Nederlands |
99
Bosch Power Tools
1 609 929 T67 | (3.7.09)
De meetwaarde verschijnt meestal binnen
0,5 seconden en uiterlijk na 4 seconden. De
duur van de meting is afhankelijk van de afstand,
de lichtomstandigheden en de weerspiegeling-
seigenschappen van het doeloppervlak. Het ein-
de van de meting wordt aangegeven door een
geluidssignaal. Na beëindiging van de meting
wordt de laserstraal automatisch uitgeschakeld.
Als ca. 20 seconden na het richten geen meting
plaatsvindt, wordt de laserstraal automatisch
uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
Referentievlak kiezen (zie afbeeldingen A–E)
Voor de meting kunt u uit vier verschillende re-
ferentievlakken kiezen:
– de achterkant van het meetgereedschap of
de voorkant van de zijwaarts uitgeklapte aan-
slagstift
18
(bijvoorbeeld bij het leggen tegen
buitenhoeken),
– van de punt van de naar achteren geklapte
aanslagstift
18
(bijvoorbeeld voor metingen
uit hoeken),
– de voorkant van het meetgereedschap (bij-
voorbeeld bij het meten vanaf de rand van
een tafel),
– de schroefdraad
21
(bijvoorbeeld voor
metingen met statief).
Druk voor de keuze van het referentievlak zo
vaak op de toets
8
tot in het display het gewens-
te referentievlak wordt weergegeven. Na het in-
schakelen van het meetgereedschap is altijd de
achterkant van het meetgereedschap als refe-
rentievlak vooraf ingesteld.
Achteraf veranderen van het referentievlak van
reeds uitgevoerde metingen (bijvoorbeeld bij
weergave van meetwaarden in de meetwaarden-
lijst) is niet mogelijk.
Permanente laserstraal
U kunt het meetgereedschap indien nodig op
permanente laserstraal instellen. Druk daarvoor
op de toets Permanente laserstraal
2
. In het dis-
play brandt de indicatie
„LASER”
continu.
f
Richt de laserstraal niet op personen of
dieren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook
niet vanaf een grote afstand.
De laserstraal blijft in deze instelling ook tussen
de metingen ingeschakeld. Voor de meting hoeft
u de toets Meten
7
slechts éénmaal kort in te
drukken.
Druk voor het uitschakelen van de permanente
laserstraal opnieuw op de toets
2
of schakel het
meetgereedschap uit.
Als de permanente laserstraal tijdens een me-
ting wordt uitgeschakeld, wordt de meting auto-
matisch beëindigd.
Displayverlichting
Voor het in- en uitschakelen van de displayver-
lichting drukt u op de toets
11
. Als er binnen 10
seconden na het inschakelen van de displayver-
lichting geen toets wordt ingedrukt, wordt de
verlichting uitgeschakeld om de batterijen te
ontzien.
Geluidssignaal
Als u het geluidssignaal wilt
inschakelen, drukt u zo vaak
op de functiewisseltoets
3
tot
in het display de indicatie
voor de geluidsinstelling ver-
schijnt. Door het indrukken
van de plustoets
6
of de min-
toets
12
kiest u de gewenste
instelling.
De gekozen instelling van het geluidssignaal
blijft bewaard bij het uit- en inschakelen van het
meetgereedschap.