44
fig.2
fig.3
TRILLINGEN OP DE STUURHENDELS
Meting gewogen volgens ISO 5349:
5,34 m/s
Ÿ
2.
BEDIENINGSHENDELS
(Fig. 2)
1)
Handbediening gashendel.
2)
Bedieningshendel omspitversnelling
(beveiliging tegen ongevallen).
3)
Handvat repeteerstarter (repeteer-
mechanisme).
4)
Stuurstang voor afstelling frees (in-
stelbaar).
5)
Fresen (met verschillende breedtes).
6)
Beschermkap frees.
7)
Bedieningshendel achteruitversnel-
ling (indien aanwezig).
8)
Knop voor verticale instelling stuu-
rhendels.
9)
Bedieningshendel voor verticale en
horizontale instelling van stuurhendels
(indien aanwezig).
MONTEREN
VAN DE MOTORSPITTER
(Fig. 3)
De motorspitter wordt, tenzij anders is
afgesproken, gedemonteerd en in de-
sbetreffende verpakking afgeleverd. Te-
neinde de motorspitter op correcte wij-
ze te monteren dienen de volgende in-
structies uitgevoerd te worden:
Montage verplaatsingswiel
- De wielbasis vastzetten met behulp van
de daarvoor bestemde spil (3) en spli-
tpen(4) (Fig. 3)
- Vervoerspositie “A”
- Werkpositie “B”
Vervoerspositie met spil 1 gemonteerd
zoals aangegeven in Fig. 3.
Voor de werkpositie volstaat het splitpen
2 te verwijderen, de spil los te maken
en de wielbasis te draaien, vervolgens
spil en splitpen weer vastzetten.