NEDERLANDS
53
van de pomp. Verder kan de gebruiker actief interageren met de pomp door deze uiteenlopende instructies te geven, zoals verderop
beschreven.
Om te kunnen communiceren moeten de DTRON3 en COM BOX aan elkaar worden gekoppeld.
De DTRON3 en de COM BOX die in de verpakking zitten zijn al in de fabriek aan elkaar gekoppeld;
Als de twee units al gekoppeld zijn, vindt de verbinding plaats binnen 30 seconden na inschakeling van de COM BOX en de DTRON3. De
verbinding tussen de twee units wordt aangegeven door het vast branden van de blauwe led PLC).
De kwaliteit van de PLC-verbinding kan door talloze factoren worden beïnvloed:
-
Topologie van het elektriciteitsnet
-
Reactieve belastingen op de lijn
-
Lengte van de verbinding
-
Doorsnede van de kabels
Als er communicatieproblemen zijn, moet de afstand (dus de lengte van de elektrische aansluiting) tussen de twee apparaten worden verkort.
De twee apparaten moeten zijn aangesloten op hetzelfde eenfasige elektriciteitsnet en de nul gemeenschappelijk hebben.
5.4
Koppeling van DTRON3 en COM BOX
Zoals beschreven in het vorige hoofdstuk, zijn de DTRON3 en COM BOX die in de verpakking zitten al aan elkaar gekoppeld in de fabriek.
Als een van de 2 apparaten moet worden vervangen, is er een nieuwe koppeling nodig tussen de COM BOX en de DTRON 3. Dit gebeurt met
de volgende procedure:
1)
Koppel de DTRON3 af van het elektriciteitsnet
2)
Elimineer eventuele voorgaande koppelingen op de COM BOX (9.3.)
3)
Breng de COM BOX in de koppelingsfase (9.3.)
4)
Verbind de DTRON3 met het elektriciteitsnet
5)
Controleer de PLC-statusled op de COM BOX, als dit brandt heeft de koppeling met succes plaatsgevonden.
6
REINIGING OPSLAG ONDERHOUD
De pomp behoeft geen onderhoud. Vorst kan schadelijk zijn voor de pomp. Bij zeer lage temperaturen moet de pomp uit de vloeistof
worden gehaald, geleegd worden en beschermd tegen vorst worden opgeborgen. Alvorens de pomp te reinigen moet hij worden
afgekoppeld van het voedingsnet.
Het is raadzaam om de volgende delen schoon te maken met een eenvoudige straal water, nadat de pomp uit de vloeistof is gehaald:
- Filter (open, zie afbeelding 1A )
- Aanzuigfilter met vlotter, in het geval van versie X (zie afbeelding 3)
- Terugslagklep. In dit geval moet het betreffende onderdeel worden verwijderd, zoals getoond op afbeelding 11.
Zorg dat alle onderdelen vervolgens weer op de juiste manier worden gemonteerd.
7
STORINGEN OPSPOREN
Alvorens te beginnen met het opsporen van storingen moet de elektrische verbinding van de elektropomp worden losgemaakt
(stekker uit het stopcontact halen). Als de voedingskabel of een van de elektrische delen van de pomp beschadigd zijn, moet de
reparatie of vervanging worden uitgevoerd door de fabrikant of dienst technische assistentiedienst, of door iemand met een
gelijkwaardige kwalificatie, om elk risico uit te sluiten.
PROBLEMEN
WAARSCHIJNLIJKE OORZAKEN
OPLOSSINGEN
De pomp schakelt niet in of blijft
niet ingeschakeld.
1. De pomp wordt niet gevoed
1. De voeding controleren
2. Geen water
3. Het waterpeil herstellen
De pomp geeft geen water af
1. Het aanzuigrooster en de leidingen zitten verstopt 1. Verstoppingen opheffen
2. De rotor is versleten of geblokkeerd
2. De rotor vervangen of de blokkering opheffen
3. De vereiste opvoerhoogte is hoger dan de
prestaties die de pomp kan leveren
De opbrengst is onvoldoende
1. Het aanzuigrooster zit gedeeltelijk verstopt
1-2 Eventuele verstoppingen verwijderen
2. De rotor of de persleiding zitten gedeeltelijk
verstopt of zijn aangekoekt
De pomp stopt (mogelijke
tussenkomst van de thermische
veiligheidsschakelaar)
1. De vloeistof die verpompt moet worden is te dik
en oververhit de motor.
1-2-3-4 De stekker uit het stopcontact halen en de
oorzaak van de oververhitting opheffen, wachten tot
de pomp is afgekoeld en de stekker weer in het
2. De watertemperatuur is te hoog
Содержание DTRON3 35/120
Страница 3: ...Fig Fig Image Abb Afb Fig Obr Kuva Fig Fig ekil Rys bra Fig Fig 1 Fig 2 Fig 3 Fig 5...
Страница 4: ...Fig 6 Fig 7 Fig 8 Fig 9...
Страница 5: ...Fig 10 Fig 11 Fig 12...
Страница 73: ...70 IEC 536 1 NEC 8 15 20 CEI64 2...
Страница 128: ...126 IEC 536 1 NEC 15 20 CEI64 2...
Страница 129: ...127 1 1 1 ON OFF 110 mm 1 2 50 C 122F 1 mm 0 04 in 1 3 DTRON3 1 A X 1 B 2 5 mm 80mm 35mm 2...
Страница 138: ...136 12 1 5 COM BOX PLC 5 12 2 DTRON3 ANTICYCLING 12 1 ANTICYCLING 12 2 10 COM BOX COM BOX 1 1 2 2 3 3 8 3...
Страница 184: ...183 IEC 536 1 NEC IEC 364 8 15 20 CEI64 2...
Страница 195: ...194 IEC 536 1 NEC IEC 364 8 15 20 CEI64 2...
Страница 196: ...195 1 4 1 ON OFF 110 2 1 50 122 1 0 04 3 1 DTRON3 1 X 1 2 5 80 35 2 X X X 1 X X 3 1...
Страница 202: ...201 7 1 1 2 3 1 1 2 2 3 1 1 2 2 1 1 2 3 4 2 3 4...