warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
56
Het water is zeer
heet (met
mogelijk damp
uit de kranen)
Hoog niveau van kalkaanslag van de
ketel en zijn onderdelen
De elektrische voeding uitschakelen, het apparaat legen, de kous van de
weerstand demonteren en de kalkaanslag aan de binnenkant van de ketel
verwijderen: let erop om het glazuur van de ketel en de kous van de
weerstand niet te beschadigen. Het product weer volgens de
oorspronkelijke configuratie in elkaar zetten: het wordt aangeraden om de
pakking van de flens te vervangen.
Fout sonde
Controleren of fout E5, ook onregelmatig, aanwezig is
Verminderde
werking van de
warmtepomp,
bijna
permanente
werking van de
elektrische
weerstand
Luchttemperatuur buiten het bereik
Element dat afhankelijk is van de weersomstandigheden
Waarde “Time W” te laag
Een lagere temperatuurparameter of een hogere parameter dan “Time W”
instellen
Installatie uitgevoerd met niet-conforme
elektrische spanning (te laag)
Het product voeden met een correcte elektrische spanning
Verdamper verstopt of bevroren
De staat van reiniging van de verdamper controleren
Problemen met het circuit van de
warmtepomp
Controleren of er geen foutmeldingen op de display weergegeven worden
Het is minder dan 8 dagen geleden dat:
- Eerste ontsteking.
-Wijziging van de parameter Time W.
-Gebrek aan voeding bij afwezigheid van batterijen of met lege batterijen.
Parameter P7 ingesteld op OFF en
externe luchttemperatuur lager dan
10°C.
Parameter P7 op ON instellen
Onvoldoende
warmwaterstroo
m
Lekken
of
verstopping
van
het
watercircuit
Controleren of zich geen lekken in het circuit bevinden, controleren
of de deflector van de ingangsleiding van koud tapwater en de
toevoerleiding van warm water in orde zijn
Waterlekkage uit
het
overdrukmechan
isme
Het druppelen van water uit het systeem
moet als normaal worden beschouwd
gedurende de verwarmingsfase.
Als u het druppelen wilt vermijden moet u een expansievat installeren op
de afvoerinstallatie.
Als druppelen tijdens de niet-verwarmende periode door blijft gaan, de
kalibratie van het instrument en de druk van de waterleiding controleren.
Let op: Verstop nooit de afvoeropening van het systeem!
Toename van
het lawaai van
de externe
eenheid
(warmtepomp)
Aanwezigheid
van
verstoppende
elementen aan de binnenkant
De bewegende onderdelen van de externe eenheid controleren, de
ventilator en de andere onderdelen reinigen die lawaai zouden kunnen
maken
Trillen van enkele onderdelen
De middels mobiele vergrendelingen aangesloten onderdelen controleren
en kijken of de schroeven stevig zijn aangedraaid
Problemen met
de weergave of
uitgaan van de
display
Beschadiging of afkoppeling van de
verbindingskabels tussen de printplaat
en de interfacekaart
Controleren of de verbinding in orde is, de werking van de printplaten
controleren
Gebrek aan voeding bij afwezigheid van
batterijen of met lege batterijen.
De elektrische voeding en de staat van de batterijen controleren, en
laatstgenoemden indien nodig vervangen
Vieze geur
afkomstig van
het product
Afwezigheid van een sifon of lege sifon
Zorgen voor een sifon.
Controleren of het apparaat voldoende water bevat
Abnormaal of
overmatig
gebruik in
vergelijking met
de
verwachtingen
Ongunstige
omgevings-
of
installatieomstandigheden
Verdamper gedeeltelijk verstopt
Niet-conforme installatie
Overig
Contact opnemen met de technische dienst
8.4 Normaal onderhoud t.b.v. de gebruiker
We raden u aan het apparaat om te spoelen na elk normaal of bijzonder onderhoud.
Het overdrukmechanisme moet geregeld ingeschakeld worden om te controleren of het niet geblokkeerd is,
en om eventuele kalkafzettingen te verwijderen.
Controleer of de buis voor de condensafvoer niet verstopt is.
Verifier de roosters en de luchtkanalen en reinig indien nodig.
Als er batterijen worden gebruikt, moeten deze elk jaar of in het geval dat ze lekken worden vervangen. Zorg dat ze
correct worden afgevoerd als afval en uitsluitend worden vervangen door
4 oplaadbare batterijen van het type
NiMh, AA, 1,2V, minimaal 2100 mAh, minimaal 1000 oplaadcycli, min. werktemperatuur 55°C (gebruik
batterijen uit de catalogus van de fabrikant van het product)
. Zorg dat de polariteiten in de batterijhouder in acht
worden genomen zoals beschreven, zie afb. 1. Het apparaat moet worden getrokken wanneer u de batterijen te
verwijderen.