Carl Stahl Kromer 7230 Series, Руководство по эксплуатации

Страница: 16 / 88

De kabel vervangen
Bij deze gewichtscompensator kunt u de kabel vervangen
zonder de veer te ontspannen en zonder het apparaat te
demonteren.
De reserve-onderdelengroep „Kabel compleet” bestaat uit
de kabel met verperste klem op de kabelvasthanging, een
apart meegeleverde messing huls, de gemonteerde kabelin-
trekbegrenzing met rubberen kogel en kabelklem en de
voorgemonteerde kabelkoppeling met spie en een los mee-
geleverde persklem om met het losse kabeluiteinde te wor-
den verperst nadat de kabellengte is ingesteld.
Trek de kabel zo ver mogelijk uit het huis (kabelvasthanging
in het onderste bereik van de spleet in de behuizing zicht-
baar). Blokkeer de kabelhaspel. Dat doet u door de vastzet-
bout (bout met lange spleet bij de kleine huisdiameter) met
een schroevendraaier in te drukken en in deze stand 90°
naar rechts of naar links te draaien.
● Zorg ervoor dat de kabelhaspel goed is geblokkeerd:
een snel teruglopende kabel in onbelaste toestand
als gevolg van een zich deblokkerende kabelhaspel
kan letsel veroorzaken. Bovendien wordt de veer
onherstelbaar beschadigd!
Schuif de kabel naar boven toe uit de kabelhaspel, neem de
huls van de kabel af en trek de kabel in neerwaartse richting
uit de gewichtscompensator tevoorschijn.
Breng van onderen af een nieuwe kabel in de opening van
het huis en in de opening in de kabelhaspel („tunnel”) en
schuif hem naar boven toe door. Schuif de huls over de
kabel op de persklem. Trek de kabel naar onderen toe in de
opening van de kabelhaspel („tunnel”). Zorg ervoor dat
inhanging correct is: De kabel met de huls moet duidelijk
voelbaar in de kabelhaspel worden verankerd.
● Een niet goed verankerde kabel kan – indien hij wordt
belast – uit de vasthanging breken en schade veroor-
zaken!
Hang de werklast vast en breng de kabeltrommel op gang.
Dat doet u door de vastzetbout allereerst in te drukken en
vervolgens ontlastend 90° naar rechts of naar links te draai-
en totdat hij in de oorspronkelijke stand terugspringt.
De veer vervangen
☞ (A) Demontage:
Trek de kabel helemaal in en maak de werklast los. Maak
het apparaat vervolgens los.
De veer ontspannen:
Steek een steeksleutel (SW 17) op de worm. Draai de in de
richting van het symbool „-” (naar links), totdat de kabelin-
trekbegrenzing niet meer tegen de behuizing aanligt. De
veerbreukbeveiliging blokkeert nu de kabeltrommel.
Ontspan de veer in geen geval verder dan tot aan de
volledige ontlasting, want anders wordt ze onher-
stelbaar beschadigd!
Draai het deksel van het huis af. Draai het deksel van de
kabelhaspel los en corrigeer de veerspanning op volledige
ontlasting als dat nodig is. Neem de veer uit de kabelhaspel:
Druk daartoe de bout van de veerbreukbeveiliging helemaal
naar buiten toe en arreteer hem in deze stand met de mee-
geleverde strip.
Vervang de beschadigde veer door een nieuwe veer. Als u
een andere veersterkte gebruikt moet u de type-aanduiding
en het draaglastbereik op het type-aanduidingsplaatje die-
novereenkomstig veranderen.
☞ (B) Montage:
De veer in de kabelhaspel zetten: De buitenste veerinhan-
ging moet in dat geval naar links wijzen en in de spleet van
de kabelhaspel grijpen. De binnenste veerinhanging moet in
de gleuf van de arreteergrendel van de veer grijpen en wel
zodanig dat het geheel feilloos kan werken; draai de arre-
teergrendel van de veer desnoods zodanig door de worm
van de draaglastinstelling dat de veerinhanging in de gleuf
van de arreteergrendel van de veer kan glijden. Maak de
bout van de gearreteerde veerbreukbeveiliging weer vrij.
Draai het deksel van de kabelhaspel vast en gebruik daar-
voor nieuwe tandschijven. Schroeven met borgmiddel
Loctite 241 borgen . Draai het deksel van het huis vervolgens
vast en gebruik hiervoor eveneens nieuwe tandschijven.
Opmerking bij type 7231:
De tegenklinken van de arrêtering moeten in elke fase van
de montage tegen de buitenkant van het trommeldeksel
aanliggen.
Span de veer voor. Zie „Het instellen van het draagvermo-
gen”.
De vervangen veren moeten op de juiste wijze tot
afval worden verwerkt.
WEES VOORZICHTIG: de veren springen open als
de bandages of de nieten worden verwijderd en
kunnen letsel veroorzaken!
De behuizing vervangen
De reserve-onderdelengroep „Behuizing compleet” bestaat
uit de behuizing met deksel, 3 schroeven met tandschijven,
het type-aanduidingsplaatje en de gemonteerde neerstort-
beveiliging.
☞ (C) Demontage:
Net als bij het vervangen van de veer (zie ☞ [A]), wordt de
behuizing gedeeltelijk gedemonteerd. De veer wordt weg-
genomen.
Verwijder met een speciale tang de borgring van de arre-
teergrendel van de veer in de kabelhaspel. Neem de kabel-
haspel uit de behuizing. Wikkel de kabel af, schuif het
uiteinde van de kabel naar boven toe uit de kabelhaspel en
neem de huls van de kabel af. Trek de kabel naar onderen
toe uit de behuizing. Trek vervolgens de arreteergrendel van
de veer uit de kabelhaspel.
De ophanging van de behuizing afnemen: neem de split-
pennen, de oplegschijven, de bout en de haken van de
behuizing af.
Voorzie het type-aanduidingsplaatje van een opschrift (met
balpen).
☞ (D) Montage:
Monteer de ophanging aan de nieuwe behuizing, gebruik
daarvoor nieuwe splitpennen.
Breng de kabel van onderen af in de opening van het huis
en in de opening in de kabelhaspel („tunnel”) en schuif hem
naar boven toe. Schuif de huls over de kabel op de per-
sklem en trek het uiteinde van de kabel helemaal in de gelei-
dingsgleuf (zie De kabel vervangen).
Zet de kabelhaspel in de behuizing en bevestig de borgring
met een speciale tang in de groef op de arreteergrendel van
de veer. Wikkel de kabel op door aan de kabelhaspel te
draaien.
Zorg ervoor dat de kabel correct in de kabelgroef is
opgewikkeld!
De verdere montage geschiedt zoals beschreven bij het
wisselen van de veer (zie ☞ [B]).
16