
20
1155..
AAuuttoom
maattiisscchhee sslluuiittiinngg
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel tijdens de beweging van de poort!
Schade of letsel kan zich voordoen in het gebied van de poortinstallatie tijdens
de poortbewegingen. De poortvleugel kan in botsing komen met personen die
zich in het bewegingsbereik van de poort bevinden en hen (ernstig) verwon-
den. De ledematen kunnen door de poort worden opgevangen en
meegesleept. Het risico bestaat dat ledematen die tussen de schuifpoort en
vaste onderdelen van het systeem komen, worden afgesneden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE TER VOORKOMING VAN GEVAAR
Kinderen en dieren moeten uit de buurt van het hek worden gehouden
als het hek in beweging is. Kinderen mogen
niet aan de poort spelen.
Zorg ervoor dat er zich geen personen of voorwerpen op het pad van de
poort bevinden.
De vrije ruimte tussen de poortvleugel en de vloer moet zo worden ge-
kozen dat er geen gevaar is voor het meenemen van voeten.
Indien mogelijk mag de deur alleen worden bediend als er visueel
contact is met het bewegingsbereik van de deur.
Bewaak de deurbeweging totdat de deur zijn eindpositie heeft bereikt.
Tijdens het openen en sluiten van de deur mag het werkgebied van het
deursysteem
niet worden betreden of doorlopen!
Sta
niet stil in het open deursysteem!
Installeer indien mogelijk een noodstopcommando, zodat in geval van
nood een onmiddellijke stop kan worden geactiveerd.
De automatische sluitfunctie kan worden geactiveerd met dipschakelaar 3. In
deze bedrijfsmodus kan de deur alleen worden geopend met een drukknop,
sleutelschakelaar, enz. en het sluiten gebeurt altijd automatisch.
Deze automatische modus vereist op zijn minst het
gebruik van een lichtbarri-
ère. Om de vasthoudtijd te programmeren, beweegt u de deur van de DICHT-
positie naar de OPEN-positie, wacht u op de gewenste vasthoudtijd en zet u
vervolgens
dipschakelaar 3 op de ON-positie. De vasthoudtijd is hiermee ge-
programmeerd, de
maximale vasthoudtijd is 3 minuten. De automatische sluit-
functie werkt ook samen met het gedeeltelijke openingsprogramma. Als de
deur in de eindpositie OPEN staat en er een bedieningsimpuls wordt gegeven,
loopt de vastzettijd vanaf het begin.
21
Als de deur tijdens het sluiten een obstakel raakt en door de automatische
obstakelherkenning wordt uitgeschakeld of als de deur tijdens het sluiten via
een contactstrip op de secundaire sluitkant wordt uitgeschakeld, stopt de deur
en beweegt deze pas weer na het volgende commando via een drukknop, sleu-
telschakelaar of iets dergelijks.
Als de deur via een fotocel of contactstrip aan de hoofdsluitkant wordt uitge-
schakeld, keert de deur om en gaat hij naar de OPEN-eindschakelaar. Na het
verstrijken van de hold-open tijd wordt er weer een sluitingspoging gedaan.
1166..
G
Geeddeeeelltteelliijjkkee ooppeenniinngg
Zorg ervoor dat de
dipschakelaars 7 en 8 in de stand OFF staan. Zet de poort in
de eindpositie DICHT. Zet nu de poort in de gewenste deelopeningspositie door
middel van een puls (klem 8 en 9 van de klemmenstrook) of door middel van
een pulsknop op de besturingseenheid of via de radio. Zet de
dipschakelaar 4
in de stand
ON, de deelopening wordt ingeleerd. Sluit nu de overeenkomstige
commandozenders (drukknop, sleutelschakelaar, codeerschakelaar enz.) po-
tentiaalvrij als sluitcontact aan op de klemmen 9 + 10 (gedeeltelijke opening)
van de klemmenstrook. Optioneel kan de gedeeltelijke opening ook worden
geactiveerd met de tweede knop van de handzender.
Druk hiervoor een halve seconde op de
FUNK-toets van de motorbesturing en
druk vervolgens ca. een halve seconde op de
IMPULSE-toets. De gele LED knip-
pert nu twee keer met tussenpozen van ongeveer twee seconden. Druk nu op
de gewenste knop van de zender totdat het knipperen van de LED een constant
licht wordt.De zender is nu geprogrammeerd..
Een commando voor gedeeltelijk openen in de deurpositie DICHT veroorzaakt
altijd een aanloop naar de deelopeningspositie. Het volgende
IMPULSE-
commando veroorzaakt altijd een sluitingscommando. Als de deur zich buiten
de eindpositie DICHT bevindt, heeft het commando voor het gedeeltelijk ope-
nen geen effect. Als de ingangen puls en gedeeltelijke opening tegelijkertijd
worden bediend, ontstaat er een noodstop.
1177..
W
Waaaarrsscchhuuw
wiinnggsslliicchhtt,, w
waaaarrsscchhuuw
wiinnggssffuunnccttiiee
De motorbesturing 47-21-11A-W van de aandrijving is uitgerust met een relais
voor een waarschuwingslampje. U kunt een extern waarschuwingslampje
rechtstreeks op de klemmen 4 + 5 aansluiten. Er moet een lamp met 230 V AC
worden aangesloten.
Zet dipschakelaar 5 op ON voor deze bedrijfsmodus. Na het geven van het
commando wordt direct 230 V toegepast, na ca. 5 seconden begint de
aandrijving te lopen. Het licht wordt geactiveerd tot de eindpositie is bereikt.