7(12)
031371 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Verwijder de kunststof afdekbak, het reservewiel en de kunststof bak van de autokrik.
Maak de binnenbekleding van de reservewielruimte dusdanig los dat de 4 moeren van het
achterbord zichtbaar zijn.
3. Demonteer de zijbekleding links en rechts in de kofferruimte zodat de 2 bouten links en
rechts aan de zijkant van de kofferruimte zichtbaar zijn.
4. Demonteer de bumper als volgt:
-
verwijder de 2 bouten links en rechts aan de zijkant van de kofferruimte
-
de 4 moeren van het achterbord
-
de 2 bouten aan de onderkant van de auto en de bouten in het spatbord
Verwijder de bumper.
5. Voor een optimale afdichting de gaten van steunen "1" en "2" volgens detail 1 afdichten.
6. Demonteer de binnenbumper inclusief steunen door de 4 grote moeren van het achterbord en
de 2 grote moeren bij de uitlaten links en rechts te verwijderen.
Verwijder de 2 kunststof dopjes links en rechts in de kofferruimte.
7. Monteer de steunen “1” en “2” bij de gaten “A” en bevestig deze met steunen “3” en “4” d.m.v.
de bouten M10x40 inclusief sluitringen, carrosserieringen, veerringen en moeren.
Monteer bij de gaten “B” de bouten M10x35 inclusief sluitringen, carrosserieringen, veerringen
en moeren.
8. Monteer strip “5” in de kofferbak d.m.v. de bouten M10x30 inclusief veerringen.
9. Monteer de onderhaak “6” bij de gaten “C” d.m.v. de bouten M10x30, inclusief veerringen en
moeren.
10. Monteer bumpersteunen “7” bij de gaten “D” d.m.v. de bouten M8x25, veerringen en moeren.
11. Demonteer de aluminium binnenbumper van de bestaande steunen en monteer deze met de
bestaande bouten en moeren op steunen “7” bij de gaten “E”.
12. Monteer de kogel “8” en de stekkerdoosplaat “9” bij de gaten “F” d.m.v. de
bouten M12x70, veerringen en moeren.
13. Zet de trekhaak vast. Hanteer hierbij de aanhaalmomenten zoals aangegeven op pagina 1.
14. Monteer de bumper en alle onder punt 2 t/m 4 verwijderde onderdelen terug.
15.
Let op: Mercedes voorschrift:
Bij de montage van de trekhaak moet een andere
koelventilator met een hoger vermogen van 600W in plaats van 400W gemonteerd worden.
031371 ANBAUANWEISUNG
1.
Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im Bereich
der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2.
Den Kunststoffbehälter, das Reserverad und den Kunststoffbehälter der Wagenheber entfernen.
Die Innenverkleidung des Reserveradraums derartig lösen so dass die 4 Muttern des Abschlußbleches
sichtbar sind.
3.
Die Seitenverkleidung links und rechts im Kofferraum derartig demontieren so daß die zwei
Schrauben links und rechts an der Seite des Kofferraums sichtbar sind.
4.
Den Stoßfänger wie folgt demontieren:
-
Die zwei Schrauben links und rechts an der Seite des Kofferraums
-
die vier Muttern des Abschlußbleches
-
die zwei Schrauben an der Unterseite des Fahrzeugs
-
und die Schrauben im Schmutzfänger entfernen.
Den Stoßfänger entfernen.
5.
Für eine optimale Abdichtung sind die Löcher der Stützen "1" und "2" gemäß Angabe 1 zu
verschließen.
6. Den Innenstoßfänger mit Stützen demontieren; hierfür die vier großen Muttern des Abschlußbleches und
die zwei großen Muttern am Auspuff links und rechts entfernen. Die zwei Gummiabdichtungen links und
rechts im Kofferraum entfernen.
7. Die Stützen “1” und “2” an den Löchern “A” montieren und diese mit Stützen “3” und “4” mit Schrauben
M10x40, Unterlegscheiben, Karosseriescheiben, Federringen und Muttern befestigen.
An den Löchern “B” die Schrauben M10x35, Unterlegscheiben, Karosseriescheiben, Federringen und
Muttern montieren.
8. Platten “5” im Kofferraum mit Schrauben M10x30 und Federringen montieren.
9. Den Querträger “6” mit Schrauben M10x30, Federringen und Muttern an den Löchern “C” montieren.
10. Die Stützen “7” mit Schrauben M8x25, Federringen und Muttern an den Löchern “D” montieren.
11. Den Aluminium-Innenstoßfänger von den vorhandenen Stützen demontieren und diese mit den
vorhandenen Schrauben und Muttern auf den Stützen “7” (Löcher “E”) montieren.
12. Die Kugel “8” und die Steckdosenhalteplatte “9” mit Schrauben M12x70, Federringen und Muttern an den
Löchern “F” montieren.
13. Die Anhängevorrichtung festziehen. Handhaben Sie hierbei die Anzugsmomente gemäß Seite 1.
14. Den Stoßfänger und alle unter Punkt 2,3 und 4 entfernten Unterteile wieder montieren
15.
Achtung: Mercedes Vorschrift:
Bei Montage einer Anhängevorrichtung muß ein anderer
Kühlventilator mit einer höheren Leistung von 600W statt 400 W montiert werden
NL
D
