44
Spelregels
Biljart
Onderstaand worden de standaard-
regels uitgelegd voor 8-ball. Speci-
ale regels alsook spelregels voor
andere poolbiljart-varianten worden
niet uitgelegd.
Doel van het spel
Elke medespeler probeert om zijn desbe-
treffende groep (1 tot 7 hele ballen) of 9 tot
15 (halve ballen) volledig in de pockets te
schieten, voordat hij probeert om de 8 te
schieten, om zo te winnen.
Opbouw
U heb nodig:
speelveld biljart
2 x biljartkeus
15 x objectballen (7x halve, 7 x hele, 1 x zwart)
1 x speelbal (wit)
1 x biljartkrijt
1 x driehoek
1. Gespeeld wordt met één speelbal (wit) en 15 objectballen. De spelers gebruiken
keus om met de speelbal de objectballen te bewegen.
2. De objectballen worden geplaatst met behulp van de driehoek. De hoek van de drie-
hoek wijst daarbij naar het midden van de tafel. De voorste bal is de 1, de 8 ligt direct
in het midden en in de achterste hoeken van de driehoek moet telkens een halve en
een hele bal liggen. Alle andere ballen worden willekeurig geplaatst.
3. De driehoek wordt op de ene helft van het speelveld, de witte speelbal ertegenover
op de andere helft geplaatst.
Verloop
Bij biljart moeten alle ballen vooraf worden gecalled, d.w.z. voor elke stoot moet
de speler aangeven welke objectbal hij in welke pocket wil spelen. Uitgezonderd
hiervan is de openingsstoot - hier hoeft niet te worden gecalled.
Aan de zijkanten bevinden zich ter hoogte van het midden van de tafel gaten
waar u de biljartballen weer uit kunt halen.
1. Een van de spelers voert de openingsstoot uit met de speelbal.
2. Speelt de speler bij de openingsstoot een of meerdere ballen weg, mag hij verder spelen.
Is slechts één bal in een pocket gegaan, is zijn groep (halve/hele) daarmee vastgelegd.
Zijn er meerdere ballen in de pockets gegaan, moet hij bij de volgende stoot kiezen
voor een groep (halve/hele).
Wordt er geen objectbal weggespeeld, moeten minimaal vier objectballen één of
meerdere banden raken anders is de openingsstoot ongeldig. In dit geval kan de