Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
11
4PW17551-1B
ECFWER6
Microprocessor-controller voor ventilator-convectoren
I
NSTALLATIE
VAN
DE
LUCHT
-
EN
WATER-
TEMPERATUURSONDES
Positie van de luchttemperatuursonde
(zwart)
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op controllers van
het type ECFWEB6 (FWV- en FWL-units). Bij controllers
van het type ECFWER6 zit de sonde in de controller zelf.
Gebruik de zelfklevende plastic sondehouder die bij de
controller wordt geleverd.
Zie de volgende afbeeldingen voor de installatie van de
luchtsonde:
■
Unit zonder steunvoeten (afbeelding 13)
■
Unit met steunvoeten (afbeelding 14)
■
Unit met luchtaanzuiging vooraan (afbeelding 15)
Positie van de watertemperatuursonde (wit)
Positie voor FWV FWL FWM
Gebruik de speciale koperen sondehouder voor de
watertemperatuursonde en voer de installatie uit zoals
hierna beschreven.
■
Bij systemen met 2 leidingen en zonder kleppen
moet de watertemperatuursonde op de warmte-
wisselaar worden geplaatst (zie afbeelding 16 en
afbeelding 17).
■
Bij systemen met 4 leidingen en zonder kleppen
moet de watertemperatuursonde op de warmte-
wisselaar van het verwarmingscircuit worden
geplaatst. (Zie afbeelding 18)
■
Bij systemen met 2 leidingen met kleppen moet de
watertemperatuursonde op de klepinlaat (op de tak
die van het systeem komt) worden geplaatst. (Zie
afbeelding 19).
■
Bij systemen met 4 leidingen met kleppen moet de
watertemperatuursonde op de verwarmings-
klepinlaat (op de tak die van het circuit komt) worden
geplaatst. (Zie afbeelding 20).
Positie voor FWD en FWB
■
Klep aan de linkerkant
■
zie afbeelding 21 voor FWD
■
zie afbeelding 22 voor FWB
LET OP
■
De standaarddraden op de watersonde
(1,5
m) zijn niet afgeschermd. Deze
draden zijn alleen bedoeld voor gebruik
binnenin de unit en moeten uit de buurt
van de stroomkabel worden geïnstalleerd.
Gebruik altijd afgeschermde kabels als de
watersondedraden niet uit de buurt van de
stroomkabels kunnen worden
geïnstalleerd.
■
De watersondekabel kan indien nodig
worden verkort.
■
Gebruik altijd een afgeschermde kabel
wanneer u de watersondekabel
verlengt.
■
Specificaties van de afgeschermde
kabel:
-
maximumlengte: 100 m
-
minimumdikte: 0,5 mm
2
-
de afscherming moet op
op
de basisunit worden aange-
sloten. Sluit de afscherming aan
de controllerzijde niet aan om
elektromagnetische storingen
te voorkomen.
■
Zie het overeenkomstige bedradings-
schema voor informatie over de
elektrische aansluiting.
4
Watersonde voor systeem met 4 leidingen
2
Watersonde voor systeem met 2 leidingen
Richting van de lucht
Richting van de waterstroom
Bij FWD- en FWB-units met 2 leidingen en
zonder kleppen moet de watertemperatuur-
sonde op de inlaatleiding van de warmte-
wisselaar worden geplaatst.
Bij FWD- en FWB-units met 4 leidingen en
zonder kleppen moet de watertemperatuur-
sonde op de inlaatleiding van de warmte-
wisselaar van het verwarmingscircuit worden
geplaatst.
1B_I+OM_4PW17551-1B.book Page 11 Wednesday, October 5, 2005 9:18 AM
