
onDeRhouD
NL
DiBO 29
OMSCHRIJVING DAGELIJKSE CONTROLE
1
Frame
Controleer het frame in zijn totaliteit op loszittende bouten, scheuren en/of
breuken van de lasnaden. houd de machine in de mate van het mogelijke rein
om inwerken van vuil, water, olie en gemorste brandstof te voorkomen.
2
Ven manometer
Bij een uitgeschakelde machine, d.w.z. stilstand van de motor, moet de
manometer 0 bar weergeven. Bij een maximaal presterende machine,
d.w.z. bediend bij een vollast draaiende motor, mag de manometer niet
meer aanduiden dan de maximale door DiBo aangegeven werkdruk, voor
uw machine. na bediening en loslaten van het pistool kan nog een kleine
drukrestant in de leidingen aanwezig blijven. De weergegeven waarde van de
manometer moet tussen 0-30 bar gelegen zijn, de ventielen zijn dan in orde.
3
Hogedrukpomp
Controleer de pomp op loszittende verbindingen, bouten, afdichtingen en
lekkages. Controleer regelmatig het oliepeil van de pomp. als het olieniveau
te veel is gedaald of vervuiling van de olie geconstateerd wordt, dient deze
vervangen te worden alvorens verder te werken. Zet de machine op een
horizontale ondergrond. het oliepeil moet halverwege het peilglas staan. neem
bij twijfel de oliepeilstok los, waarbij het oliepeil tussen beide merkstrepen moet
staan. Indien de pompolie een melkachtige indruk geeft, duidt dit vaak op een
interne lek waardoor er water tot in de olie geraakt. onmiddellijk herstellen is
dan noodzakelijk.
4
Hogedruk- en lagedruk gedeelte
Controleer de slangen, leidingen en koppelingen op uiterlijke beschadigingen
en lekkage. Indien beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden
vervangen.
5
Spuitgereedschap
Controleer lansen en pistolen op lekkage, uiterlijke beschadigingen en
haarscheuren. Indien beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden
vervangen. Controleer het spuitbeeld van de waterstraal, indien deze teveel
uitwaait de nozzle laten vervangen. Controleer de beschermkap- nozzle op
beschadigingen en indien nodig vervangen.
Controleer de schroefdraad van de koppelingen op uiterlijke beschadigingen.
Bij beschadiging deze dadelijk laten vervangen.
6
Elektrisch gedeelte
Controleer zichtbare elektrische bedrading en componenten (o.a. schakelaars)
op uiterlijk zichtbare beschadigingen.
Indien beschadigd de betreffende delen laten vervangen.
7
Motor
• Motorolie: controleer het oliepeil met de peilstok (zie bijgevoegde handleiding
motor).
• Reductiekast: controleer het oliepeil van de reductiekast.
• luchtfilter: controleer of er geen vervuiling voor de luchtopening zit.
• Brandstoffilter / oliefilter: controleren op vervuiling en eventueel reinigen of
vervangen.
Zie de gespecialiseerde instructies in het motorhandboek (bijgeleverd).
8
Olie aftappen/vullen hogedrukpomp
• aftappen: schuif een lekbak onder de aftapplug. Verwijder de aftapplug.
laat alle olie in de lekbak lopen. Monteer de aftapplug (met een nieuwe
pakkingring).Giet de afgetapte olie in een kan. lever de afgetapte olie in bij
uw dealer of bij een bevoegde instantie.
• Vullen: verwijder de oliepeilstok. Vul het pompcarter met olie tot het oliepeil
gelijk komt met het midden van het peilglas (type olie zie technische
gegevens). Controleer het oliepeil aan de hand aan de merkstrepen op de
peilstok. Breng de peilstok weer aan.