Nederlands |
105
Bosch Power Tools
F 016 L81 531 | (4.4.16)
– Is de terugslagrem losgemaakt en haar werking gewaar-
borgd?
– Draagt u de vereiste beschermende uitrusting? Gebruik
een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Overige be-
schermende uitrusting voor uw hoofd, handen, benen en
voeten wordt aanbevolen. Geschikte beschermende kle-
ding vermindert de kans op verwondingen door wegvlie-
gend materiaal en het onbedoeld aanraken van de zaagket-
ting.
Terugslag van de zaag (zie afbeelding F)
Terugslag van de zaag is het plotseling omhoog- of terugslaan
van de lopende kettingzaag. Dit kan optreden bij aanraking
van de zwaardpunt met het zaagmateriaal of bij een vastklem-
mende ketting.
Wanneer zaagterugslag optreedt, reageert de kettingzaag op
onvoorspelbare wijze en kan deze ernstig letsel veroorzaken
bij de bediener of bij personen in de omgeving van de zaag.
Zijwaarts zagen, schuin zagen en in de lengte zagen moet bij-
zondere voorzichtigheid gebeuren omdat de klauwaanslag
8
hierbij niet kan worden toegepast.
Ter voorkoming van zaagterugslag:
– Zet de kettingzaag zo vlak mogelijk aan.
– Werk nooit met een losse, verslapte of sterk versleten
zaagketting.
– Slijp de zaagketting zoals voorgeschreven.
– Zaag nooit boven schouderhoogte.
– Zaag nooit met de punt van het zwaard.
– Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast.
– Gebruik altijd een door Bosch geadviseerde terugslagrem-
mende zaagketting.
– Gebruik de klauwaanslag
8
als hefboom.
– Let op de juiste kettingspanning.
Algemene werkwijze (zie afbeeldingen F – I)
Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast, de voorste
handgreep met uw linkerhand en de achterste handgreep met
uw rechterhand. Pak de grepen altijd volledig met duim en
vingers vast. Zaag nooit eenhandig.
Gebruik de kettingzaag alleen wanneer u stevig staat. Houd de
kettingzaag iets rechts van uw eigen lichaam.
De zaagketting moet vóór het contact met het hout op volle
snelheid lopen. Gebruik daarbij de klauwaanslag
8
om de ket-
tingzaag op het hout te laten steunen. Gebruik tijdens het za-
gen de klauwaanslag als hefboom.
Zet bij het zagen van dikke takken of stammen de klauwaan-
slag op een lager punt neer. Trek daarvoor de kettingzaag te-
rug om de klauwaanslag los te maken en deze lager aan te zet-
ten. Verwijder de kettingzaag daarbij niet uit de zaagsnede.
Druk bij het zagen niet met kracht op de zaagketting, maar
zorg met de klauwaanslag
8
voor een lichte hefboomdruk.
Gebruik de kettingzaag nooit met gestrekte armen. Probeer
niet op moeilijk bereikbare plaatsen te zagen, of staand op
een ladder. Zaag nooit boven schouderhoogte.
De beste zaagresultaten worden bereikt wanneer de ket-
tingsnelheid niet door overbelasting daalt.
Voorzichtig aan het einde van de zaagsnede. Zodra de ketting-
zaag uit de zaagsnede komt, verandert de gewichtskracht on-
verwacht. Er bestaat gevaar voor letsel van benen en voeten.
Verwijder de kettingzaag alleen met een lopende zaagketting
uit de zaagsnede.
Boomstammen zagen (zie afbeeldingen G en J)
Neem bij het zagen van boomstammen de volgende veilig-
heidsvoorschriften in acht:
Leg de stam neer zoals op de afbeelding weergegeven en on-
dersteun deze zodanig dat de zaagsnede niet sluit en de zaag-
ketting niet vastklemt.
Leg korte stukken hout voor het zagen recht neer en klem de-
ze vast.
Zaag alleen voorwerpen van hout. Voorkom aanraking van
stenen en spijkers, omdat deze omhoog geslingerd kunnen
worden, de zaagketting kunnen beschadigen of ernstig letsel
bij de gebruiker of omstanders kunnen veroorzaken.
Raak met de lopende kettingzaag geen draadafrasteringen of
de grond aan.
De kettingzaag is niet geschikt voor het snoeien van dunne
takken.
Zagen in lengterichting dient met bijzondere zorgvuldigheid
te gebeuren, omdat de klauwaanslag
8
dan niet kan worden
gebruikt. Geleid de kettingzaag in een platte hoek om terug-
slag van de zaag te voorkomen.
Bewerk bij zaagwerkzaamheden op een helling stammen of
liggend zaagmateriaal van bovenaf of aan de zijkant staand.
Let vanwege de kans op struikelen op boomstronken, takken,
wortels, enz.
Zagen van hout onder spanning (zie afbeelding J)
Onder spanning staand hout en onder spanning staan-
de takken en bomen mogen alleen door een daartoe op-
geleid vakman worden gezaagd. Er is uiterste voorzich-
tigheid geboden.
Er bestaat een verhoogd risico op
ongevallen.
Als hout aan beide zijden wordt ondersteund, zaagt u eerst
van boven (
Y
) een derde gedeelte van de diameter door de
stam en zaagt u vervolgens van onderen (
Z
) op dezelfde
plaats de stam door om splinteren en vastklemmen van de
kettingzaag te voorkomen. Voorkom daarbij contact van de
zaagketting met de grond.
Als het hout slechts aan één zijde wordt ondersteund, zaagt u
eerst van onderen (
Y
) een derde van de diameter naar boven
en zaagt u vervolgens op dezelfde plaats van boven (
Z
) de
stam door om splinteren en vastklemmen van de kettingzaag
te voorkomen.
Bomen vellen (zie afbeelding K)
Draag altijd een veiligheidshelm om beschermd te zijn
tegen vallende takken.
Met de kettingzaag mogen alleen bomen worden ge-
veld waarvan de stamdiameter kleiner is dan de lengte
van het zwaard.
OBJ_BUCH-1275-004.book Page 105 Monday, April 4, 2016 1:04 PM