NEDERLANDS
158
WAARSCHUWING:
Houd de
zijhandgreep en de behuizing van het
gereedschap stevig vast om de controle
over het gereedschap te behouden
tijdens het opstarten en het gebruik, en
totdat het wiel of accessoire is gestopt
met draaien. Het is belangrijk dat u het
gereedschap pas neerlegt wanneer de
schijf volledig tot stilstand is gekomen.
WAARSCHUWING:
Geef het
gereedschap de tijd om volledig op
snelheid te komen voordat u het
werkoppervlak aanraakt. Til het
gereedschap van het werkoppervlak
voordat u het gereedschap uitschakelt.
Spilvergrendeling (fi g. 1)
Er is in de spilvergrendeling (c) voorzien om te
voorkomen dat de spil ronddraait terwijl u wielen
plaatst of verwijdert. Gebruik de spilvergrendeling
uitsluitend als het gereedschap is uitgeschakeld,
de stekker uit de stroomvoorziening is gehaald, en
volledig tot stilstand is gekomen.
OPMERKING:
Om het risico op schade
aan het gereedschap te voorkomen,
bedient u de spilvergrendeling niet als
het gereedschap in gebruik is. Er kan
schade aan het gereedschap optreden
en het bevestigde accessoire kan
losschieten, hetgeen mogelijk tot letsel
kan leiden.
Om de vergrendeling te bedienen, drukt u de knop
spilvergrendeling (c) in en draait u de spil totdat u
niet in staat bent de spil verder te draaien.
Schuurschijven met een verzonken
middenstuk gebruiken
OPPERVLAKTESCHUREN MET SLIJPSCHIJVEN
1. Geef het gereedschap de tijd om volledig
op snelheid te komen voordat u met het
gereedschap het werkoppervlak aanraakt.
2. Oefen minimale druk uit op het werkoppervlak,
laat het gereedschap op hoge snelheid zijn werk
doen Het rendement van de slijper is het grootst
wanneer het gereedschap op hoge snelheid
werkt.
3. Houd een hoek van 20° tot 30° aan tussen het
gereedschap en het werkoppervlak.
4. Beweeg het gereedschap voortdurend naar
voren en naar achteren zodat er geen groeven
in het werkoppervlak ontstaan.
5. Til het gereedschap van het werkoppervlak
voordat u het gereedschap uitschakelt. Geef het
gereedschap de tijd om te stoppen met draaien
voordat u het neerlegt.
SCHUREN VAN RANDEN MET SLIJPSCHIJVEN
WAARSCHUWING:
Schijven die
worden gebruikt voor zagen en het
schuren van randen kunnen breken
of terugslaan als zij worden gebogen
tijdens werkzaamheden waarbij wordt
gezaagd of diepe gaten worden
geslepen. Voorkom het risico van
ernstig letsel, beperk het gebruik van
deze schijven met een standaard
beschermkap van Type 27 tot
ondiep zagen en kerven (minder dan
13 mm diepte). De open zijde van de
beschermkap moet van de gebruiker
vandaan zijn gericht. Gebruik voor het
dieper zagen met een zaagschijf van
Type 1 een gesloten beschermkap
van Type 1. Raadpleeg de
Tabel
accessoires Slijpen en Zagen
aan
het einde van dit hoofdstuk, daar vindt
u andere accessoires die met deze
slijpmachines kunnen worden gebruikt.
1. Geef het gereedschap de tijd om volledig
op snelheid te komen voordat u met het
gereedschap het werkoppervlak aanraakt.
2. Oefen minimale druk uit op het werkoppervlak,
laat het gereedschap op hoge snelheid zijn werk
doen Het rendement van de slijper is het grootst
wanneer het gereedschap op hoge snelheid
werkt.
3. Ga zo staan dat de open onderzijde van de
schijf van u af is gericht.
4. Verander niet meer de hoek van de zaagsnede
wanneer het zagen is begonnen en er in het
werkstuk een inkeping is ontstaan. Wanneer
u de hoek verandert zal daardoor de schijf
worden gebogen en dat kan leiden tot breuk
van de schijf. Schijven voor het slijpen van
randen zijn niet bestand tegen zijdelingse druk
die wordt veroorzaakt door buigen.
5. Til het gereedschap van het werkoppervlak
voordat u het gereedschap uitschakelt. Geef het
gereedschap de tijd om te stoppen met draaien
voordat u het neerlegt.