8
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u
■
hoe u het apparaat in- en uitschakelt
■
hoe u een functie en temperatuur kiest
■
hoe u de basisinstellingen kunt wijzigen.
■
wanneer u het apparaat automatisch uitschakelt
Apparaat inschakelen
1.
Aan de functieschakelaar draaien, totdat het symbool voor de
gewenste functie wordt verlicht.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een voorgestelde
temperatuur.
2.
Aan de temperatuurkeuzeknop draaien om de voorgestelde
temperatuur te wijzigen.
Het apparaat begint op te warmen.
Aanwijzing:
Wordt er geen voorgestelde temperatuur
weergegeven, dan is de temperatuur van de gekozen functie
een vaste instelling. U kunt deze temperatuur niet veranderen.
Actuele temperatuur
Druk op de infotoets
±
. De actuele temperatuur verschijnt
gedurende 3 seconden.
Aanwijzing:
De actuele temperatuur kan alleen worden
weergegeven bij functies met een temperatuurvoorstel.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.
■
Temperatuur bereikt (Afbeelding A)
■
Apparaat warmt na (Afbeelding B)
Apparaat uitschakelen.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand
Û
terug. Het apparaat
is uitgeschakeld.
Het apparaat heeft een koelventilator. Na het uitschakelen kan
de koelventilator nalopen.
Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de
binnenruimte hoog of laag is.
Basisinstellingen wijzigen
Uw apparaat heeft verschillende standaard basisinstellingen. U
kunt deze basisinstellingen naar wens veranderen.
Het apparaat moet uitgeschakeld en mag niet geblokkeerd zijn.
1.
Infotoets
±
3 seconden lang indrukken om in het
menu Basisinstellingen te komen.
Op het temperatuurdisplay verschijnt
™‚‹
.
2.
Info
toets
±
zo vaak kort indrukken tot het instelsymbool van
de actuele basisinstelling van een submenu op het
temperatuurdisplay wordt weergegeven (bijv.
™„ƒ
).
3.
Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste basisinstelling
binnen een submenu instellen (bijv.
™„„
).
4.
Infotoets
±
3 seconden lang indrukken.
Uw basisinstelling wordt opgeslagen.
U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen.
Automatische veiligheidsuitschakeling
De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd
wanneer u langere tijd geen instellingen op uw ingeschakelde
apparaat uitvoert.
De tijdsduur waarna uw apparaat uitgaat, is afhankelijk van uw
instellingen.
Op het temperatuurdisplay knippert
‹‹‹
. De werking van het
apparaat wordt onderbroken.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand
Û
terug om het te
deactiveren.
Functie
Voorgestelde
temperatuur in
°C
Temperatuur-
bereik in °C
3
Hete lucht
160
40 - 200
“
Hete lucht eco
160
40 - 200
%
Boven- en onder-
warmte
170
50 - 275
0
Pizzastand
220
50 - 275
ë
Broodbakstand
200
180 - 220
$
Onderwarmte
200
50 - 225
4
Rondom-grillen
170
50 - 250
+
Grill, groot
220
50 - 275
(
Grill, klein
180
50 - 275
é
Stoomstand
Vaste instelling
-
x
Ovenreiniging
Stand 0
1, 2 en 3
\
Verlichting van de
binnenruimte
Vaste instelling
-
$
%
Temperatuurdis-
play
Betekenis
•
Restwarmte hoog (boven de 120 ºC)
œ
Restwarmte laag (tussen
60 °C en 120 °C)
Menu Basisinstellingen
Submenu
Basisinstelling
Instel-sym-
bool
Kinderslot
Apparaat gedeblokkeerd
™‚‹
Apparaat geblokkeerd
™‚‚
Apparaat permanent
geblokkeerd
™ƒ‚
Geluidssignaal
Geluidssignaal uit
™„‹
Geluidssignaal 30 secon-
den.
™„‚
Geluidssignaal 2 minuten
™„ƒ
Geluidssignaal 10 minuten
™„„