55
❐
Verbrandingsgevaar! Na het uitschakelen ontsnapt er nog enkele seconden lang hete stoom!
Wees voorzichtig!
❐
Schakel het apparaat altijd uit en trek de netstekker uit de contactdoos voordat u het
vloerreinigingsdoekje verwijdert of de spuitmond verwijdert.
Trek nooit aan het snoer,
maar altijd aan de stekker.
❐
Verbrandingsgevaar! Het vloerreinigingsdoekje / de tapijtglijder / de spuitmond kan tijdens en
kort na het gebruik zeer heet zijn. Wacht daarom enkele minuten tot de doek / de glijder / de
spuitmond volledig is afgekoeld, voordat u het verwijdert.
❐
Pas op: materiële schade! Zeer koude glazen oppervlakken (ruiten in de winter) mogen niet
worden gereinigd met het apparaat.
❐
Controleer vóór elk gebruik het vloerreinigingsdoekje en de tapijtglijder op slijtage. Gebruik
ze niet wanneer deze zichtbaar versleten of beschadigd zijn. Uw vloer zou beschadigd kunnen
raken.
❐
Gebruik het apparaat alleen wanneer het naar behoren functioneert en volledig is gemonteerd
en voor een vloerreiniging het vloerreinigingsdoekje is aangebracht.
❐
Richt de stoom nooit langer dan ca. 10 seconden zonder onderbreking op één plek. Dit kan
leiden tot beschadigingen van het oppervlak.
Vloer reinigen
Het verdient aanbeveling de vloer vóór gebruik van het apparaat grof met een bezem aan
te vegen of met een stofzuiger schoon te zuigen.
1. Breng de handgreepstang met greep alsook de reinigingsvoet aan op de hoofdeenheid. Bevestig
aan de reinigingsvoet het vloerreinigingsdoekje en, wanneer u een tapijt wilt reinigen, de
tapijtglijder (zie hoofdstuk ‘Apparaat monteren’.
2. Vul de watertank (zie hoofdstuk ‘Watertank bijvullen’).
3. Om het netsnoer snel af te wikkelen, draait u de bovenste haak voor de snoeropwikkeling
omlaag. Hang het netsnoer in de snoerhouder, zodat u de stoombezem tijdens het reinigen van
de vloer beter kunt hanteren en niet over het snoer struikelt.
4. Plaats het apparaat rechtop. De scharnier van de reinigingsvoet klikt vast in de verticale positie.
5. Steek de netstekker in een correct geïnstalleerde, goed toegankelijke contactdoos.
6. Schakel het apparaat in, door het indrukken van de aan- / uitschakelaar. Het controlelampje van
de aan- / uitschakelaar gaat rood branden zodra het apparaat met opwarmen begint. Wacht tot
het apparaat de bedrijfstemperatuur heeft bereikt en het controlelampje blauw brandt. Nu kunt
u beginnen met de vloerreiniging.
7. Houd het apparaat vast aan de handgreep en plaats het iets schuin ten opzichte van de vloer
om de standvergrendeling op te heffen.
8. Schuif de reinigingsvoet langzaam heen en weer over de vloer. De vloer wordt daarbij gereinigd.
9. Wanneer er tijdens het gebruik geen of slechts zeer weinig stoom wordt geproduceerd,
controleert u of er zich voldoende water bevindt in de watertank en vult u deze weer bij.
Voordat u de watertank bijvult, drukt u de de aan- / uitschakelaar in, trekt u de netstekker uit de
contactdoos en vult u de watertank bij zoals beschreven in het hoofdstuk ‘Watertank bijvullen’.
Ga vervolgens verder met de vloerreiniging.
10. Wanneer u klaar bent met de vloerreiniging, drukt u de aan- / uitschakelaar in en trekt u de
netstekker uit de contactdoos.
Trek nooit aan het snoer, maar altijd aan de stekker.