Ferm
Toiminta
•
Pidä koneesta tukevasti kiinni ja paina sitä työstettävää kappaletta vasten. Liikuta
hiomalaikkaa tasaisesti työstettävän kappaleen pinnalla.
•
Liikuta konetta karhennettaessa noin 30 - 40º kulmassa työstettävään kappaleeseen
nähden (Kuva 6).
Älä käytä hiontalaikkaa rouhintaan.
•
Liikuta konetta aina pyörimissuuntaa vastaan. Älä koskaan liikuta konetta toiseen
suuntaan. Muutoin vaarana on, että kone ryntää hallitsemattomasti leikkuukohdasta
(Kuva 7).
•
Tarkasta säännöllisesti hiomalaikan kunto. Kuluneet laikat heikentävät koneen
tehokkuutta. Vaihda kulunut laikka ajoissa.
•
Laske kulmahiomakone käsistäsi vasta, kun moottori on pysähtynyt kokonaan. Älä
laske konetta pölyiselle alustalle. Pölyhiukkaset voivat päästä koneen mekaanisiin
osiin.
•
Kytke virta ensin koneesta pois, ennen kuin irrotat pistokkeen pistorasiasta.
Älä koskaan pysäytä moottoria karalukkon avulla.
5. KUNNOSSAPITO JA KORJAUKSET
Irrota aina kone virtalähteestä ennen huollon aloittamista.
Koneet on suunniteltu toimimaan pitkään ja mahdollisimman pienellä huoltotarpeella.
Puhdistamalla ja käyttämällä sitä oikealla tavalla voit itsekin vaikuttaa koneen käyttöikään.
Viat
Jos kone ei toimi oikein, tarkista alla oleva luettelo, joka sisältää mahdollisia syitä ja
niiden ratkaisuja:
•
Kone ei toimi
•
Moottori ei saavuta täyttä
kierrosnopeutta
•
Virtaa ei ole kytketty.
•
(Jatko-) johto on vaurioitunut.
•
Jatkojohto on liian ohut/pitkä
•
Verkkojännite on alle 230 V.
74
S
FIN
Ferm
23
Defecte en/of afgedankte elektrische of elektronische gereedschappen dienen
ter verwerking te worden aangeboden aan een daarvoor verantwoordelijke
instantie.
Speciale veiligheidsinstrukties
•
Controleer of het maximum toerental dat op de slijpschijf staat aangegeven,
overeenkomt met het maximum toerental van de machine. Het toerental van de
machine mag niet hoger zijn dan de waarde op de slijpschijf.
•
Let op dat de afmetingen van de slijpschijf overeenkomen met de specificaties van de
machine.
•
Let op dat de slijpschijf juist is gemonteerd en naar behoren is vastgezet. Gebruik
geen ver-loopringen of adapters om een slijpschijf passend te maken.
•
Behandel en bewaar slijpschijven volgens de voorschriften van de leverancier.
•
Gebruik de machine niet voor het doorslijpen van werkstukken met een dikte die
groter is dan de maximale slijpdiepte van de doorslijpschijf.
•
Gebruik geen doorslijpschijven voor afbraamwerkzaamheden.
•
Zorg bij gebruik van slijpschijven die op het schroefdraad van de spindel worden
bevestigd dat de spindel voldoende schroefdraad heeft. Zorg dat de spindel
voldoende beschermd is en niet in contact komt met het slijpoppervlak.
•
Inspecteer de slijpschijf voor gebruik op eventuele beschadigingen. Gebruik geen
slijpschijven die gebarsten, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
•
Laat voor gebruik de machine 30 seconden onbelast draaien. Schakel de machine
onmiddellijk uit als deze aanzienlijk begint te trillen of als een ander defect optreedt.
Controleer de machine en slijpschijf grondig voordat u de machine weer inschakelt.
•
Zorg dat een eventuele vonkenregen geen gevaar voor mensen oplevert of wegspat
in de richting van licht ontvlambare substanties.
•
Zorg dat het werkstuk voldoende wordt ondersteund of ingeklemd. Houd uw handen
weg van het te slijpen oppervlak.
•
Draag altijd een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Gebruik desgewenst of indien
nodig andere bescherming, zoals bijvoorbeeld een schort of een helm.
•
Zie erop toe dat schijven en punten overeenkomstig de instructies van de fabrikant
worden gemonteerd.
•
Zorg ervoor dat het vloeipapier wordt gebruikt als dit bij het gelaagde schuurproduct
wordt geleverd, of als dit nodig is.
•
Werk nooit zonder afschermkap, als deze bij een apparaat meegeleverd wordt.
•
Bij gereedschap voor schijven met schroefboringen, dient de schroefdraad in de schijf
voldoende lengte te hebben om de as onder te kunnen brengen.
•
Zorg ervoor dat bij het werken in een stoffige omgeving de ventilatieopeningen vrij
gehouden worden. Trek eerst de stekker uit het stopcontact als de stof verwijderd
moet worden (gebruik geen metalen voorwerpen). Voorkom hierbij beschadiging van
inwendige delen.
•
Bij een slecht spanningsnet kunnen bij het starten van de apparatuur korte
spanningsvallen optreden. Dit kan andere apparatuur beïnvloeden (bijv. een lamp die
gaat knipperen). Bij een impedantie van het net Zmax < 0,348 Ohm kan men ervan
uitgaan, dat dergelijke verschijnselen zich niet voor zullen doen. (Indien nodig kunt u
voor nadere informatie contact opnemen met uw plaatselijke energieleverancier).
NL