Robert Bosch Hausgeräte GmbH
39
Mengkom met toebehoren
10 Mengkom
11 Deksel
Hulpstukken
12 Roergarde
13 Klopgarde
14 Kneedhaak met deegvanger
Mixer
15 Houder
16 Mesinzetstuk
17 Afdichtring
18 Mixkom
19 Deksel
20 Trechter
* Indien een van de toebehoren niet
is meegeleverd, kan het in de speciaal-
zaak of bij de klantenservice worden
aangeschaft.
Bedrijfsposities
Attentie!
Het apparaat alleen gebruiken wanneer het
hulpstuk/toebehoren volgens deze tabel is
aangebracht op de juiste aandrijving en in de
juiste positie, en op de bedrijfsstand staat.
De draaiarm moet in elke bedrijfspositie zijn
vastgeklikt.
Instellen van de bedrijfspositie
Afb.
Ontgrendelknop indrukken
en de draaiarm draaien.
De draaiarm op de gewenste positie
zetten en laten vastklikken.
Bedienen
Attentie!
Het apparaat alleen met het toebehoren/
hulpstuk in de bedrijfsstand gebruiken.
Het apparaat niet zonder ingrediënten
gebruiken.
Apparaat en toebehoren niet blootstellen aan
warmtebronnen. De onderdelen zijn niet
geschikt voor gebruik in een magnetron.
Het apparaat en het toebehoren grondig
reinigen voordat u deze voor het eerst
gebruikt, zie „Reiniging en onderhoud”.
Voorbereiden
Het basisapparaat op een vlakke
en schone ondergrond zetten.
Het snoer afwikkelen (afb.
).
Stekker in wandcontactdoos doen.
Roergarde, klopgarde
en kneedhaak
Afb.
Garde (a)
voor het roeren van deeg, bijv. roerdeeg.
Klopgarde (b)
voor het kloppen van eiwit, slagroom
en dun deeg, bijv. biscuitdeeg.
Kneedhaak (c) met deegvanger (d)
voor het kneden van dik deeg en het mengen
van ingrediënten die niet fijngemaakt mogen
worden (bijv. rozijnen, chocolaatjes)
Draaischakelaar op P zetten en
vasthouden tot de aandrijving stilstaat.
Opmerking:
Als de aandrijving niet beweegt,
is de parkeerpositie al bereikt.
nl
Be-
drijfs-
stand
1
2
3
4
5
6
Aanbrengen/verwijderen van de
(roer)garde en de kneedhaak
7
Toevoegen van grote
verwerkings-
hoeveelheden
Verwondingsgevaar!
De stekker pas in het stopcontact steken
wanneer alle voorbereidingen voor het
werken met het apparaat zijn uitgevoerd.
Verwondingsgevaar door roterende
hulpstukken!
Tijdens het gebruik nooit in de mengkom
grijpen. Hulpstukken alleen wisselen wan-
neer de aandrijving stilstaat – na het uit-
schakelen loopt de aandrijving nog even
na. Het apparaat mag uitsluitend worden
gebruikt wanneer de niet-beschermde
aandrijvingen zijn voorzien van de
aandrijvings-beschermingsdeksels.