NL
52
•
Loshalen:
de ontgrendelingsknop op de telescoopbuis, het
scharnierstuk resp. de verlengbuis indrukken en gelijktijdig
het desbetreffende toebehoor eruit trekken.
Lengte van de telescoopbuis instellen
• De ontgrendelingsknop (
A
) op de telescoopbuis (
6
) in-
drukken en de telescoopbuis op de gewenste lengte eruit
trekken.
• De ontgrendelingsknop loslaten en de buis nog een stukje
verder bewegen, tot hij vastklikt.
Turbomondstuk aanbrengen / loshalen
Voor het turbomondstuk (
9
) is geen mondstukadapter (
5
) nodig.
•
Aanbrengen:
de verlengbuis direct op de telescoopbuis (
6
), het scharnierstuk (
10
)
of de verlengbuis (
7
) aanbrengen. De afsluiting moet hoorbaar vastklikken.
Het turbomondstuk kan
niet
direct op de zuigopening worden aangebracht.
•
Loshalen:
de ontgrendelingsknop op het turbomondstuk in-
drukken en deze eraf trekken.
Mondstukken bevestigen / verwijderen
Met uitzondering van het turbomondstuk (
9
) worden alle mondstukken met behulp van
de mondstukadapter (
5
) bevestigd.
•
Bevestigen:
Steek de mondstukadapter in de zuigopening (
18
). Steek het gewenste
mondstuk op de mondstukadapter.
•
Verwijderen:
Trek het mondstuk en de mondstukadapter uit de zuigopening.
Stofbak verwijderen / plaatsen
•
Verwijderen:
Draai de stofbak (
17
) rechtsom. Zo wordt hij
van de motoreenheid (
13
) ontgrendeld en kan hij worden ver-
wijderd.
•
Plaatsen:
Plaats de stofbak in de motoreenheid. Draai hem
daarbij iets, totdat de klikneuzen van de stofbak goed in de
uitsparingen van de motoreenheid liggen. Draai de stofbak
linksom vast in de motoreenheid. De ontgrendelingsknop van
de stofbak moet zich na bevestiging aan de onderkant van de
zuigopening (
18
) bevinden.
A
open
dicht
open
dicht