDE worden uitgevoerd. De voedingsspanning
en de frequentie zijn te vinden op het typeplaatje van de
pomp en het schakeltoestel. De spanningstolerantie moet
in het 6% tot - 10% van de netspanning liggen. Er
moet op worden gelet dat de op de typeplaatjes vermelde
gegevens overeenkomen met de aanwezige stroomvoor-
ziening. Voor de opvoerinstallaties is geen verdere motor-
beveiliging nodig. Het apparaat wordt met de randaarde-
stekker aangesloten op het stroomnet.
5.4. Inbedrijfstelling
De pomp nooit langere tijd droog laten lopen (overhit-
tingsgevaar).
Steek de netstekker in een geaarde contactdoos, de op-
voerinstallatie is nu bedrijfsklaar. De pomp begint te wer-
ken zodra de waterstand in het verzamelreservoir het
inschakelniveau heeft bereikt. Als het peil het uitschakel-
niveau bereikt, wordt de pomp uitgeschakeld.
6. Onderhoud
6.1. Algemeen
De complete installatie moet regelmatig worden gecon-
troleerd en onderhouden.
De volgende punten moeten worden nageleefd:
•
Er mogen alleen onderhoudswerkzaamheden en
-maatregelen worden uitgevoerd die hier worden ver-
meld.
•
Alle onderhouds-, inspectie- en reinigingswerkzaam-
heden aan de machine en de installatie moeten met
grote zorgvuldigheid, op een veilige werkplek en door
geschoold vak personeel worden uitgevoerd. De be-
nodigde persoonlijke beschermingsmiddelen moeten
worden gedragen. De machine moet voor alle werk-
zaamheden van het stroomnet worden gescheiden.
Een onbedoelde inschakeling moet worden verhin-
derd.
•
Elektrische werkzaamheden aan de machine en de
installatie moeten door een vakman worden uitge-
voerd.
•
Bij toepassing van licht ontvlambare oplos- en reini-
gingsmiddelen is open vuur, open licht en roken ver-
boden.
•
Controleer of het benodigde gereedschap en materi-
aal beschikbaar is. Orde en reinheid garanderen veilig
en probleemloos werken aan de machine. Verwijder
na de werkzaamheden gebruikt poetsmateriaal en
gereedschap van de machine. Bewaar alle materialen
en gereedschappen op de daarvoor bestemde plaats.
Een testloop of een functietest van de machine mag al-
leen onder de algemene bedrijfsvoorwaarden plaats-
vinden!
6.2. Onderhoudstermijnen
Halfjaarlijks:
•
Visuele controle van de stroomtoevoerkabels
•
Reservoir reinigen
6.3. Onderhoudswerkzaamheden
Visuele controle van de stroomtoevoerkabels
De stroomtoevoerkabels moeten worden gecontroleerd
op luchtbellen, scheuren, krassen, schuurplekken en/of
knelpunten. Bij vaststelling van schade moet de bescha-
digde stroomtoevoerkabel onmiddellijk worden vervan-
gen.
De kabels mogen alleen door de fabrikant of een ge-
autoriseerde of gecertificeerde servicewerkplaats wor-
den vervangen. De machine mag pas weer in bedrijf
worden gesteld als de schade vakkundig is verholpen!
Содержание San.iQ cut V
Страница 50: ...50 Notizen Notes...