Korte handleiding
BENNING SUN 2
Belangrijke informatie
De uitvoerige handleiding (zie PDF-bestand op de CD) le-
zen, voordat u de BENNING SUN 2 gebruikt.
De BENNING SUN 2 mag uitsluitend door opgeleid vakkun-
dig personeel worden bediend.
Uitsluitend de temperatuursensoren en aansluitkabels
gebruiken die zich in de levering van de BENNING SUN 2
bevinden.
De temperatuursensoren mogen geen contact maken met
blanke, spanningvoerende onderdelen.
De BENNING SUN 2 is uitsluitend ontworpen voor meting
in een droge omgeving.
De BENNING SUN 2 wordt gevoed door twee 1,5 V AA-bat-
terijen (IEC LR6). Er mogen alkaline-, oplaadbare NiCd- of
NiMH-batterijen worden gebruikt.
In-, uitschakelen
Het toestel wordt in- of uitgeschakeld door de knop
3
en de knop
4
tegelijkertijd in te drukken. Na inschakeling bevindt het toestel zich
in de modus voor met meten van de binnenvallende zonnestralen, de
hellingshoek en de kompaspeiling. Wanneer er geen knoppen worden
ingedrukt, schakelt het toestel na ca. 120 sec. automatisch uit (
APO
,
A
uto-
P
ower
O
ff).
HOLD-functie
De knop
7
indrukken om de weergavewaarden gedurende max. 120
sec. op de LCD-display op te slaan. De HOLD-weergave
8
bevestigt het
opslaan. Opnieuw indrukken van de knop
7
schakelt terug naar de
meetmodus.
Datalogger (5000 records) met realtime-klok voor het opslaan van
de binnenvallende zonnestralen en module-/omgevingstempera-
tuur
Gebruikt
geheugen
Batterijspanning
Beschikbaar
geheugen
Meetinterval
(1 min. - 60 min.)
Ÿ
Wisselende weergave
Ÿ
Ŋņņņņņņņņņņņņņņņŋ
Set-up datalogger
1. Knop
(LOG)
7
gedurende > 5 sec. indrukken om de datalog-
ger te activeren. Display: „LOG“
De display geeft afwisselend het gebruikte/vrije geheugen en de
batterijspanning/het meetinterval in minuten weer.
2. Knop
(LOG)
7
opnieuw gedurende > 5 sec. indrukken om
het meetinterval af te stellen. Display: „Int“
Via de knoppen
4
ŸHQ
5
źNDQKHWPHHWLQWHUYDOPLQWRW
60 min.) in stappen van een minuut verhoogd resp. verlaagd
worden.
3. Knop
3
ŹLQGUXNNHQRPGHRSVODJPRGXVZHHUWHJHYHQ'LV
-
play: „dAtA“.
Via de knoppen
4
ŸHQ
5
źNXQQHQÄ6W23³LQGLHQJHKHX
-
gen vol) of „rOLL“ (de oudste meetwaarden worden voortdurend
overgeschreven) worden geselecteerd.
4. Knop
3
ŹRSQLHXZLQGUXNNHQRPKHWJHKHXJHQWHZLVVHQ'LV
-
play: „dEL“
Via de knoppen
4
ŸHQ
5
źNDQÄ<(6³RIÄ1R³ZRUGHQJHVH
-
lecteerd, om het geheugen te wissen.
5. Via de knop
7
(OK) kan de instelling op ieder moment wor-
den opgeslagen. Knop
3
of
4
indrukken om de datalog-
ger te verlaten.
Datalogger starten/stoppen
1. Knop
(LOG)
7
gedurende > 5 sec. indrukken om de datalog-
ger te activeren. Display: „LOG“
2. Knop
(LOG)
7
opnieuw indrukken en vervolgens knop
(OK)
7
om „run“ te bevestigen. De meetwaarden worden met
een tijd-/datumstempel naar het interne geheugen geschreven.
De LCD-display gaat uit en het toestel schakelt in de stroombe-
sparende stand-by-modus.
3. Om de voortgang van de datalogger weer te geven een wille-
keurige knop indrukken. De LCD-display gaat aan en gaat ver-
volgens weer uit.
4. Om de datalogger te stoppen een willekeurige knop indrukken
om de datalogger weer te geven. Knop
(LOG)
7
indrukken
en vervolgens knop (OK)
7
om „StOP“ te bevestigen. Knop
3
of
4
indrukken om de datalogger te verlaten.
Datalogger via USB-interface afvragen
1. Eén keer drivers en downloadprogramma van cd-rom installe-
ren.
2. BENNING SUN 2 via USB-verbindingskabels op pc aansluiten
en toestel inschakelen.
3. Downloadprogramma starten, COM-port kiezen/actualiseren en
op „Download“ klikken.
4. Meetwaardedownload start.
Instellen van datum en tijd
Tijd/24-uurs weergave
Ź
Dag/maand
Ź
Jaar
Ź
Datum en tijd
1. Knop
5
indrukken om de tijd/datum op de LCD-display weer te
geven.
2. Knop
5
opnieuw gedurende > 5 sec. indrukken, totdat de weer-
gave van de uren knippert.
.QRSŹ
3
selecteert het veld tijd/datum (veld knipperend).
9LDGHNQRSSHQŸ
4
HQź
5
wordt de waarde verhoogd resp.
verlaagd.
5. Knop
(OK)
7
indrukken om de afstelling op te slaan.
Meetgebieden
Functie
Gebied
Binnenvallende zonnestralen
Resolutie/nauwkeurigheid
100 Wm² - 1250 Wm²
1 Wm²/ ± (5 % + 5 digit)
Temperatuur (module/omgeving)
Resolutie/nauwkeurigheid
- 30 °C tot + 125 °C
1 °C/ ± 1°C
- 22 °F tot + 257 °F
1 °F/ ± 1 °F
Kompaspeiling (richten)
Resolutie/nauwkeurigheid
0 ° tot 360 °
1 °/ ± 10°
Hellingsmeter
Resolutie/nauwkeurigheid
0 ° tot 80 °
1 °/ ± 2 °
02/ 2012
BENNING SUN 2
1
02/ 2012
BENNING SUN 2
6
02/ 2012
BENNING SUN 2
5