18
ALGEMENE OPMERKINGEN
De pomp is ontworpen voor de circulatie van vloeistoffen die het aluminium niet aantasten, zoals water, stookolie, diese-
lolie. De vloeistof mag geen schurende bestanddelen bevatten. Mag wel vuil zijn.
De operator moet zich er hoe dan ook van vergewissen dat de gebruikte vloeistof de pomp niet kan beschadigen.
b
LEVENSGEVAAR.
Het is verboden om benzine, oplosmiddelen of andere ontploffingsgevaarlijke stoffen met een ontbrandingspunt
< 55 °C te laten circuleren.
Aanvoer
Collector
Retour
Collector
ZONNECOLLECTOREN
HYDRAULISCHE
GROEP
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De elektrische aansluitingen mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Let bij pompen met een driefasemotor (400 V) op de draairichting van de motor. Bovendien dient een geschikte veili-
gheidsschakelaar te worden geïnstalleerd. Let op de waarden op het technische plaatje. Anders kan bij beschadigingen
aan de motor de garantie vervallen.
De verlengkabels moeten tenminste dezelfde doorsnede als de kabels van de pomp bezitten. Bij een lengte van meer
dan 20 m moeten de verlengkabels langer dan de kabels van de pomp zijn. Anders kunnen de wikkelingen van de motor
beschadigd worden en zal de garantie vervallen.
Installeer om veiligheidsredenen altijd een aardlekschakelaar die de pomp in geval van storing onmiddellijk uit-
schakelt.
WERKING
Draai de slangen op de ingang en uitgang van de pomp
hermetisch dicht.
Let op de stroom- en draairichting.
Voor een afzuighoogte van meer dan 3 meter moet een
voetklep worden gebruikt en wordt geadviseerd de zuig-
slang te vullen. Maximale zuighoogte: 7 m.
Zet de motor aan – de pomp zuigt aan.
Voor vullen onder druk de pomp zonder uitgangsslang
laten draaien totdat hij regelmatig loopt.
De pomp mag maximaal 60 sec. droog lopen.
De zuigleiding of pompuitgang kunnen alleen geduren-
de korte tijd afgesloten worden, anders raakt de pomp
oververhit.
NA HET WERK
De motor uitzetten en de pomp in een omgeving zonder vorstgevaar wegzetten.