62 | nEDErlanDS
6.2. Onderhoud
Het is absoluut noodzakelijke een onderhoudslijst bij te
houden, om altijd op de hoogte te zijn van de toestand van
het dompelroerwerk. Deze lijst moet op verzoek worden
getoond aan de beroepsvereniging, de keuringsinstituten
en de fabrikant van de installatie of het roerwerk.
Voor een volledige aanspraak op garantie is een jaarlijkse
controle van het roerwerk door de fabrikant van de instal-
latie of het roerwerk vereist.
6.2.1. Algemeen (maandelijks of om de 500 bedrijfsuren)
Het roerwerk schoonhouden (anders wordt de koeling na-
delig beïnvloed). Opgehoopte verontreinigingen moeten
van het roerwerk worden verwijderd. De aansluitkabel
moet worden onderzocht op schuurplekken, trekpunten,
knikken en andere beschadigingen. Is de kabel bescha-
digd, dan bestaat het risico dat er roermedium in het roer-
werk terechtkomt en schade veroorzaakt.
Een defecte kabel moet onmiddellijk worden vervangen
door de fabrikant of een geautoriseerde vakwerkplaats.
Het roerwerk moet worden gecontroleerd op beschadi-
ging van de anticorrosiecoating en op ondichtheid.
6.2.2. Elektromotor
Het stroomverbruik op alle drie de fasen moet maande-
lijks worden gecontroleerd. Aan de hand van het stroom-
verbruik kunnen beschadigingen van motor, overbrenging
en lagering worden herkend.
Smering:
De wentellagers zijn voorzien van een levens-
duursmering (bij geluidsontwikkeling moeten de lagers in
de fabriek worden vervangen. De olie in de oliesperkamer
moet na elke 6.000 bedrijfsuren worden ververst.
Olietoestand:
Roerwerk horizontaal leggen, zodat een
van de oliekamerschroeven zich bovenaan bevindt. De
schroef verwijderen en een klein beetje olie aftappen. Als
de olie troebel of melkachtig is, wijst dit op een bescha-
digde asafdichting. In dat geval moet de toestand van de
asafdichtingen door een HOMA-vakwerkplaats of de fa-
brieksklantenservice worden gecontroleerd. Ontbrekende
hoeveelheden aanvullen.
Isolatiemeting:
Is de isolatieweerstand kleiner dan 2 me-
gaohm, dan mag het dompelroerwerk niet meer worden
ingeschakeld. (Meetgelijkspanning 1500 Volt)
6.2.3. Roerpropeller
Controle: Roerpropeller periodiek controleren. Toevallig
verzamelde verontreinigingen zoals bindtouw, snoeren
etc. verwijderen. Deze kunnen leiden tot een onrustige
loop en daardoor tot sterke schokken van de installatie
en schade aan componenten van het roerwerk. Bij zeer
onrustige loop moet de roerpropeller absoluut worden ge-
reinigd.
6.3. Olie verversen
Laat voor het verversen van de olie het roerwerk al-
tijd warmlopen. Zorg dat het roerwerk zich voor het
verversen van de olie in horizontale positie bevindt.
Bij het losdraaien van de oliecontroleschroeven kan er
overdruk uit de oliesperkamer ontsnappen. De schroeven
pas volledig uitdraaien als de drukvereffening heeft plaats-
gevonden. De schroefdraden en magneten van de schroe-
ven moeten voor het inschroeven worden gereinigd. De
afdichtringen moeten altijd door nieuwe exemplaren wor-
den vervangen.
6.3.1 Oliesperkamer
Soort olie: Biologisch afbreekbaar Shell Ondina 917. Ver-
bruikte olie moet volgens de voorschriften worden afge-
voerd. De olievulhoeveelheid bedraagt:
HRS07 - 27
0,7 l
HRS29 - 32
1,0 l
CHRS07 – 25
0,8 l
CHRS27- 32
1,1 l
Procedure:
1. Schroef losdraaien
2. Olie aftappen
3. Voorgeschreven hoeveelheid en soort olie vullen
4. Schroef inschroeven
Olie schroef
Содержание CHRS.../4 series
Страница 25: ...DEUTSCH 25 Notizen Notes ...
Страница 71: ...Nedlerlands 71 Notizen Notes ...
Страница 75: ...75 ...