DAB PUMPS DTRON3 35/120, Инструкция по установке и обслуживанию

Страница: 53 / 206

NEDERLANDS
49
Alle technische gegevens staan vermeld op het technische etiket van de pomp.
Hieronder vindt u een uitleg van de vermelde waarden (Afb. 4):
Afb
.4 Plaatje
Pos. Beschrijving
1 Beschrijving
2 Revisie
3 Jaar
4 Week
5 Serienummer
6 Max. vloeistoftemperatuur
7 Gebruik
8 Opbrengst
9 Max. opvoerhoogte
10 Min. opvoerhoogte
11 Isolatieklasse
12 Beschermingsgraad
13 Onderdompelbaarheid
14 Nominale spanning
15 Ampère
16 P1
17 P2 pk
18 P2 kW
19 Frequentie
20 Capaciteit condensator
21 Spanning
22 Nom. toerental
23 Logo’s
24 Pompcode
2 INSTALLATIE
Controleer het volgende voordat u de pomp in werking stelt:
De spanning en frequentie op het plaatje met elektrische gegevens van de pomp moeten overeenkomen met de gegevens van
het elektriciteitsnet.
De voedingskabel van de pomp of de pomp zelf mogen niet beschadigd zijn.
De elektrische aansluiting moet op een droge plek worden gemaakt, beschermd tegen eventuele overstromingen.
Het elektrische systeem moet voorzien zijn van een lekst roomschakelaar met I ∆n ≤ 30 mA en een deugdelijke aarding.
Eventuele verlengsnoeren moeten voldoen aan de geldende normen
2.1 Mechanische installatie
Installeer de pomp op een plaats waar hij niet kan bevriezen.
Wanneer de pomp inactief blijft bij een temperatuur onder 0 °C, moet worden verzekerd dat er geen water achtergebleven is dat
de pomp kan beschadigen door te bevriezen.
Hang de pomp op door het koord door het gat te leiden (zie afbeelding 5). De pomp niet ophangen aan de handgreep.
De terugslagklep niet in de buurt van de persleiding van de pomp monteren (d.w.z. op een afstand van minder dan 1 m (3.28ft)).
De pomp heeft namelijk al een ingebouwde terugslagklep in de persleiding.
De pompen DTRON3 bevatten al een klein expansievat, afgesteld voor terugslagen en kleine verliezen.
Om het aantal starts van de pomp te verlagen kan er een hulptank van 2 liter worden gemonteerd (afbeelding 6, A).
Als u nog een terugslagklep wilt monteren (afbeelding 6, B) wordt aanbevolen deze na de hulptank te plaatsen.