(tegen de klok in).
2. In de oefeningsmodus draait u de knop om het weerstandsniveau te verhogen of verlagen.
C. Functie invoeren
Druk op de knop om uw programma te kiezen of uw doelwaarden voor de oefening te bevestigen. U kunt de
oefeningstijd, afstand en calorieën instellen, maar kunt er slechts één kiezen om elke keer uw oefeningsdoel te
zijn.
D. Resetten van de monitorfunctie
U kunt de monitor resetten door de knop 3 seconden ingedrukt te houden.
E. Hartslagherstelfunctie
Als u uw oefeningsdoel bereikt hebt, laat de monitor gedurende 5 seconden een piepgeluid horen. Verplaats uw
hand naar de hartslagsensor. Na een minuut ontvangt u uw resultaat.
de tijd begint met tellen van 01:00 - 00:59 - - tot 00:00. Zodra 00:00 is bereikt, toont de computer uw
hartslagherstelstatus in de klassen F1.0 tot F6.0.
1.0 betekent UITMUNTEND
1.0
<
<
<
<
F
<
<
<
<
2.0 betekent UITSTEKEND
2.0
≦
≦
≦
≦
F
≦
≦
≦
≦
2.9 betekent GOED
3.0
≦
≦
≦
≦
F
≦
≦
≦
≦
3.9 betekent REDELIJK
4.0
≦
≦
≦
≦
F
≦
≦
≦
≦
5.9 betekent ONDER HET GEMIDDELDE
6.0 betekent SLECHT
Gewone testafbeelding Geen afbeelding voor hartinvoer
F. Doel hartslag
U kunt de waarde voor uw doelhartslag instellen. Zodra u uw doel bereikt hebt, laat de monitor ter herinnering
een piepgeluid horen.
A. Programma selecteren en waarde instellen
1. Draai aan de knop om de programmamodus te kiezen en druk daarna op ENTER om uw
oefeningsmodus te bevestigen.
2. In de handmatige modus kunt u aan de knop draaien om de TIJD, AFSTAND, CALORIEËN EN
HARTSLAG van uw oefening in te stellen. Druk op de knop om uw doelwaarde te bevestigen.
3. begin met trappen op de apparatuur om met de oefening te starten.
4. Zodra u het doel bereikt hebt, laat de computer een piepgeluid horen en gaat naar de
hartslagherstelfunctie.
B. Wekker Functie
De monitor zet in de SLEEP mode in (LCD staat uit) als er geen signaal doorkomt of als na 4 minuten op geen
enkele toets wordt gedrukt . Druk op het scherm om de monitor opnieuw te starten.
Functies en Kenmerken
1. TIME: Geeft de verstreken trainingstijd aan in minuten en seconden. De computer telt automatisch de
seconden op van 0:00 tot 99:59. U kunt ook de computer zo programmeren dat hij aftelt vanaf een
ingestelde waarde door de UP en DOWN toetsen te gebruiken. Als u doorgaat met trainen wanneer u
bij 0:00 bent, begint de computer te piepen ten teken dat de training af is en gaat terug naar de eerder
ingestelde tijdswaarde.
2. DISTANCE (afstand): Geeft de afstand aan die tijdens de training is afgelegd met een maximum van
99.9 km/Mph.
3. RPM (omwentelingen per minuut): Uw trapritme.
4. WATT: De hoeveelheid mechanische kracht die de computer door middel van uw inspanning ontvangt.
5. SPEED (snelheid): Geeft de waarde van uw trainingssnelheid weer in Km/Mph.
6. CALORIES: De computer maakt op ieder moment van de training een schatting van de hoeveelheid
door u verbrande calorieën .
Содержание CE-685
Страница 56: ......