15
Onderhoud en opslag
– Als de machine buiten gebruik wordt gesteld
vanwege service, controle, opslag of het vervangen
van toebehoren, dient u de machine eerst uit te
schakelen, de stekker uit het stopcontact te trekken
en de machine te laten afkoelen. Controleer
altijd voor inspectie- en instelwerkzaamheden of
alle bewegende delen stilstaan.
– Verzorg de machine goed en houd deze schoon.
– Vervang versleten of beschadigde onderdelen
voor uw eigen veiligheid. Controleer of alle
vervangingsonderdelen door
ELEM GARDEN
TECHNIC
zijn gecontroleerd en goedgekeurd.
– Indien een verlengkabel wordt gebruikt, moet
deze minstens volgens de specificaties van het
netsnoer van de machine zijn uitgevoerd.
– Controleer het netsnoer en de verlengkabel
regelmatig op beschadiging of tekenen van slijtage.
Gebruik de machine niet als de kabels beschadigd
zijn.
– Denk er bij het instellen van het hakselmes aan
dat de stroomtoevoer naar de motor is onderbroken
vanwege het verwijderde deksel en de motor
niet kan worden ingeschakeld, maar dat het
hakselmes toch kan bewegen wanneer de motor
met de hand wordt gedraaid.
– Probeer nooit de gedwongen uitschakeling
ongedaan te maken.
WAARSCHUWING!
Verpakkingsmateriaal is geen
speelgoed! Kinderen mogen niet
spelen met plastic zakken!
Gevaar voor verstikking!
Voorbereiding
•
Laat geen kinderen dit apparaat bedienen.
•
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van
omstanders.
•
Draag steeds oorbescherming en veiligheidsbril
terwijl u deze machine gebruikt.
•
Vermijd kleding te dragen die te los zit of die
voorzien is van hangende koordjes of lintjes.
•
Gebruik de machine alleen in een open ruimte
(bijv. niet in de buurt van een muur of een vast
voorwerp) en op een stevige, vlakke
ondergrond.
•
Gebruik de machine niet op een bestraat of
graveloppervlak waar uitgeworpen materiaal
kwetsuren kan veroorzaken.
•
Aanbevolen wordt om de hakselaar te gebruiken
met een aardlekschakelaar (RCD) met een
uitschakelstroom van niet meer dan 30 mA.
•
Vooraleer u de machine start moet u controleren
of alle schroeven, moeren, bouten en andere
bevestigingselementen behoorlijk zijn vastgezet
en dat afschermingen en schermen op hun
plaats zitten. Vervang beschadigde of
onleesbare labels.
•
Gebruik deze machine niet in natte, vochtige of
regenachtige omstandigheden.
Gebruik
•
Voordat u de machine start, moet u in de
invoerkamer kijken om er zeker van te zijn dat
deze leeg is.
•
Houd uw gezicht en lichaam uit de buurt van de
invoeropening.
•
Laat uw handen of enig ander lichaamsdeel of
stuk kleding niet in de invoerkamer,
afvoertrechter of in de buurt van bewegende
onderdelen terecht komen.
•
Blijf met uw beide voeten steeds goed in
evenwicht staan. Reik niet te ver tijdens het
werken met de machine. Ga nooit op een hoger
niveau staan dan de basis van de machine bij
het invoeren van materiaal.
•
Houd de afvoerzone steeds vrij bij het bedrijf van
deze machine.
•
Bij het invoeren van materiaal in de machine
moet u heel goed opletten dat geen stukken
metaal, stenen, flessen, blikjes of andere
vreemde voorwerpen worden meegevoerd.
•
Als het snijmechanisme enig vreemd voorwerp
raakt, of als de machine eventueel abnormaal
lawaai of trillingen begint te vertonen, zet de
stroomvoorziening dan uit en laat de machine
stoppen. Ontkoppel de stroomtoevoer en neem
de volgende stappen:
4) Inspecteer op schade.
5) Losse onderdelen controleren en vastdraaien.
6) Laat eventueel beschadigde onderdelen
vervangen of herstellen met onderdelen die
vergelijkbare specificaties hebben.
•
Laat zich geen verwerkt materiaal opbouwen in
de afvoerzone; dit kan een goede afvoer
verhinderen en kan tot gevolg hebben dat
materiaal via de invoeropening wordt
teruggestuwd.
•
Als de machine verstopt raakt, schakelt u de
stroombron uit en ontkoppelt u de stroomtoevoer
voordat u het puin opruimt. Houd de stroombron
vrij van vuil en andere ophopingen om schade
aan de stroombron of mogelijke brand te
voorkomen. Houd er rekening mee dat het
bedienen van het startmechanisme op machines
met motoraandrijving nog steeds tot gevolg heeft
dat het snijmechanisme in beweging komt.
•
Houd alle afschermingen en deflectors op hun
plaats en in goede bedrijfstoestand.
•
Transporteer de machine niet terwijl deze is
aangesloten op een stroombron onder spanning.
•
Schakel de hakselaar altijd uit en trek de stekker
uit het stopcontact als u het werkgebied verlaat.
•
Kantel deze machine niet terwijl de motor draait.
Onderhoud en Opslag
•
Wanneer de machine wordt gestopt voor
onderhoud, inspectie, opslag of om een
accessoire te vervangen, moet de stroombron
worden losgekoppeld, zorg ervoor dat alle
bewegende delen volledig tot stilstand zijn
gekomen en verwijder de sleutel als er een
sleutel is aangebracht. Laat de machine
