PECS P300
- 63 - Handleiding 1577 – NL”
HANDLEIDING Boilers
1.Algemeen
Deze handleiding is bestemd voor de installateur en de
eindgebruiker. Na de installatie en de opstart ervan moet dus
worden nagegaan of deze handleiding is overhandigd aan de
eindgebruiker of de verantwoordelijke van de installatie.
Atlantic boilers zijn ontworpen en gebouwd om gebruikt te worden
voor de productie en opslag van hygiënisch huishoudelijk warm
water middels de thermische uitwisseling met behulp van
uitneembare,
vaste
of
buiten
de
boiler
geplaatste
warmtewisselaars, die worden gevoed door verschillende
thermische energiebronnen (thermische generator, warmtepomp,
zonnepaneel) die water als warmtegeleidende vloeistof gebruiken.
Elk ander gebruik van het product dan in dit document is
beschreven, ontheft de fabrikant van elke aansprakelijkheid en zal
leiden tot het verlies van het recht op garantie.
De producten beschreven in dit document zijn gebouwd conform
de richtlijn 97/23/EG (PED) betreffende drukapparatuur voor wat
betreft de vloeistof erin en de bedrijfsvoorwaarden voor het
gebruik.
1.1 Identificatie van de categorie
(Norm EN 12897:2006 - richtlijn 97/23/EG)
De boilers uit de serie PECS zijn gebouwd conform de norm EN
12897:2006 en zijn getest volgens de voorschriften daarvan.
De waarden van het complete assortiment Atlantic boilers zijn
lager dan de onderstaande drempelwaarden:
• Waterrecipiënt (groep 2) met een toelaatbare dampdruk bij de
maximum temperatuur lager dan 0,5 bar boven de normale
atmosferische druk (1033 mbar), maximum bedrijfsdruk of PS > 10
bar, product PSxV > 10.000 [bar x L], PS > 1000 bar;
• Waterleidingen (groep 2) met een toelaatbare dampdruk bij de
maximum temperatuur lager dan 0,5 bar boven de normale
atmosferische druk (1033 mbar), maximum bedrijfsdruk of PS > 10
bar, diameter DN > 200 en product PS x DN < 5000 [bar xmm].
Atlantic boilers en warmtewisselaars hoeven dus niet van de CE-
markering te worden voorzien conform art. 3.3. van bijlage II,
tabellen 4 en 5. Atlantic S.r.l garandeert, zoals wordt
voorgeschreven door de norm, de correcte constructiemethode
(middels het systeem milieu & bedrijfskwaliteit UNI EN ISO
9001:2000 – UNI EN 14001:2004) die er het veilige gebruik en de
identificatie van de fabrikant van aantonen.
Voor het gebruik van warmtewisselaars in thermische zonne-
installaties (of andere installaties) met een temperatuur < 110°C in
het primaire circuit, raadt men aan de installatie aan te passen
zodat:
−
De temperatuur van het primaire circuit nooit hoger is dan 140°C
(een temperatuur die uitsluitend voor korte tijd mag worden
bereikt).
−
De maximum bedrijfsdruk aan de volgende beperking voldoet:
De som druk maal volume van de warmtewisselaar niet groter
mag zijn dan 50 liter en dus
P
·
V
≤
50 [bar
·
l]
Met behulp van het volume van de vloeistof in de warmtewisselaar
kan aan de hand van de bovenstaande formule de maximum
toelaatbare bedrijfsdruk van elke warmtewisselaar worden
berekend.
Boven deze limieten is de warmtewisselaar (en de installatie)
onderworpen aan de voorschriften voor drukapparatuur (ontwerp,
controles van de installatie en tijdens functionering, periodieke
herbeoordeling, enz.) en dus moeten de warmtewisselaars worden
ontworpen en gekeurd volgens de norm 97/23/EG PED.
2. Installatie en onderhoud
Boilers moeten worden geïnstalleerd buiten bereik van
weersinvloeden en op een stevige ondergrond. Voor de
aansluiting moet men controleren of er voldoende ruimte is voor
het verwijderen van de warmtewisselaar, de magnesium anode en
de eventuele weerstand.
• Als gedurende bepaalde periodes per jaar de temperatuur in de
installatieruimte van de boiler of de leidingen lager is dan 0°C, zijn
beschermingen
tegen
vorst,
zoals
bijvoorbeeld
de
thermostatisering van de ruimte of de programmering van
verwarmingscycli door de generator of de hulpweerstand (niet
meegeleverd), vereist.
• Voor de inhoud van 150 tot 500 liter moet men voor een correct
waterpas geplaatste boiler speciale stelpootjes (OPTIONEEL)
gebruiken die met de specifieke contramoeren moeten worden
vastgezet (zie de schema's). Om schade aan de isolatie te
vermijden, moet de boiler van de grond worden verheven met
behulp van afstandsblokken tussen de drie pootjes.
• Controleer of de installatieruimtes van de boilers dergelijke
openingen hebben dat de boilers er gemakkelijk door kunnen,
zonder dat breekwerk nodig is. De garantie dekt geen kosten die
door de niet-inachtneming van dit punt worden opgelopen.
• Verzeker u ervan of de installatieruimte van de boiler is voorzien
van een drainage (afvoer) die geschikt is voor het volume van de
boiler en de eventueel andere toestellen. De garantie dekt geen
kosten die door de niet-inachtneming van dit punt worden
opgelopen.
•
Minimum afstanden:
Tank
DH
DF
DP = DL1
DL2
PECS 300 lt
700 mm
= De
400 mm
200 mm
