NL
1.2 Gebruik volgens de bestemming
De zelfaanzuigende schottenpomp met omloopventiel
en direct bevestigde gelijkstroommotor is bestemd voor
het pompen van de volgende vloeistoffen met inachtne-
ming van de in paragraaf 3.3 genoemde bedrijfsvoor-
waarden:
niet-corrosieve, zelfsmerende vloeistoffen met vlampunt
> 55 °C en viscositeit < 20 cSt, bijv.
- dieselbrandstof
- stookolie EL
Een andere of verder gaande toepassing behoort niet
tot het gebruik volgens de bestemming.
i
Belangrijk!
Tot het gebruik volgens de bestemming behoort
tevens inachtneming van alle instructies in deze
gebruiksaanwijzing.
1.3 Verkeerd gebruik
Verkeerd gebruik is het gebruik met andere vloeistoffen
dan de bij het gebruik volgens de bestemming beschre-
ven vloeistoffen, bijv.: bio-ethanol, chemicaliën, olie
(smeer-, hydraulische, plantaardige olie), biodiesel,
water.
Ontploffingsgevaar!
Ernstig letsel of de dood bij gebruik in omgeving
waar ontploffingsgevaar heerst, door pompmotor
die niet tegen ontploffing beschermd is. Gebruik
de pomp uitsluitend onder omstandigheden waarbij
geen ontploffingsgevaar heerst.
1. Algemeen
1.1 Veiligheid
De pomp voldoet aan de stand van de techniek en de
erkende veiligheidsvoorschriften.
Elk apparaat wordt vóór levering gecontroleerd op
werking en veiligheid.
Bij gebruik volgens de bestemming is de werking van
de pomp veilig.
Bij verkeerd gebruik of misbruik dreigt er gevaar voor:
• de gezondheid van de bediener
• materiaal
• de omgeving
De pomp mag uitsluitend in een probleemloze
technische toestand in de door de fabrikant geleverde
uitvoering worden gebruikt.
Om veiligheidsredenen is het niet toegestaan
wijzigingen aan te brengen (behalve montage van
toebehoren van de fabrikant).
Zorg ervoor:
• dat u zelf alle veiligheidsinstructies begrepen hebt,
• dat de bediener over de instructies geïnformeerd
is en deze begrepen heeft,
• dat de gebruiksaanwijzing toegankelijk is.
1.1.1 Onderhoud en bewaking
De pomp moet regelmatig op veiligheid gecontroleerd
worden, met name d.m.v.:
• een visuele controle op lekkage
(aansluitingen en behuizing)
• een functiecontrole
• inspecties volgens het onderhoudsschema
(zie hoofdstuk 9).
1.1.2 Originele onderdelen gebruiken
Gebruik uitsluitend originele onderdelen van de fabri-
kant of door hem aanbevolen onderdelen. Neem tevens
alle veiligheids- en gebruiksinstructies in acht die bij
deze onderdelen horen. Dit betreft:
• reserve- en slijtageonderdelen
• toebehoren
1.1.3 Bediening/onderhoud van de pomp
Om gevaren te vermijden, moeten alle personen die
betrokken zijn bij inbedrijfstelling, bediening, reparaties
en onderhoud:
• dienovereenkomstig gekwalificeerd zijn,
• deze gebruiksaanwijzing goed doorlezen,
• een opdracht tot uitvoering hebben gekregen,
• de geldende voorschriften voor bedrijfsveiligheid
in acht nemen.
Waarschuwing!
Gevaar voor letsel bij het pompen van vloeistoffen die
een gevaar opleveren voor de gezondheid (bijtend,
giftig enz.). Neem het veiligheidsinformatieblad van de
pompvloeistof in acht. Draag, indien er kans op contact
bestaat, geschikte beschermende kleding (oogbescher-
ming, handschoenen, adembescherming enz.).
Waarschuwing!
Mogelijke milieuvervuiling en materiële schade door
uitlopende pompvloeistof (lekkage of ondeskundig
gebruik). Indien er bij het aftappen vloeistof uittreedt,
moet deze onmiddellijk met een geschikt bindmiddel
worden verwijderd en volgens de voorschriften worden
afgevoerd.
1.1.4 Restrisico
Waarschuwing!
Gevaar voor letsel door onverwacht uittreden van vloei-
stof. De pomp heeft geen veiligheidsschakeling tegen
het zelfstandig opnieuw starten na onderbreking van de
voedingsspanning. Schakel bij uitval van de voedings-
spanning de pomp met de schakelaar UIT en pas na de
uitval handmatig weer AAN.
76