7
Art. Nr.: 5090030031
Rev.: 00/2018-11-27
NL
Veiligheidsaanwijzingen en informatie
Doelgroep
De montage mag enkel worden uitgevoerd door deskundig personeel.
Gekwalificeerde en geschoolde personen voor de montage beschikken over
• kennis van de algemene voorschriften voor veiligheid en ongevalpreventie in de
actueel geldende versie,
• kennis in het gebruik van veiligheidsuitrusting,
• kennis in de omgang met handmatig en elektrisch gereedschap,
•
kennis van de betreffende normen en richtlijnen voor het aanleggen van bui
-
zen/kabels en het vullen van leidingkanalen in de betreffende geldige versie,
•
kennis van de voorschriften en aanleginstructies van het verzorgingsbedrijf in
de betreffende geldige versie,
•
kennis van de richtlijn waterdicht beton en de structurele afdichtingsnormen
van het gebouw in de betreffende geldige versie.
Algemeen en gebruiksdoel
Onze producten zijn uitsluitend ontwikkeld voor montage in gebouwen waarvan
de bouwmaterialen overeenkomen met de huidige stand van de techniek. Wij
aanvaarden geen aansprakelijkheid voor elk andersoortig of verdergaand gebruik,
tenzij uitdrukkelijk schriftelijk bevestigd na overleg met ons.
De garantievoorwaarden zijn te vinden in onze actuele Algemene Voorwaarden (AGB).
De systeemdeksels met manchettechniek zijn geschikt voor gebruik in de afdichtpakking
en kunststof flens HSI, alsook voor de aansluiting van gladde en geribde mantelbuizen.
De afdichting gebeurt met behulp van de manchettechniek, waarbij een rubber
manchet met spanbanden op de systeemdeksel en de mantelbuis wordt gespannen.
Veiligheid
Deze alinea verstrekt een overzicht van alle belangrijke veiligheidsaspecten voor een
optimale bescherming van het personeel en een veilig verloop van de montage.
Bij het niet-naleven van de aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze alinea
kunnen aanzienlijke gevaren ontstaan.
Bij de montage van de systeemdeksel met manchettechniek moeten de betreffende
voorschriften van vakgroepen, de VDE-bepalingen, de betreffende nationale veilig-
heids- en ongevalpreventievoorschriften en de richtlijnen (werk- en procesinstructies)
van uw bedrijf in acht worden genomen .
De monteur moet de bijbehorende beschermende uitrusting dragen.
Er mogen enkel onbeschadigde onderdelen gemonteerd worden.
Voorafgaand aan de montage van de systeemdeksel met man-
chettechniek moeten de volgende waarschuwingen, tips en
adviezen in acht worden genomen.
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door ondeskundige montage!
Ondeskundige montage kan ernstig letsel en materiële schade veroorzaken.
•
In principe moeten de nationale voorschriften voor het aanleggen - en opvullen
voor leidingen en kabels in acht worden genomen .
• De ondergrond en de basis voor de leiding vóór het aanleggen van buizen/kabels
goed verdichten, zodat de constructie niet kan verzakken.
OPMERKING!
Geen afdichting door ondeskundige montage!
Ondeskundige montage kan materiële schade veroorzaken.
• Kabeldoorgangen pas direct vóór het invoeren van de kabels openen, om bescha-
digingen tijdens de ruwbouw te voorkomen.
• Afsluitdeksel niet met hamer of scherp voorwerp inslaan!
• De doorvoer mag door kabels of buizen niet mechanisch worden belast.
•
Voor de reiniging van HSI 150/HSI 90 systeemdeksels mogen geen schoonmaak
-
middelen met oplosmiddel worden gebruikt. Wij adviseren het gebruik van de
kabelreiniger KR M.T.X.
• Verdere accessoires en informatie vindt u op
www.hauff-technik.de
en in de
technische datasheets.
• Niet benodigde kabeldoorgangen kunnen gebruikt worden als drukdichte re-
servedoorvoeren.
•
Niet benodigde kabeldoorgangen kunnen bij een onbeschadigd Hauff-kwaliteits
-
keurmerk op de afsluitdeksels gebruikt worden als drukdichte reservedoorvoeren.
• Geopende kabeldoorgangen die als reservedoorvoeren gebruikt dienen te worden
moeten altijd van nieuwe afsluitdeksels HSI 150-D (HSI90-D)
te worden voorzien.
Gedemonteerde of beschadigde afsluitdeksels mogen niet opnieuw gebruikt worden!
• Kabeldoorgangen moeten voor het storten van het beton in de bekisting wor-
den aangebracht. De kabeldoorgang mag niet mechanisch worden belast door
mantelbuizen.
• Rubber manchetten en mediumleidingen mogen niet gesmeerd worden.
• De buisaansluiting mag niet worden belast met trek- en drukkrachten.
•
Opschriften op de klemring moeten identiek zijn aan de aanduiding van de fabrikant
van de geribde buis (bijv. Kabuflex).
• Overige fabrikanten van bruikbare geribde buizen op aanvraag.
• Het uiteinde van de geribde buis moet een rechte hoek, schoon en zonder
bramen worden ingekort.
•
In de buurt van de afdichting mag de buis niet beschadigd of vervormd zijn.
• Let er goed op dat de klemringen zich direct onder de spanklem bevinden.
•
De volgorde van de klemringen/systeemafdichtringen kan per buisfabrikant variëren.
• De minimum buigradius van de fabrikant van de mantelbuis moet in acht worden
genomen. In principe moet echter de minimum buigradius van de door te voeren
mediumleidingen/kabels worden nageleefd!
• Het gebruik van middelzware en zware stamp- en trilapparatuur is niet toegestaan
voor kruinoverlappingen, gemeten in verdichte toestand, van minder dan 1 m!
•
Om beschadiging van de buizen en de afdichtingssets van het systeem bij de
kabeldoorgangen te vermijden, moet in de buurt van de kabeldoorgang het
vulmateriaal in principe met lichte verdichtingsapparatuur worden afgewerkt.
Hierbij gelden de volgende voorschriften en regelgevingen:
•
DIN-normen over de classificatie van bodems
•
De relevante normen en voorschriften zoals DIN EN 1610, ATV-DVWK-A 139 en A
515 en A 535 van de KRV en de aanvullende voorschriften van de nutsbedrijven
moeten in acht worden genomen.
•
In de buurt van wegdekken moet ook de het Duitse "Merkblatt für das Verfüllen
von Leitungsgräben" (FGSV - Forschungsgesellschaft für Straßen- und Verkehrs
-
wesen), dan wel het Nederlandse equivalent hiervan, in acht worden genomen.
•
DIN EN1610: Aanleg en inspectie van drainageleidingen en -kanalen.
• ZTV: Zusätzliche techn. Vertragsbindungen (extra techn. contractuele verplich-
tingen) en richtlijnen voor bodemwerkzaamheden in de wegenbouw.
• KRV (KunststoffRohrVerband – kunststof-composietbuis): montagehandleiding
Transport, emballage, contenu de livraison et stockage
Instructions de sécurité pour le transport
REMARQUE !
Dommages suite à un transport inapproprié !
Un transport inapproprié peut entraîner des dommages considérables.
•
Lors du déchargement des colis à la livraison et pendant le transport au sein
de l'entreprise, veuillez procéder avec précaution et respecter les symboles
sur l'emballage.
•
Éviter de lancer, laisser tomber les palettes, tuyaux et accessoires et de les
cogner les uns contre les autres.
•
Température de transport et de stockage jusqu’à 50 °C maximum.
•
Protéger de tout ensoleillement direct.
•
Les dispositions des normes suivantes s’appliquent :
•
DIN 18300 « Travaux de génie civil »
•
DIN 18303 « Travaux de blindage »
•
DIN 4124 « Fouilles et fossés »
Inspection du transport
À la réception de la livraison, veuillez vérifier immédiatement si elle est complète
ainsi que d'éventuels dommages dus au transport.
Si des dommages devaient être constatés suite au transport, veuillez procéder
comme suit :
•
Ne pas accepter la livraison ou alors l'accepter sous réserve.
•
Indiquer l'étendue des dommages dans les documents de transport ou dans le
bon de livraison du transporteur.
•
Faire une réclamation au moindre défaut dès qu'il est constaté.
•
Les demandes de dédommagement peuvent être uniquement soumises
dans les délais de réclamation applicables.
Contenu de livraison
La livraison des couvercles avec technique de manchons comprend :
1 couvercle
1 manchette en caoutchouc avec colliers de serrage
Stockage
REMARQUE !
Risques de dommages liés à un stockage incorrect !
Un stockage non conforme peut entraîner des dommages considérables.
•
Avant le montage, protéger les couvercles contre tout dommage, les conserver
à l’abri de l’humidité et de la saleté. Les pièces qui sont montées doivent être
en parfait état.
•
Les couvercles doivent être stockés dans un endroit n'étant exposé ni à des
basses températures (< 5° C), ni à des hautes températures (> 30° C) et protégé
des rayons du soleil.
Élimination des déchets
Si aucun contrat de reprise ou d'élimination n'a été conclu, il convient d’apporter
les composants désassemblés à un centre de collecte et de recyclage après un
démontage correct :
•
les restes métalliques doivent être mis au rebut dans le respect des normes
environnementales en vigueur,
•
les déchets élastomères doivent être éliminés dans le respect des normes envi
-
ronnementales en vigueur,
•
les déchets plastiques doivent être éliminés dans le respect des normes environ
-
nementales en vigueur,
•
Les matériaux d'emballage doivent être éliminés dans le respect des normes
environnementales en vigueur.
HSI 150-M... (HSI 90-M...) für glatte bzw. gewellte Kabelschutz-
rohre mit Clipring zum Anschluss an Dichtpackung HSI 150 (HSI 90)