45
NL
Breng druppelsgewijs olie aan op de
punten van de tanden en de schakels
van de ketting.
Ketting slijpen
Een fout geslepen ketting ver-
hoogt het risico op terugslag!
Gebruik snijvaste handschoe
-
nen als u aan de ketting of
het zwaard werkt.
Een scherpe ketting garandeert
optimale prestaties. Ze gaat moei-
teloos door het hout en laat grote,
lange houtspanen achter. Als u het
zwaard door het hout moet duwen
en de houtspanen zeer klein zijn,
betekent dat dat de ketting stomp is.
Als de ketting zeer stomp is, heeft
men überhaupt geen spanen, alleen
houtstof.
• De zagende delen van de ketting zijn de
snij-onderdelen die uit een zaagtand en
een dieptebegrenzer bestaan. Het hoog-
teverschil tussen deze twee bepaalt de
slijpdiepte.
• Bij het slijpen van de zaagtanden moe
-
ten volgende waarden in acht genomen
worden:
H
- slijphoek (30°)
- borsthoek (85 °)
- slijpdiepte (0,65 mm)
- diameter van de ronde veil
(4,0 mm)
Afwijkingen van de aangege
-
ven maten van de slijpgeome
-
trie kunnen de neiging van de
machine tot terugslag verho-
gen. Vergroot het gevaar op
ongevallen.
Voor het slijpen van de ketting zijn speciale
werktuigen noodzakelijk, waarvan de mes
-
sen de juiste hoek hebben en in de juiste
diepte geslepen zijn. Onervaren gebruikers
van kettingzagen raden wij aan de ketting
door een vakman of in een werkplaats te
laten slepen. Als u toch zelf de ketting wil
slepen, koop dan het noodzakelijke gereed
-
schap in de vakhandel.
I
1. Schakel de zaag uit en trek de
stekker uit het stopcontact:
2. Verwijder de ketting (zie hoofdstuk
‚Bedienen van de kettingzaag‘).
Om te zorgen dat de tanden goed
kunnen worden geslepen, dient
de ketting strak rond het zwaard
te zitten.
3. voor het slijpen is een ronde vijl
met een diameter van 4,0 mm
vereist.
Andere diameters beschadi-
gen de ketting en verhogen
het gevaar op ongevallen bij
het werken met de zaag.
4. slijp enkel van binnen naar buiten.
Leidt de veil van de binnenkant
van de zaagtand naar buiten.
Houdt de veil omhoog als u ze
terugtrekt.
5. slijp eerst de tanden aan een kant.
Draai de zaag om en slijp de
tanden aan de andere kant.
6. de ketting is versleten en moet
door een nieuwe vervangen
worden als er slechts nog ca. 4
mm van de zaagtand over is.
7. na het slijpen, moeten alle
snijdelen even lang en breed zijn.
8. na 3 keer slijpen, moet telkens
de slijpdiepte (dieptebegrenzing)
gekontroleerd worden en de