Nederlands |
97
Bosch Power Tools
1 609 929 R32 | (6.3.08)
Freesdiepte op kopieereenheid instellen
(zie afbeelding H)
Ga als volgt te werk om de freesdiepte fijn in te
stellen:
– Open de spanhendel voor de kopieereenheid
20
.
– U kunt de freesdiepte grof in drie standen
vooraf instellen. Druk daarvoor op de span-
hendel
26
en duw de freesmotor
1
in de ko-
pieereenheid
3
omhoog of omlaag tot deze
bij een niet meer ingedrukte spanhendel
26
in een van de drie uitsparingen
27
wordt ver-
grendeld. De uitsparingen hebben een af-
stand van telkens 12,7 mm.
– Voor de fijninstelling van de freesdiepte
dient de draaiknop van de freesdiepte-fijnin-
stelling
25
. Draai deze knop met de wijzers
van de klok mee om de freesdiepte te vergro-
ten. Draai de knop tegen de wijzers van de
klok in om de freesdiepte te verkleinen. De
verstelweg is op de schaalverdeling op de
draaiknop
25
in inch en millimeter aangege-
ven. Het maximale instelbereik bedraagt
23 mm. De freesdiepteschaalverdeling
24
dient voor extra oriëntatie.
Voorbeeld:
De gewenste freesdiepte moet
10,0 mm zijn. Het proeffrezen leverde een
freesdiepte van 9,5 mm op.
– Stel de schaalverdeling op de draaiknop
25
op „0” zonder daarbij de draaiknop
25
zelf te
verstellen. Stel vervolgens de draaiknop
25
met de wijzers van de klok mee op de waarde
„0,5”.
– Controleer de gekozen freesdiepte door nog-
maals proeffrezen.
Tips voor de werkzaamheden
Freesrichting en freesbewerking
(zie afbeelding I)
f
De freesbewerking moet altijd tegen de
draairichting van het freesgereedschap 18
in plaatsvinden (tegenlopend). Bij het fre-
zen met de draairichting mee (gelijklopend
frezen) kan het elektrische gereedschap uit
uw hand worden getrokken.
Voor het frezen met de invaleenheid
2
gaat u als
volgt te werk:
– Stel de gewenste freesdiepte in. Zie het ge-
deelte
„Freesdiepte instellen”
.
– Zet het elektrische gereedschap met gemon-
teerd freesgereedschap op het te bewerken
werkstuk en schakel het elektrische gereed-
schap in.
– Duw de ontgrendelingshendel voor de inva-
leenheid
21
omlaag en geleid de multifunc-
tionele frees langzaam omlaag tot de inge-
stelde freesdiepte bereikt is. Laat de
ontgrendelingshendel
21
weer los om deze
invaldiepte vast te zetten.
– Voer de freesbewerking met een gelijkmatige
voorwaartse beweging uit.
– Geleid na beëindiging van de freesbewerking
de multifunctionele frees in de bovenste
stand terug.
– Schakel het elektrische gereedschap uit.
Voor het frezen met de kopieereenheid
3
gaat u
als volgt te werk:
–
Opmerking:
Houd er rekening mee dat het
freesgereedschap
18
bij freeswerkzaamhe-
den met de kopieereenheid
3
altijd uit de
voetplaat
12
steekt. Beschadig de sjabloon
of het werkstuk niet.
– Stel de gewenste freesdiepte in. Zie het ge-
deelte
„Freesdiepte instellen”
.
– Schakel het elektrische gereedschap in en
geleid het naar de te bewerken plaats.
– Voer de freesbewerking met een gelijkmatige
voorwaartse beweging uit.
– Schakel het elektrische gereedschap uit. Leg
het elektrische gereedschap niet neer voor-
dat het freesgereedschap volledig tot stil-
stand is gekomen.
Frezen met hulpgeleider (zie afbeelding J)
Voor het bewerken van grote werkstukken of bij
het frezen van groeven kunt u een plank of een
plint als hulpgeleider op het werkstuk bevesti-
gen en de multifunctionele frees langs de hulp-
geleider bewegen. Bij gebruik van de invaleen-
heid
2
geleid u de multifunctionele frees aan de
afgeplatte zijde van de glijplaat langs de hulpge-
leider.
OBJ_BUCH-100-003.book Page 97 Thursday, March 6, 2008 10:50 AM