96
| Nederlands
1 609 929 R32 | (6.3.08)
Bosch Power Tools
Laat na langdurige werkzaamheden met een
laag toerental het elektrische gereedschap af-
koelen door het ca. 3 minuten met maximumtoe-
rental onbelast te laten lopen.
In- en uitschakelen
Stel voor het in- of uitschakelen de freesdiepte
in. Zie het gedeelte
„Freesdiepte instellen”
.
Als u het elektrische gereedschap wilt
inschake-
len
duwt u de aan/uit-schakelaar
5
naar rechts
in stand „
I
”.
Als u het elektrische gereedschap wilt
uitscha-
kelen
duwt u de aan/uit-schakelaar
5
naar links
in stand „
0
”.
Constant-electronic
De constant-electronic houdt het toerental bij
onbelast en belast lopen vrijwel constant en
waarborgt een gelijkmatige arbeidscapaciteit.
Zacht aanlopen
Het elektronisch zacht aanlopen begrenst het
draaimoment bij het inschakelen en verlengt de
levensduur van de motor.
Freesdiepte instellen
f
De freesdiepte mag alleen worden inge-
steld wanneer het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is.
Freesdiepte op invaleenheid instellen
(zie afbeelding G)
Ga als volgt te werk om de freesdiepte grof in te
stellen:
– Plaats het elektrische gereedschap met het
gemonteerde freesgereedschap op het te be-
werken werkstuk.
– Stel de fijninstelweg in met de huls
10
in het
midden.
– Stel de standenaanslag
13
op de laagste
stand; de standenaanslag klikt merkbaar
vast.
– Draai de vleugelschroef op de diepteaanslag
9
zodanig dat de diepteaanslag
7
vrij kan be-
wegen.
– Duw de ontgrendelingshendel voor de inva-
leenheid
21
omlaag en geleid de multifunc-
tionele frees langzaam omlaag tot het frees-
gereedschap
18
het werkstukoppervlak
raakt. Laat de ontgrendelingshendel
21
weer
los om deze invaldiepte vast te zetten.
– Duw de diepteaanslag
7
omlaag tot deze de
standenaanslag
13
raakt. Zet de schuif met
de indexmarkering
8
op stand „0” van de
freesdiepteschaalverdeling
6
.
– Stel de diepteaanslag
7
op de gewenste
freesdiepte en draai de vleugelschroef op de
diepteaanslag
9
vast. Let erop dat u de schuif
met de indexmarkering
8
niet meer verstelt.
– Druk op de ontgrendelingshendel voor de in-
valeenheid
21
in en geleid de multifunctione-
le frees naar de bovenste stand.
Bij grotere freesdiepten dient u een aantal be-
werkingsstappen met telkens een geringe
spaanafname uit te voeren. Met behulp van de
standenaanslag
13
kunt u de freesbewerking in
verschillende fasen verdelen. Stel daarvoor de
gewenste freesdiepte met de laagste stand van
de standenaanslag in en kies voor de eerste be-
werkingsstappen eerst de hoogste standen. De
afstand van de standen bedraagt ca. 3,2 mm.
Na eenmaal proeffrezen kunt u door het draaien
van de huls
10
de freesdiepte nauwkeurig op de
gewenste maat instellen. Draai tegen de wijzers
van de klok in om de freesdiepte te vergroten.
Draai met de wijzers van de klok mee om de
freesdiepte te verkleinen. De markering op de
diepteaanslag
7
dient daarbij ter oriëntatie. Een
slag komt overeen met een verstelweg van
0,8 mm. Een van de vier maatstreepjes op de bo-
venrand van de huls
10
komt overeen met een
verandering van de verstelweg van 0,2 mm.
Voorbeeld:
De gewenste freesdiepte moet
10,0 mm zijn. Het proeffrezen leverde een frees-
diepte van 9,6 mm op.
– Druk op de ontgrendelingshendel voor de in-
valeenheid
21
in en geleid de multifunctione-
le frees naar de bovenste stand.
– Draai de huls
10
0,4 mm resp. twee maats-
treepjes (verschil van gewenste en werkelij-
ke waarde) tegen de wijzers van de klok in.
– Controleer de gekozen freesdiepte door nog-
maals proeffrezen.
OBJ_BUCH-100-003.book Page 96 Thursday, March 6, 2008 10:50 AM