NEDERLANDS
39
6. RICHTLIJNEN
6.1.
Gespecialiseerd personeel
Het is raadzaam de installatie uit te laten voeren door competent en gekwalificeerd
personeel, dat beschikt over de technische kennis die vereist wordt door de specifieke,
geldende voorschriften op dit gebied
.
Onder gekwalificeerd personeel
verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en
opleiding en op grond van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor
het voorkomen van ongevallen en van de bedrijfsomstandigheden, door de verantwoordelijke voor
de veiligheid van de installatie zijn geautoriseerd om alle noodzakelijke werkzaamheden te
verrichten en die bij het uitvoeren van deze werkzaamheden elk gevaar weten te herkennen en
vermijden (definitie technisch personeel IEC 364).
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte
lichamelijke, sensoriële of mentale vermogens, of die onvoldoende ervaring of kennis ervan
hebben, tenzij zij bij het gebruik van het apparaat onder toezicht staan van of geïnstrueerd worden
door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in het oog gehouden
worden om erop toe te zien dat ze niet met het apparaat spelen. (CEI EN 60335-1: 02)
6.2.
Veiligheid
-
De pomp mag alleen gebruikt worden indien het elektrische systeem beschikt over de veiligheidsinrichtingen
die worden voorgeschreven door de geldende richtlijnen in het land waar het product geïnstalleerd wordt
(voor Italië is dit CEI 64/2).
-
De elektropomp mag
nooit
droog functioneren.
-
De elektropomp kan niet gebruikt worden in zwembaden, vijvers, bassins waar personen aanwezig zijn.
-
De elektropomp is voorzien van een haak waarmee een hijskoord verbonden kan worden, om de machine op
de plaats van opstelling te laten zakken.
De elektropompen mogen nooit worden getransporteerd of
opgetild aan de voedingskabel of in werking worden gesteld terwijl ze aan de voedingskabel hangen.
-
Laat eventuele reparaties aan elektrische onderdelen altijd uitvoeren door gespecialiseerd personeel, slecht
uitgevoerde reparaties zouden beschadigingen en/of ongelukken tot gevolg kunnen hebben.
6.3.
Controle rotatie motoras PULSAR.
Indien, op het moment dat men de schakelaar en/of vlotter bedient, de motor niet werkt en de as niet draait, dient u
te controleren of de bewegende delen vrij kunnen draaien.
Ga hiervoor als volgt te werk:
-
Koppel de elektropomp volledig van het elektriciteitsnet af.
-
Zet de elektropomp in horizontale positie.
-
Verwijder het deksel van het filter door met een schroevendraaier de drie schroeven los te draaien.
-
Werk met een steeksleutel nr. 13 op de zelftappende moer en draai de motoras met de klok mee.
-
Plaats het deksel van het filter terug en installeer de elektropomp zoals beschreven in hoofdstuk 7.
6.4.
Controle rotatie motoras PULSAR DRY.
Indien bij het bedienen van de schakelaar de motor niet werkt en de as niet draait, moet u controleren of de
bewegende delen vrij kunnen draaien.
Ga hiertoe als volgt te werk:
-
Koppel de elektropomp volledig van het elektriciteitsnet af.
-
Plaats de elektropomp in horizontale stand.
-
Verwijder de stalen basis door met behulp van een sleutel de acht schroeven met moer los te draaien.
-
Werk met een zeskantbuissleutel nummer 13 op de zelfborgende moer en draai de motoras met de klok mee.
-
Monteer de stalen basis en installeer de elektropomp zoals beschreven in hoofdstuk 7.
6.5.
SCHOONMAKEN FILTER PULSAR.
Ga als volgt te werk om het filter schoon te maken:
-
Zet de elektropomp in horizontale positie.
-
Verwijder het deksel van het filter door met een schroevendraaier de drie schroeven los te draaien.
-
Maak de binnenkant van het filter schoon en verwijder hierbij de deeltjes die eventueel zijn aangezogen.
-
Controleer of de openingen van het filter vrij zijn van vreemde voorwerpen.
-
Plaats het deksel van het filter terug en installeer de elektropomp zoals beschreven in hoofdstuk 7.
6.6.
Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede functionering van de elektropompen of voor
eventuele schade die door de pompen wordt veroorzaakt, indien deze onklaar gemaakt of
gewijzigd zijn en/of indien men de pompen buiten het aanbevolen werkbereik of tegen de andere
voorschriften uit dit handboek laat functioneren. De fabrikant aanvaardt daarnaast geen enkele
aansprakelijkheid voor mogelijke onnauwkeurigheden in dit instructiehandboek indien deze te
wijten zijn aan druk- of transcriptiefouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor die
wijzigingen aan de producten aan te brengen die hij noodzakelijk of nuttig acht, zonder hiermee
de fundamentele eigenschappen van de producten te veranderen.