15
Gebruik de gaskachel NIET als een onder water
•
heeft gestaan. Bel onmiddellijk een gekwalifi-
ceerde technicus om de kachel te inspecteren
en onderdelen van het bedieningssysteem en
de gasregeling te vervangen die nat geworden
zijn.
Gebruik NIET in waaiende omstandigheden.
•
Houd alle elektrische snoeren uit de buurt.
•
Raak hete oppervlakken niet aan totdat het
•
toestel is afgekoeld, tenzij u beschermende
kleding zoals geïsoleerde pannenlappen of hit-
tebestendige handschoenen of wanten draagt
om brandwonden te voorkomen.
Kinderen en volwassenen dienen op de hoogte
•
gesteld te worden van de hoge temperaturen
van de oppervlakken en dienen uit de buurt te
blijven om brandwonden en het in brand vliegen
van kleding te voorkomen.
Hang of plaats GEEN kleding of andere brand-
•
bare materialen op of in de buurt van de
gaskachel.
Een eventueel scherm of ander beveiligingsin-
•
richting dat verwijderd wordt voor onderhoud
dient teruggeplaatst te worden voordat u de
kachel weer gebruikt.
Probeer deze buitenkachel niet te verplaatsen
•
of op te slaan totdat alle delen afgekoeld zijn.
Gebruik alleen de regelaar en de slangmontage
•
die meegeleverd zijn. Gebruik alleen vervan-
gende gasregelaars en slangmontages die door
de fabrikant zijn gespecificeerd.
Probeer NIET de gasregelaar van de gastank
•
of gasaansluiting los te koppelen terwijl de
buitenkachel in gebruik is.
Sluit altijd de gastoevoer bij het ventiel van de
•
gastank af als de kachel niet gebruikt wordt.
Het is essentieel om het ventielcompartiment,
•
de branders en circulerende luchtopeningen
van de buitenkachel schoon te houden. Inspec-
teer de buitenkachel voor vuil vóór elk gebruik.
Vóór elk gebruik van de gaskachel, controleer
•
de slang op tekenen van overmatig schuren of
slijtage. Als de slang is beschadigd, gesneden
of gescheurd, moet het worden vervangen
voordat u de gaskachel gebruikt. De slangmon-
tage mag alleen worden vervangen door een
slangmontage die door de fabrikant is gespeci-
ficeerd.
WAARSCHUWING: Vervang de flexibele pijp
•
wanneer de nationale voorschriften dit vereisen
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN-VERVOLG
Propaangas is brandbaar en gevaarlijk wan-
•
neer verkeerd behandeld. Bekijk de kenmerken
voordat u een propaangasproduct gebruikt.
Kenmerken van propaan: Ontvlambaar, ex-
•
plosief onder druk, zwaarder dan lucht, en zet
zich af in poelen in lage oppervlakken. Propaan
heeft in zijn natuurlijke toestand, geen geur.
Voor uw veiligheid wordt meestal een geurstof
toegevoegd. Contact met propaan kan de huid
verbranden.
Propaan is zeer brandbaar en gevaarlijk wan-
•
neer verkeerd behandeld.
Gastanks dienen buitenshuis bewaard te
•
worden in een goed geventileerde ruimte,
buiten bereik van kinderen.
Losgekoppelde gastanks moeten schroefdraad
•
ventielpluggen strak gemonteerd hebben en
mogen niet in een gebouw, garage of een ander
omsloten ruimte worden geplaatst.
Gebruik nooit een propaantank met een bes-
•
chadigde mantel, ventiel, kraag of voet.
Gedeukte of verroeste propaantanks kunnen
•
gevaarlijk zijn en moeten worden gecontroleerd
door uw propaangasleverancier.
De propaangastank moet ingericht zijn voor
•
dampafvoer.
De propaangastank moet een kraag hebben om
•
het ventiel van de tank te beschermen.
De propaangastank mag niet vallen of ruw
•
behandeld worden.
Sla nooit uw propaangastank waar tempera-
•
turen hoger dan 52°C (125°F) kunnen worden.
Bewaar de propaangastank niet in direct zon-
•
licht of in de buurt van een warmte- of ontstek-
ingsbron.
Bewaar nooit een gevulde propaangastank in
•
een warme auto of kofferbak. De warmte zorgt
ervoor dat de gasdruk stijgt, waardoor de ont-
lastklep kan openen en gas kan ontsnappen.
Plaats de stofkap op de ventieluitlaat wan-
•
neer de propaangastank niet wordt gebruikt.
Installeer alleen het type stofkap op de ventie-
luitlaat dat wordt meegeleverd met het ventiel
van de propaangastank. Andere soorten kappen
of pluggen kunnen tot lekkage van het propaan
leiden.
Bewaar een reserve propaangastank niet onder
•
of in de buurt van dit toestel.
Vul de propaangastank NOOIT verder dan 80%.
•
Propaangastanks moeten alleen door een
•
gecertificeerde propaangasdealer worden
gevuld.
GASWAARSCHUWINGEN (PROPAAN)
De drukregelaar is voor 30-50 mbar ingesteld.
•
De uitlaatdruk van de regelaar is 30~50 mbar
•
afhankelijk van het land van gebruik.
Probeer nooit om dit toestel aan het zelfstandige
•
propaangassysteem van een caravan, camper of
woning aan te sluiten.
Gebruik altijd de drukregelaar en slangmontage
•
meegeleverd met het toestel om op een propaan-
gastank aan te sluiten. Sluit nooit aan op een niet-
geregelde propaangasvoorziening.
Neem contact op met de klantendienst van uw
•
kleinhandelaar voor vervangende onderdelen.
Draai de handmatige gasregelklep met de hand.
•
Gebruik nooit gereedschap. Als de klep niet met de
hand wil draaien, probeer het niet te repareren. Bel
een gecertificeerde gastechnicus. Het gebruik van
kracht of een poging tot zelfreparatie kan resulteren
in een brand of explosie.
Gebruik alleen het type gas en het type propaan-
•
gastank gespecificeerd door de fabrikant.
Het toestel is uitgerust met een gasregelaar,
•
flexibele rubberen gaspijp en klemmen volgens de
nationale voorschriften van het land van bestem-
ming.
Het toestel moet uitgerust zijn met een
•
goedgekeurde gasregelaar (goedgekeurd voor een
bedrijfstemperatuur niet lager dan 50 °C) volgens de
EN-norm (zie minimale en maximale nominale druk
- inlaat- en uitlaataansluiting van de gasregelaar
volgens de geldende nationale voorschriften) en
flexibele gasslang volgens de EN-norm (met juiste
binnendiameter overeenkomstig de gasinlaataanslu-
iting en de geldende nationale voorschriften) met
een lengte van niet meer dan 1,7 m en goedgekeurd
voor een bedrijfstemperatuur niet lager dan 60 °C.
Bij vervanging dient u een geschikte gasregelaar,
•
flexibele rubberen gaspijp en klemmen bij uw lokale
gashandelaar te kopen; de gasregelaar moet binnen
10 jaar worden vervangen.
De flexibele rubberen gaspijp moet zorgvuldig
•
worden behandeld, waarbij eventuele verdraai-
ing dient te worden voorkomen. Gebruik nooit een
beschadigde gasregelaar.
Voer altijd een lektest uit op de gasaansluitingen
•
wanneer een propaangastank wordt aangesloten.
Als zich bubbels vormen in de oplossing van de lek-
kagetest, gebruik het niet. Gebruik nooit een vlam
om te testen op lekkage. Het is strikt verboden en
gevaarlijk!
NEDERLANDS
Содержание TGH34PL
Страница 3: ...2 Parts Diagram ...