Overloopbeveiliging type BC-1
10 / 16
Indicator Type BC-1-4 – doorsnede
Aansluiting uitgangen - potentiaalvrije relaiscontacten aan de indicator
De indicator beschikt over 3 potentiaalvrije relaiscontacten.
De uitgangen
Alarm 1
en
Alarm 2
zijn voorzien voor het aansturen van externe
alarmapparaten (ter aansluiting van de meld- of aanstuurinrichting van de overvulbeveiliging).
De uitgang
Betrieb [Bedrijf]
is voorzien voor de aansluiting van een externe bedrijfsindicatie
(lamp).
De uitgangen
Alarm 1
en
Alarm 2
zijn niet bewaakt, d.w.z. dat de meetomvormer een
onderbreking van de leiding of een kortsluiting naar aangesloten meld- of
aanstuurinrichtingen niet herkent en ook niet aangeeft.
Daarom dienen of de meld- en aanstuurinrichtingen zodanig geschakeld te worden dat een
onderbreking van de leiding gemeld wordt (ruststroomprincipe), of dient er vóór elk vullen een
functiecontrole van de overvulbeveiliging uitgevoerd te worden (inclusief de aangesloten
meld- en aanstuurinrichtingen met regelend orgaan).
Dit kan worden uitgevoerd door middel van de knop
Prüfen [Testen]
op de meetomvormer -
daardoor volgt een alarmmelding en eventueel aangesloten meld- en aanstuurinrichtingen
worden daarbij geschakeld. Na het loslaten van de knop
Prüfen [Testen]
dooft de
alarmmelding weer.
De hier beschreven test is geen vervanging voor de jaarlijks uit te voeren controle (zie
hoofdstuk ONDERHOUD).
Mogelijkheid 1:
Aansluiting van de uitgangen
Bedrijf, Alarm1
en
Alarm2
op
Netspanning
Bedrijf
+ Alarm1
+ Alarm2
maximale schakelspanning 230 V ~ 50 Hz
Soort stroom
AC
maximale schakelstroom
1,0 A
maximaal
schakelvermogen
230 VA
Bij een aansluiting dient de indicator bijkomend door een voorzekering beveiligd te worden.
Mogelijkheid 2:
Aansluiting van de uitgangen
Bedrijf, Alarm1
en
Alarm2
op
Laagspanning
Bedrijf
+ Alarm1
+ Alarm2
maximale schakelspanning 24 V ~
60V =
Soort stroom
SELV/ PELV; AC
SELV/ PELV; DC
maximale schakelstroom
4,0 A
0,6 A
maximaal schakelvermogen 96 W
Wordt een van de aansluitingen
Bedrijf, Alarm1
en
Alarm2
met SELV
(laagspanningsvoeding) dan wel PELV (geaarde laagspanningsvoeding)
stroomcircuits bediend, dan mogen de andere ook alleen met SELV dan wel PELV
bediend of niet aangesloten zijn.