e
e
83
82
Montage watermelder
De lekkagesensoren worden onder de spoelbak in de buurt van de vaatwasser
aangebracht en op andere plaatsen waar een waterlekkage zou kunnen optre-
den.
(28)
(30)
(32)
(9)
(31)
(11)
Afbeelding 8: montage watermelder
(30) Stekker watermelder
(31) Watermelder
(32) Aansluitbus voor aanvullende watermelder
Stekker van de watermelder (30) in de bus van de spanningsonderbreker
(11) steken.
Watermelder (30) bijvoorbeeld onder de vaatwasser leggen (afbeelding 8).
Optioneel: aanvullende watermelder in de bus (32) van de voorste melder
(30) steken.
5.2 Automatische inbedrijfstelling
Na het installeren moet een functietest door de elektricien worden verricht.
Voor de initiële inbedrijfstelling moeten de standaardinstellingen van de fornuis-
bewaker worden gebruikt. Indien de montagehoogte van de sensorunit of de
afmetingen van het fornuis/de kookplaat afwijken van de standaardwaarden
(afbeelding 7), dan moet de inbedrijfstelling handmatig gebeuren (zie Handmati-
ge inbedrijfstelling).
Werkingscontrole uitvoeren
Fornuis/kookplaat met het grootste vermogen inschakelen.
Bij een inductiefornuis moet voor de inbedrijfstelling een geschikte pan op het
fornuis worden geplaatst.
Bedieningstoets (3) gedurende 5 seconden ingedrukt houden.
De stroomtoevoer naar het fornuis/de kookplaat wordt onderbroken. Het
fornuis/de kookplaat is uitgeschakeld.
Controleren of het fornuis/de kookplaat is uitgeschakeld.
Fornuis/kookplaat handmatig met de betreffende kookplaatschakelaar uit-
schakelen.
Als het fornuis/de kookplaat uitgeschakeld is, de bedieningstoets (3) een-
maal indrukken.
De stroomtoevoer naar het fornuis/de kookplaat is weer ingeschakeld. De
fornuisbewaker is klaar voor gebruik. Status-led (5) knippert eenmaal in
groen.
5.3 Handmatige inbedrijfstelling
Handmatige inbedrijfstelling is vereist als het fornuis is vervangen, de afmetingen
van het fornuis of de montagehoogte van de sensorunit afwijken van de stan-
daardwaarden (afbeelding 7), of als er regelmatig sprake is van vals alarm.
De handmatige inbedrijfstelling wordt in vier instelmodi via de sensorunit ver-
richt:
- Modus 1: alarmgrens instellen
- Modus2: draadloze verbinding instellen
- Modus 3: fornuistype kalibreren
- Modus 4: AUX aansluiting instellen
De instelmodi kunnen achtereenvolgens of ieder voor zich worden gewijzigd.
Bedieningstoets (2) gedurende 5 seconden ingedrukt houden.
Instelmodus 1 is geactiveerd. De status-led (5) licht wit op.
Bedieningstoets (3) herhaaldelijk indrukken totdat de gewenste instelmo-
dus actief is.
Содержание WXH21 Series
Страница 57: ...www hager com 04 2018 6LE001605D 20918_02...