–
36
–
nL
9. regeLmAtige onDerhouDswerKzAAmheDen
(CONFORM GEGEVENS VAN DE VOERTUIGFABRIKANT DOCUMENTEREN)
onderhoudswerk-
zaamheden
onderhouds-
interval
uitvoering
Visuele controle op
scheuren en vervor-
mingen
W1
Voor ieder gebruik
Beschadigde achterafstempeling onmiddellij k repareren, eventueel vervangen
Spindelmoeren en
spindels invetten
W2
Na 100
keer afsteunen
Achterafstempeling via smeernippels met minimaal 10 slagen smeren. In snelgang
onbelast in zij n geheel in- en uitschuiven.
Controle op slij tage
Gebruik alleen gel-
dige, onbeschadigde
kalibers!
De bedrij fshandlei-
ding van de fabrikant
is bindend.
W3
Na 500
keer afsteunen,
ten minste één keer
per jaar
Tussentij dse controle
na bij zondere gebeur-
tenissen noodzakelij k
(bij voorbeeld verschu-
iving of stroef verloop)
Demontage steunbuis: Zorg voor een bodemvrij heid van minimaal 630 mm
Moeren met tussenliggende borgringen (Nord-Lock) verwij deren. Steunbuis in
snelgang helemaal uitslingeren, laat een tweede persoon de steunbuis (ca. 13 kg) na
maximaal uitdraaien vasthouden en verwij deren.
gevaar voor vallen
!
Controleer de spindelmoer visueel op beschadigingen en corrosie van
de binnenschroefdraad. Meetsonde (bestelnr. 126 668) met kaliberring
op ',0‘ kalibreren conform aanwij zingen van de fabrikant. 9 metingen
conform schema hiernaast uitvoeren
Toegestane tolerantie t.o.v. kaliberring 1,0 mm.
Spindel visueel onderzoeken op beschadigingen en corrosie
Meetsonde (bestelnr. 126 668) in het aangegeven kalibreerbereik op
',0‘ kalibreren conform aanwij zingen van de fabrikant.
3 metingen binnen het meetbereik uitvoeren conform het schema hier-
naast. Toegestane tolerantie t.o.v. de kalibrering 1,0 mm.
Versleten, beschadigde, of sterk
aangetaste onderdelen moeten altij d
samen met de tegenhanger worden
vervangen.
1
2
3
140
100
20
10
0
Kalibreerbereik
Meetbereik