26
Gebruiksaanwijzing D-LITE
Drive Medical GmbH & Co. KG | Versie: 29.07.2020 | Drukfouten en wijzigingen voorbehouden
NL
Indicatie
INDICATIE:
Aanzienlijke tot volledige belemmering van de mobili-
teit/het lopen bij structurele en/of functionele letsels van
de onderste extremiteiten (o.a. amputatie, gevolgen van
verwondingen, musculoskeletaal/neuromusculoskeletaal
veroorzaakte bewegingsstoornissen) en onvermogen
om zelfstandig een rolstoel voort te bewegen (bijv. bij be-
perkte kracht- en grijpfunctie of ontbrekend coördinatie-
vermogen van de armen/handen).
Voor kortdurend gebruik als transportrolstoel binnen-
en buitenshuis (zorginstellingen, hotel, vliegveld, station
etc.) door een helper/verzorgende.
CONTRA-INDICATIE:
Alleen voor D-Lite 12,5”: Duwrolstoelen zijn slechts be-
perkt geschikt voor gebruik buitenshuis. Doordat de ach-
terwielen in vergelijking met rolstoelen met hoepels klein
zijn, kunnen hindernissen zoals stoepranden maar moei-
lijk genomen worden.
Geleverd product
1 x
Transportrolstoel
1 x
Zitbekleding
1 x
Rugbekleding
1 x
Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Voor een correcte en veilige bediening verzoeken wij u
de volgende opmerkingen zorgvuldig in acht te nemen:
Gebruik de transportrolstoel alleen op vlakke en
stevige ondergronden.
Stabiliteit en evenwicht
Uw transportrolstoel is zo ontworpen, dat deze de sta-
biliteit biedt die u bij normale dagelijkse activiteiten no-
dig hebt. Iedere beweging die u in de transportrolstoel
maakt, is van invloed op het zwaartepunt, wat in het on-
gunstigste geval tot kantelen van de transportrolstoel
kan leiden. Voor extra veiligheid is het gebruik van de
veiligheidsgordel een must.
Vanuit de stoel naar een voorwerp reiken
De grenzen van het evenwicht om een voorwerp te be-
reiken zijn vastgesteld met onderzoeken onder een re-
presentatieve groep rolstoelgebruikers. Alleen de armen
mogen buiten de zitting van de rolstoel worden uitgesto-
ken. De romp en het hoofd moeten binnen de grenzen
van de zitting blijven.
Leun niet naar voren
Leun met uw borstkas niet over de armleuningen. Als u
een voorwerp wilt bereiken dat zich vóór u bevindt, moet
u voorover leunen en omlaag buigen. Daarom moet u
de zwenkwielen gebruiken als hulpmiddelen (door deze
naar voren te richten) om uw stabiliteit en evenwicht te
bewaren. Het zorgvuldig richten van de wielen is essenti-
eel voor uw veiligheid.
Leun niet naar achteren
Plaats de transportrolstoel zo dicht mogelijk bij het ge-
wenste voorwerp, zodat u er gemakkelijk bij kunt door
uw arm uit te strekken terwijl u in een normale houding in
de stoel blijft zitten. Leun in geen geval te ver naar ach-
teren over de rugleuning, want dan zou de stoel kunnen
kantelen.
Zijwaartse verplaatsing
U kunt zelfstandig ergens anders gaan zitten als u be-
schikt over voldoende lenigheid en spierkracht.
Plaats de transportrolstoel zo dicht mogelijk bij de plaats
waar u wilt gaan zitten en zorg dat de zwenkwielen naar
voren zijn gericht. Zet de parkeerremmen van de achter-
wielen vast.
Gebruik indien mogelijk een plank om van de ene naar
de andere zitplaats te gaan.
Verplaatsing naar voren
Als u in staat bent op te staan, kunt u naar voren gaan om
op een andere plaats te gaan zitten. Als deze beweging
voor u moeilijk is, is ondersteuning van een begeleider
of een verpleger aanbevolen voor een zo eenvoudig en
veilig mogelijke verplaatsing.
Zet de beide remmen vast en zorg ervoor dat de beide
zwenkwielen naar voren zijn gericht. Let er daarbij op,
dat u bij uw verplaatsing in geen geval op de remmen
mag leunen.
Draai de voetsteunen weg. Pak dan de greep van de
armleuningen stevig vast, steun op uw armen om u een
beetje op te richten, en vervolgens kan uw begeleider u
helpen bij de voltooiing van uw verplaatsing.
Ga in geen geval op de voetsteunen staan en gebruik de
voetsteunen nooit als hulp bij het opstaan.
Kantelen, hindernissen overwinnen met een begeleider
Zo komt u op de stoep
Uw begeleider plaatst de transportrolstoel vooruit rijdend
voor de stoep. Hij/zij kantelt de rolstoel naar achteren tot
de zwenkwielen het voetpad bereiken, duwt de rolstoel
naar voren totdat de achterwielen tegen de stoeprand
staan en duwt de transportrolstoel verder tot de achter-
wielen over de stoeprand rijden.
Van de stoep afrijden
Uw begeleider plaatst de transportrolstoel voorwaarts
met de zwenkwielen aan de stoeprand en kantelt de rol-
stoel naar achter naar zich toe. Vervolgens duwt hij/zij
de transportrolstoel voorzichtig naar voor, tot de achter-
wielen de weg raken, daarna laat hij/zij de zwenkwielen
weer rustig op de grond komen.