Systeemindicaties
De indicatielampjes die aangeven welke zender de Bellman Visit Flash-
ontvanger heeft geactiveerd, hebben normaliter de volgende betekenis:
het oranje indicatielampje geeft een babyalarmzender aan;
het groene indicatielampje geeft een deurbelzender aan;
het gele indicatielampje geeft een telefoonzender aan;
het rode indicatielampje geeft een brandalarm aan.
Als de groene en gele indicatielampjes om beurten knipperen, geeft dit aan dat
de Bellman Visit Flash-ontvanger in de radiotoetsselectiemodus staat. De Bellman Visit
Flashontvanger wacht in dat geval op een radiosignaal van de zender in het Bellman Visit
systeem waarmee de ontvanger op dezelfde radiotoets wordt ingesteld als de zender.
Knipperlicht
Wanneer de Bellman Visit Flash-ontvanger wordt geactiveerd, knippert het knipperlicht (2)
met een fel wit licht.
De kop met knipperlicht kan in elke gewenste positie worden gedraaid. Hij kan
bijvoorbeeld ook in de richting van de muur worden gedraaid om verblinding te
voorkomen.
Trilling
Op de Bellman Visit Flash-ontvanger kan een Bellman bedtriller BE1270 (accessoire) worden
aangesloten via de speciale ingang . De bedtriller kan onder het kussen worden gelegd
om de gebruiker te wekken wanneer de Bellman Visit Flash-ontvanger wordt geactiveerd.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de betreffende Bellman Visit zender voor meer
informatie over de diverse trilsignalen.
Voeding
Wanneer het indicatielampje oplicht, is de Bellman Visit Flash-ontvanger op de juiste
wijze aangesloten op de voeding.
1
Draaibare reflector
2
Knipperlicht
3
Oranje indicatielampje
4
Groen indicatielampje
5
Geel indicatielampje
6
Rood indicatielampje
7
Aansluiting voor voedingseenheid
8
Telefooningang voor analoge telefoon
9
Testknop
10
Vibratoruitgang
11
Kabelhouder
12
Tafelsteun
13
Groen indicatielampje
Zie de
appendix
voor meer Nederlandstalige informatie over het product.
Verhelpen van de meest voorkomende problemen
44
45
Probleem
Oplossing
Er gebeurt niets.
Controleer of de voeding op de juiste wijze is
aangesloten. Het indicatielampje moet groen
oplichten.
Controleer of er spanning staat op de wandcontactdoos.
De ontvanger wordt niet
geactiveerd.
Controleer de batterijen in de zenders.
Controleer of de ontvanger niet te ver verwijderd is van
de zenders door hem dichter bij de zenders te plaatsen.
Controleer of de ontvanger op de juiste radiotoets is
ingesteld. Zie
Functie/Radiotoets
voor meer informatie.
De ontvangers in het systeem
versturen signalen zonder dat
er iets aan de hand is.
Wijzig de radiotoets op alle eenheden in het systeem.
Zie
Functie/Radiotoets
voor meer informatie.
CZ
DE
DK
ES
FI
FR
GB
GR
HU
IT
NL
NO
PL
PT
SE
SRB
APP